‘Eene ziekelijke gesteldheid… waardoor zij in het vrije gebruik van hare geestvermogens zeer beperkt en belemmerd is geworden’. Deze verklaring van artsen zorgde er in 1840 voor dat de van brandstichting verdachte Marretje Moonen op vrije voeten kwam. En dat terwijl de doodstraf was geëist.
Strafproces dat na de Tweede Wereldoorlog werd ingesteld om Japanse oorlogsmisdadigers te berechten.