Dark
Light

Spoken van Visegrád nog steeds springlevend

Achterdocht Midden-Europa zet toekomst EU op het spel
12 minuten leestijd

In 1335 kwamen de koningen van Hongarije, Polen en Bohemen in het Hongaarse Visegrád bij elkaar om te praten over politieke en economische samenwerking tussen hun koninkrijken. In 1991 waren het de Tsjechoslowaakse president Vaclav Havel, de Poolse president Lech Walesa en de Hongaarse premier Jozsef Antall om de situatie te bespreken die was ontstaan sinds de val van de Muur in Berlijn in 1989, toen hun landen, die in 1945 achter het IJzeren Gordijn verdwenen waren, hun onafhankelijkheid terug hadden gekregen.

In de ruim 650 jaren die inmiddels waren verstreken hadden zich in de ‘Visegrád-landen’ dramatische ontwikkelingen voltrokken. Polen, ooit oppermachtig in Centraal-Europa, zal nooit vergeten dat het tussen 1772 en 1795 in drie stappen ruim een eeuw compleet van de aardbodem werd weggevaagd, tot het vredesverdrag van Versailles in 1918. In 1939 dreigde dat nog een keer te gebeuren. Hongarije gaat nog steeds gebukt onder het Verdrag van Trianon van 1920, toen het land tweederde van zijn grondgebied kwijtraakte, waardoor een deel van de Hongaren buiten de eigen landsgrenzen kwam te wonen. Tsjecho-Slowakije werd onder leiding van Engeland en Frankrijk tijdens de Conferentie van München in 1938 gedwongen het door veel Duitsers bewoonde Sudetenland aan Hitler-Duitsland af te staan, wat geen ‘Peace for our time’ betekende, maar de Tweede Wereldoorlog juist een belangrijke stap dichterbij bracht. Nog voordat die uitbrak scheidde Slowakije zich in maart 1939 af en werd een Duitse vazalstaat, al snel gevolgd door de Duitse verovering van Bohemen en Moravië.

En na de bevrijding door de Russen, in 1945 werden Polen, Hongarije en het weer verenigde Tsjecho-Slowakije Russische satellietstaten. Tot in 1989 de Berlijnse Muur viel, de landen weer onafhankelijk werden en ze zich aansloten bij de Europese Unie. Waar ze intussen als dwarsliggers gelden.

Na de Eerste Wereldoorlog werd het grondgebied van Oostenrijk-Hongarije opgesplitst in een tiental deels nieuwe staten. Veel etnische Hongaren raakten hun ‘moederland’ kwijt. (cc - wiki)
Na de Eerste Wereldoorlog werd het grondgebied van Oostenrijk-Hongarije opgesplitst in een tiental deels nieuwe staten. Veel etnische Hongaren raakten hun ‘moederland’ kwijt. (cc – wiki)

Miskenning door het Westen

Volgens Ivo van de Wijdeven, historicus en politiek analist, heerst er in Centraal Europa een gevoel van miskenning door het Westen. De volkeren hebben een ijzersterk geheugen en zijn vol onbegrip over het feit dat West-Europa niet beseft dat vooral de Polen en Hongaren eeuwenlang met wisselend succes strijd hebben geleverd om het christelijke Europa te verdedigen tegen barbaarse vijanden als de Gouden Horde, de Ottomanen en de Russen.

In De spoken van Visegrád – De onbekende geschiedenis van Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije beschrijft hij een geschiedenis…

‘die in West-Europa zo goed als onbekend is en de grondslag vormt voor het huidige denken over de toekomst’.

Het verklaart wellicht waardoor ze het steeds minder nauw nemen met Europese regels, normen en waarden en zich steeds vaker laten leiden door nationalisme. Ze tornen daarmee echter ook aan het fundament van de Europese Unie.

‘De Visegrád-4 lijken te vergeten dat je als lid van de voetbalvereniging ook bardienst moet draaien’.

Het boek is een vervolg op De rafelranden van Europa waarin Van de Wijdeven twee jaar geleden de eeuwenoude spanningen beschreef die nog steeds bestaan aan de Europese grenzen, die voortdurend werden verschoven. De geschiedenis bleek te bestaan uit een gewelddadige verzameling van oorlogen, conflicten, schisma’s, opstanden en revoluties, met vaak wortels in het soms verre verleden.

‘Vanaf de vroegste geschiedenis tot de Tweede Wereldoorlog is de ene na de andere breuklijn over het continent komen te liggen’.

