Sinds de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 is een patroon ontstaan waarbij ook Europa meermalen te maken kreeg met terrorisme. Bekend zijn de aanslagen op 11 maart 2004 op treinen in Madrid en in het openbaar vervoer in Londen (7 juli 2005). Meer recent waren steden als Londen, Toulouse, Brussel, Parijs, Kopenhagen, Nice en Berlijn doelwitten van radicale moslimterroristen.
Emerson Vermaat geeft in het recent verschenen Terreuraanslagen in Europa (Uitgeverij Aspekt, 2017) een historisch overzicht van de tussen 2004 en 2016 in Europa gepleegde aanslagen door extremistische moslims.
In totaal beschrijft het boek – met aandacht voor de context van het terrorisme en de achtergronden van de dader(s) – twintig terreuraanslagen in Europa tussen 2004 en 2016. In drie aanvullende artikelen gaat Emerson Vermaat nog in op specifieke thema’s: de zogenoemde ‘HIT’-teams die ISIS naar Duitsland en Frankrijk stuurt, misbruik in Duitse asielzoekerscentra, en terrorisme en mensensmokkel vanuit Libië.
Elk afzonderlijk hoofdstuk is voorzien van bronnen, zodat de informatie goed controleerbaar is. In deze bespreking licht ik twee aanslagen uit die in Vermaats boek behandeld worden. De eerste is de aanval op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari 2015, de tweede de aanslag met een truck op een kerstmarkt in Berlijn.
Aanslag op Charlie Hebdo-redactie in Parijs (7 januari 2015)
In november 2011 had het satirische Franse blad Charlie Hebdo een spotprent geplaatst van de profeet Mohammed. Hierna volgden bedreigingen, die op 7 januari 2015 werden waargemaakt. Twee gemaskerde en bewapende Noord-Afrikaanse mannen sprongen die ochtend uit een auto bij het gebouw van Charlie Hebdo in Parijs, waar een redactievergadering gaande was.
De terroristen zaten eerst op het verkeerde nummer, maar gijzelden de cartoonist Corinne Rey en dwongen haar het goede pand te openden. Hun hoofddoelwit was hoofdredacteur Stéphane Charbonnier (alias ‘Charb’)…
…Ze openden direct na binnenkomst het vuur. Frédéric Boisseau zat bij de receptie achter een bureau en hij werd direct doodgeschoten. De twee terroristen dwongen hun gijzelaar Rey om hen naar de tweede verdieping te brengen, waar vijftien redactieleden voor overleg bijeen waren. Toen ze de redactieruimte binnenstormden riepen ze de naam van Stéphane Charbonnier en schoten hem als eerste neer. (81)
De hoofdredacteur ‘Charb’ had kort tevoren nog een cartoon gepubliceerd waarin hij vroeg: ‘Nog steeds geen aanslagen in Frankrijk?’ Een Afghaanse terrorist baard, hoofddeksel met kalasjnikov reageerde in deze cartoon met: ‘Wacht maar af! Wij hebben tot eind januari de tijd om uw wensen in vervulling te doen gaan.’
Er vielen in totaal twaalf doden en drie gewonden. Corinne Rey overleefde de aanslag en herinnerde zich dat beide terroristen aangaven dat ze lid waren van Al Qaida, de terreurorganisatie van wijlen Osama bin Laden (1957-2011).
De daders van de aanslag waren Saïd (1980) en Chérif (1982) Kouachi, twee Fransozen wiens ouders Algerijnse migranten waren. Ze groeiden op als wezen: hun vader stierf toen ze jong waren, waarna hun moeder korte tijd later zelfmoord pleegde. Beide mannen groeiden op in een pleeghuis in Rennes en verhuisden in 2000 naar Parijs. Daar kwamen ze in contact met een islamitisch-Algerijns terreurnetwerk. Beide werden na een klopjacht door de politie op 9 januari doodgeschoten:
Dat is precies wat ze hadden gehoopt. Ze stierven als martelaren. (86)
Aanslag Kerstmarkt Berlijn door Anis Amri (19 december 2016)
Op deze decemberdag kaapte de afgewezen Tunesische asielzoeker Anis Amri een Poolse vrachtwagen, mét de chauffeur Lukasz Urban, in Berlijn. Met zo’n 60 kilometer per uur reed hij in op het winkelende publiek van een Kerstmarkt in het centrum van de stad, waarbij 12 doden en 48 gewonden vielen. De vrachtwagen kwam na 70 meter tot stilstand, iets na 20.00 uur.
De dader wist in de paniek te ontsnappen, de door hem vermoorde Poolse chauffeur in de cabine achterlatend. Tegen negen uur zag Ariel Zurawski op de Poolse tv dat een zwarte Scania in Berlijn op kerststalletjes was ingereden. Tot zijn schrik zag hij dat het ging om een vrachtwagen van zijn firma. (223)
Aanvankelijk hield de politie de verkeerde verdachte aan, een 23-jarige Pakistaan. Dit gaf Anis Amri extra gelegenheid om een goede schuilplaats op te zoeken. Pas in de loop van de volgende dag kwam men erachter dat de verkeerde persoon was opgepakt. Amri was intussen via Nederland en Frankrijk naar Italië ontsnapt. Daar werd hij op een station in de buurt van Milaan, op 23 december, doodgeschoten door een Italiaanse agent.
Achteraf bleek dat de Duitse autoriteiten van tevoren meermalen gewaarschuwd zijn voor Anis Amri. Vermaat schrijft:
Volgens Die Welt van 23 december 2016 heeft de Marokkaanse geheime dienst twee keer gewaarschuwd dat Anis Amri bereid was een aanslag te plegen. Zij tipten de Bundesnachrichtendienst (BND) op 19 september en 11 oktober 2016. Amri stond volgens de kennelijk goed ingelichte Marokkanen in contact met ten minste twee aanhangers van ISIS. (226)
In de nasleep van de aanslag door Amri vonden meerdere arrestaties plaats van Tunesiërs, in Tunesië zelf en in een Berlijns asielzoekerscentrum. Een van hen, een neef van Anis Amri, verklaarde later dat zijn omgekomen terroristische familielid aan het hoofd stond van een groep jihadisten in Duitsland die opereerde onder de naam Abu Al-Waala-brigade.
Boek: Terreuraanslagen in Europa – Emerson Vermaat
Lees ook: Ontstaan en geschiedenis van ISIS
…en: Drie mythen over terrorisme