De grenzen van Europa

We kunnen het in ons ‘stabiele’ Nederland, verenigd sinds het Plakkaat van Verlatinghe in 1581, nauwelijks voorstellen, maar de grenzen binnen Europa zijn voortdurend in beweging geweest. Naties ontstonden en verdwenen weer, waren onderdeel van andere rijken, werden uitgeruild, veroverd en verslagen. Steden kwamen in steeds weer andere landen te liggen. Zelden waren het vreedzame ontwikkelingen; meestal gingen veranderingen met veel geweld gepaard.

Acht kaarten van Centraal-Europa in het begin van het boek, tijdens markante historische momenten, maken de belangrijkste grenswijzigingen duidelijk. Voor goed begrip van de regionale conflicten in ‘De spoken van Visegrad’ heeft het zin om ook een YouTube-animatie van de veranderende grenzen van Europa tussen 1142 en 2013 te bekijken:

De grenzen van Europa, 1142 – 2013 (3.38 min. YouTube)

Interbellum steeds belangrijker

Volgens Van de Wijdeven zijn de ontwikkelingen tussen de twee wereldoorlogen bepalend voor de huidige politiek in de (nu) vier landen. Daarna werden ze door Duitsland onder de voet gelopen en volgde de communistische tijd, totdat ze na 1989 weer onafhankelijk werden.

De historische gebeurtenissen in Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije zijn in West-Europa bijna vergeten en weggedrukt door de communistische tijd. Maar in de landen zelf zijn ze nog nauwelijks verwerkt. Het lijkt wel of de rol die de geschiedenis van het Interbellum vandaag de dag speelt vooral in de Poolse en Hongaarse politiek steeds groter wordt.

Jaroslaw Kaczynski - cc
Jaroslaw Kaczynski (CC BY-SA 3.0 – Aargambit – wiki)
‘De spoken van Visegrad’ beschrijft de voortdurende angst voor dramatische veranderingen in Polen, Hongarije en Tsjechië en Slowakije. Vooral de huidige leiders van Polen en Hongarije, Jaroslaw Kaczynski en Victor Orban, slaan op de trom van het nationalisme, maken gebruik van het bestaande grote wantrouwen en afkeer jegens de buitenwereld en werken aan het herschrijven van de eigen geschiedenis. Die is sterk onderhevig aan mythevorming, wat nostalgie veroorzaakt naar een tijd die er in werkelijkheid nooit is geweest. Bovendien worden er pogingen gedaan om de minder fraaie kanten van het eigen optreden in het Interbellum en de Tweede Wereldoorlog uit te wissen om het eigen slachtofferschap verder te cultiveren.

Eerste Wereldoorlog

In de eeuwen tot 1918 maakten de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, het Russische Rijk en het Duitse Keizerrijk de dienst uit in Centraal-Europa; het Ottomaanse Rijk in Zuidoost-Europa had in 1913, na twee Balkanoorlogen, de strijd al opgegeven. Toen de Eerste Wereldoorlog nog aan de gang was sloten de bolsjewieken, die in Rusland aan de macht waren gekomen in de Oktoberrevolutie van 1917, in maart 1918 de Vrede van Brest-Litovsk, waardoor de eerste contouren van de zelfstandige staten Estland, Lijfland (Letland), Wit-Rusland en Oekraïne op de kaart verschenen.

Na de Vrede van Brest-Litovsk (1918) verschenen de eerste contouren van Polen, Estland, Letland en Oekraïne (terug) op de kaart. - wiki
Na de Vrede van Brest-Litovsk (1918) verschenen de eerste contouren van Polen, Estland, Letland en Oekraïne (terug) op de kaart. – wiki
De drie Europese rijken implodeerden aan het einde van die oorlog. In het Verdrag van Versailles werd Duitsland gestraft en moest het belangrijke delen van zijn grondgebied afstaan. Polen kwam terug op de kaart, ten koste van Posen en West-Pruisen en het oosten van Opper-Silezië en, na de Pools-Russische oorlog (1919-1921), een belangrijk deel van West-Rusland.

Hongarije werd, als onderdeel van het verdwenen Oostenrijk-Hongarije, tot de verliezers van de oorlog gerekend en moest in 1920, in het vernederende Verdrag van Trianon, grote delen van zijn grondgebied afstaan. Voor het overgrote deel aan de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije en het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen, het latere Joegoslavië. Daardoor kwamen veel etnische Hongaren in het buitenland te wonen, als minderheden met de daarbij behorende minderheidspositie.

Polen bijvoorbeeld telde in 1935 3 miljoen Joden en 5,5 miljoen Duitsers, Wit-Russen en Oekraïners, die openlijk werden gediscrimineerd. ‘Een derde van de inwoners voelde zich daar totaal niet thuis’.

Interbelllum

Het kostte Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije grote moeite om zichzelf tijdens het Interbellum (opnieuw) uit te vinden. Polen probeerde de landen tussen Baltische Zee en Zwarte Zee, te verenigen in een federatie, het Intermarium, om een tegenmacht te bieden tegen de machtige buurstaten Duitsland en Sovjet-Unie. Maar het initiatief raakte ondergesneeuwd doordat hun onderlinge relaties onder zware druk stonden door grens- en andere conflicten, autoritair leiderschap, de economische crisis en de Duitse en Russische ambities, wat door Van de Wijdeveld in afzonderlijke hoofdstukken overzichtelijk wordt uitgewerkt.

Totdat de politieke aartsvijanden Hitler en Stalin in augustus 1939 een einde maakten aan alle illusies met het Molotov-Ribbentroppact, een niet-aanvalsverdrag met een geheime clausule waarin men West- en Oost-Europa onderling verdeelde. Hitler kreeg daardoor de vrije hand om binnen zijn invloedssfeer zijn gang te gaan. Op 3 september viel hij Polen binnen. De Tweede Wereldoorlog was begonnen. Vijf dagen later volgden de Russen; niet als bevrijders maar om de rest van het land te bezetten.

Ondertekening van het Molotov-Ribbentroppact
Ondertekening van het Molotov-Ribbentroppact

Kaczynski trekt aan alle touwtjes

Tussen 2005 en 2007 werd Polen bestuurd door een tweeling, president Lech en premier Jaroslaw Kaczynski, oprichters van de conservatief-nationalistische partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS). De regering kwam ten val na een reeks schandalen en in 2010 kwam president Lech Kaczynski, met 95 andere Poolse functionarissen onderweg naar Katyn in Wit-Rusland, om bij een vliegramp . Ze wilden er de naar schatting 22.000 Poolse officieren herdenken die daar zeventig jaar eerder, in 1940, werden vermoord door de Russische geheime dienst. Jaroslav Kaczynski houdt de Russen nog steeds verantwoordelijk voor de dood van zijn broer.

Zelf geeft hij, niet in een officiële functie maar ‘vanaf de achterbank’, leiding aan PiS, die in 2015 de presidentsverkiezingen won en de absolute meerderheid veroverde in de Sejm, het parlement. Hij streeft naar een staat die stevig is gegrondvest op traditionele katholieke waarden en is vastbesloten de laatste resten van het communisme in Polen op te ruimen. Hij gebruikte zijn overwicht door een reeks conservatieve en vaak controversiële wetten door te voeren en versterkte zijn greep op de media en de rechterlijke macht. Het leidt tot toenemende ergernis binnen de Europese Unie omdat zijn politieke bemoeienis in strijd is met het Europese recht. Maar Kaczynski weet zich gesteund door de Hongaarse premier Victor Orban; de andere dwarsligger binnen de Europese Unie.

Generaal Jozef Pilsudski, de stichter van de Tweede Poolse republiek in 1918 en het grote voorbeeld voor de huidige leider Kaczynski - wiki
Generaal Jozef Pilsudski, de stichter van de Tweede Poolse republiek in 1918 en het grote voorbeeld voor de huidige leider Kaczynski – wiki
Het grote voorbeeld voor Kaczynski is Jozef Pilsudski (1867-1935), opperbevelhebber van het leger, minister van oorlog en na een coup in 1926 verkozen als president, wat hij vervolgens weigerde. Wel was hij de machtige man achter de schermen.

Pilsudski was, stelt Van de Wijdeven, zeer ingenomen met een sidderende Sejm.

‘Omdat ze bang zijn stemmen ze bovendien nu zoals ik wil en voeren ze mijn beleid uit’.

De liberale democratie werd vervangen door een geleide democratie, die langzaam maar zeker zou afglijden naar een autoritaire staat. Net als Pilsudski na zijn coup trekt Kaczynski achter de schermen aan alle touwtjes in het land. Als partijleider vult hij alle politiek-bestuurlijke posten in.

‘In 1926 was Josef Pilsudski de enige man die de juiste weg voor Polen wist. Anno nu is dat Jaroslaw Kaczynski’.

Onverwerkt verlies

Aan het einde van de communistische heerschappij gold Hongarije als ‘de vrolijkste barak in het kamp’. Terwijl Oost-Duitse vluchtelingen het land overspoelden knipte minister Guyli Horn symbolisch het prikkeldraad open, om het einde van het IJzeren Gordijn te symboliseren. Intussen hebben de Hongaren massaal gestemd voor de terugkeer van een autoritair leiderschap.

Sinds 2010 viert Hongarije op 4 juni de ‘Dag van Nationale Cohesie’. De dag werd ingesteld door Fidesz-partijleider Victor Orban om te herdenken dat op 4 juni 1920 het Verdrag van Trianon werd ondertekend, waardoor grote Hongaarse minderheden in buurlanden kwamen te wonen. Het is de enige feestdag in een EU-land die in het teken staat van het verlangen naar verloren grondgebied.

Nostalgie naar vergane glorie wordt politiek uitgebuit. De Hongaarse regering herschrijft het verleden met het oog op de toekomst. Nationalisme, irredentisme en onverdraagzaamheid worden doelbewust aangepraat om daar vervolgens poltiek gewin uit te slaan.

Het heeft succes. Fidesz, de Hongaarse Burgerunie, won de verkiezingen in 1998 onder meer door de belofte dat Hongaren in het buitenland een dubbele nationaliteit zouden krijgen, wat overigens werd afgezwakt tot een statuswet met culturele en etnische rechten. Partijleider Orban steunt sinds 2014 op tweederde meerderheid in het parlement en heeft een stevige greep op de rechterlijke macht en de media, waar bijvoorbeeld een links dagblad als Nepszabadsag werd opgekocht en uitgeschakeld.

Slowakije Duitse vazalstaat

Tsjecho-Slowakije ontstond in 1918 door het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije. De onafhankelijkheidsbeweging geloofde heilig in het ‘tsjechoslowakisme’ in hun nieuwe staat, die huisvesting bood aan 6,8 miljoen Tsjechen, 2,3 miljoen Slowaken, maar ook aan 3,2 miljoen Duitsers en grote minderheden Hongaren, Oekraïners, Joden en Polen. Veel Slowaken dachten er ander over, onder aanvoering van de rooms-katholieke geestelijkheid, die weinig verwantschap voelde met de overwegend lutherse en seculiere Tsjechen.

Jozef Tiso - wiki
Jozef Tiso – wiki
Toen Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam bleek de multiculturele samenstelling van de bevolking de zwakste schakel. De ‘Duitse’ Tsjechen gingen zich roeren. Het leidde in 1938 tot het afstaan van Sudetenland, met ook 750.000 Tsjechen, aan Duitsland, en kleine grenscorrecties met Polen en Hongarije, die verdergaande eisen stelden. Om het verdere uiteenvallen van het land te bevorderen bedachten de nazi’s dat door een uitroepen van de Slowaakse onafhankelijkheid een conflictsituatie zou ontstaan waarin de Duitse Wehrmacht als ‘vredesmacht’ zou optreden om de Slowaken te beschermen tegen Tsjechische ‘agressie’. Toen dat niet meteen werkte stelde Hitler de Slowaakse oppositieleider, priester Jozef Tiso, voor het blok: roep de onafhankelijkheid uit of Duitsland kan de territoriale integriteit van Slowakije niet langer garanderen. Tiso vreesde de Hongaren en ging overstag. Op 14 maart 1939 werd Slowakije onafhankelijk. Een Schutzvertrag garandeerde Duitse bescherming in ruil voor nauwe samenwerking met de Duitse regering op buitenlands, militair en economisch gebied. Slowakije was een Duitse vazalstaat geworden.

Tussen 25 maart en 20 oktober 1942 werden 57.728 Slowaakse Joden gedeporteerd naar vernietigingskampen in Polen. Hitler noemde het ‘interessant om te zien hoe dat katholieke priestertje Tiso ons de Joden aanlevert’. Pas toen het Vaticaan de diplomatieke relaties verbrak besloot Tiso de deportaties te stoppen.

Dat het land na de oorlog geen paria werd is te danken aan het Tsjechische en Slowaakse verzet tegen de Duitsers, waaronder de moord op Reichsprotektor Reinhard Heydrich door een Tsjechisch-Slowaaks duo, die werd gewroken met de dood van 5000 mensen. De dorpen Lidice en Lezaky werden volledig uitgemoord. De geallieerden kwamen daarna overeen dat na de oorlog de Tsjechische Republiek weer in ere hersteld zou worden.

Koude Oorlog

Polen, Hongarije en Tsjechoslowakije werden in 1945 bevrijd door het Rode Leger; het zuidwesten van Bohemen door de geallieerden. Tijdens de Conferentie van Jalta in februari 1945 was al tot ingrijpende grenswijzigingen besloten. Polen ’verschoof’ ruim 200 kilometer naar het westen, ten koste van Duits grondgebied. In de Koude Oorlog verstevigde Moskou zijn greep op de bevrijde landen; in Tsjecho-Slowakije in 1948 geholpen door een communistische coup.

De na-oorlogse staten hadden een veel homogener bevolking. De Joden waren uitgeroeid; Duitsers waren er niet langer welkom. Resterende nationaliteitsconflicten werden voortaan gedempt onder de communistische deken. Opstanden in Polen en Hongarije en de eerste Praagse Lente werden met Russische tanks in de kiem gesmoord. Totdat in 1989 de Muur viel en Polen, Hongarije en Tsjecho-Slowakije hun onafhankelijkheid terugkregen.

Ook de nationaliteitsconflicten kwamen daarmee terug. Slowakije nam op 1 januari 1993 vreedzaam afscheid van Tsjechië, maar Joegoslavië spatte tussen 1991 en 1999 bloedig uiteen. Overigens lijden veel Tsjechen en Slowaken volgens Van de Wijdeven ‘nog steeds aan fantoompijn’. Na een periode waarin Slowakije zich steeds meer van het Westen af leek te keren en geplaagd werd door inflatie, werkloosheid en buitenlandse schulden ‘hebben achtereenvolgende Slowaakse regeringen met succes economische hervormingen doorgevoerd en een pro-westerse koers aangehouden’.

Slowakije ontwikkelde zich razendsnel tot een open economie, die in het Westen met open armen werd verwelkomd. (…) In 2009 gingen de Slowaken zelfs een stap verder dan de Tsjechen door de Slowaakse kroon in te ruilen door de euro.

Presidenten van de Visegrádlanden in Boedapest in 2003 (wiki - GFDL)
Presidenten van de Visegrádlanden in Boedapest in 2003 (wiki – GFDL)

Meer door ergernis aan de EU dan economisch weloverwogen probeert Polen intussen het Intermarium nieuw leven in te blazen door met het Drie Zeeën-initiatief, waarmee het een nieuwe hoofdrol probeert te veroveren in de samenwerking tussen de landen in Midden-Europa tussen de Baltische Zee en de Middellandse Zee. Behalve ferme steun van president Trump tijdens diens bezoek vorig jaar aan Warschau is daarvan tot nu toe echter weinig meer van de grond gekomen dan plannen voor een snelweg tussen Tallinn in Estland naar Tessaloniki in Griekenland, van Noord naar Zuid en niet meer naar het Westen.

Verdeeldheid leidt tot ondergang

Van de Wijdeven maakt duidelijk dat ‘de spoken van Visegrád’, de angst voor onheil door de boze buitenwereld, in Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije nog steeds springlevend zijn. Hij verwacht dat de geschiedenis en de daaruit voortvloeiende nationalistische sentimenten in Centraal-Europa ook in de nabije toekomst een grote rol blijven spelen. Hij ziet als gevaar dat ‘de spoken van Visegrád’ er de denkwijze van mensen te veel bepalen, waardoor het zicht op de toekomst vertroebelt.

De spoken van Visegrád -  Ivo van de Wijdeven
De spoken van Visegrád – Ivo van de Wijdeven
Hij vreest een gebrek aan kennis van en interesse in de historische ontwikkeling van Centraal-Europa, ‘alsof er een zuivere splitsing is tussen een tolerant, multicultureel en democratisch deel van Europa en een autoritair, racistisch en achterlijk deel’, wat op den duur funest kan zijn.

Ook in andere EU-lidstaten spelen conservatief-nationalistische partijen, vaak van christelijke signatuur, slim in op gevoelens van trots op de eigen natie en de eigen geschiedenis. In bepaalde kringen heeft de illiberale democratie ook in West-Europa bewonderaars. (…) Op Europees niveau laten lidstaten het nationaal belang prevaleren met het oog op de kiezers in eigen land. De Europese samenwerking komt onder druk te staan, juist nu de Europese Unie te maken heeft met grote uitdagingen als de naderende Brexit, moeizame relaties met buurlanden als Rusland en Turkije en traditionele partners als de Verenigde Staten, internationaal terrorisme, instabiliteit aan de grenzen van de unie en de daaruit volgende migratiestroom.

Volgens Van de Wijdeven waren spoken van Visegrád niet alleen rond in Centraal-Europa, maar ook in de rest van Europa. Dat baart hem zorgen.

‘In het interbellum was Centraal-Europa verdeeld door nationalisme en onverdraagzaamheid. Die verdeeldheid leidde de regio naar de ondergang’.

Boek: De spoken van Visegrád – Ivo van de Wijdeven

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.365 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×