Tijdens de komende Maand van de Geschiedenis gaan archiefinstellingen weer op zoek naar hun mooiste of meest bijzondere collectiestuk.
Het stuk, een brief uit 1811, bevat een liefdesverklaring van de dienstplichtige Friese militair Romke Eelkes Zandstra.
De jongens ogen niet als geharde soldaten, het medisch logo op het uniform wijst daar ook niet op. Het uniform, de adelaar met de swastika en de context van de foto maken echter duidelijk dat deze twee jongens voor velen toch ‘de vijand’ zijn geweest en geeft het tafereel een dubbele lading.
Het laatste doodsvonnis werd in Schiedam uitgesproken in 1803. Het betrof Jillis Bruggeman. Op het moment van de bekentenis was hij 53 jaar. Hij kreeg de doodstraf, omdat hij had bekend vanaf zijn vijftiende ‘de afschuwelijke zonde van sodomie’ ofwel homoseksuele handelingen te hebben bedreven.
In de Eerste Wereldoorlog vluchtten veel Belgen (militairen én burgers) naar Nederland. Velen werden in of rond Amersfoort opgevangen. Op deze foto ziet u een maaltijdverstrekking aan Belgische burgervluchtelingen in 1914 in Amersfoort.
De bijna vijf minuten durende film van G.W.J. Meijnen, die huisarts was in Harderwijk, is gemaakt op 18 april 1945. Meijnen legt de feestelijkheden rondom de herwonnen vrijheid treffend vast.
Wie is ze, waarom heeft ze een militair uniform aan en waar staat ze? Op een aantal vragen die de foto oproept heeft het Regionaal Archief Alkmaar een antwoord. De foto is bijvoorbeeld omstreeks 1916 genomen door fotograaf A.J. Bonda uit Bergen (NH) in de achtertuin van zijn Eerste Bergensche Boekhandel.
Presentator en regisseur Theo van Gogh was bekend om zijn ongezouten uitspraken en als fervent voorstander van het vrije woord. Met zijn uitgesproken mening over uiteenlopende onderwerpen waaronder de islam vergaarde hij in brede kring vrienden én vijanden.
De Schutterij in Zierikzee hield elke maandagmiddag in mei en oktober schietoefeningen in de buurt van de zeedijk, ten zuiden van de stad. We zien op de foto stoere mannen in uniform en met snor. Nieuwsgierige jongens zijn ook paraat.
Jan Dekker is nog maar een jongen van 13, bijna 14, als het schip waarop hij vaart wordt gekaapt door een ‘Zaleese Roover’, een kaper uit Marokko. De bemanning wordt als slaaf opgebracht. Tijdens zijn slavernij schrijft Jan een brief naar zijn moeder.
Uit de tijd dat er nog Raiffeisen- en Boerenleenbanken waren. Lange tijd waren deze banken elkaars concurrenten. Tenminste, in die steden of dorpen waar ze allebei gevestigd waren.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zetten de Duitsers veel Nederlandse officieren gevangen in krijgsgevangenkampen. Om de tijd door te komen greep men onder andere naar pen en tekenpapier. Zo maakten officieren in barak 16B in Oflag 67 (Offizierslager 67) bij Neubrandenburg in 1944 gezamenlijk een jaarverslag.
De booswichtenbrief is een scheldbrief van rond het jaar 1500 waarin Henrick van Hackfort zijn mening over Arnt van Boicholt publiekelijk bekend maakt. Hij noemt hem onder andere een booswicht en een meinedige dief. Maar wat maakt zo’n ordinaire scheldbrief nou zo bijzonder?
Niets herinnert meer aan het interneringskamp ‘De Vergulde Hand’, dat van begin juli 1945 tot eind januari 1948 aan de Vlaardingse Maassluissedijk stond. Het bood in de loop van die paar jaar uiteindelijk plaats aan zeshonderd NSB’ers en andere collaborateurs.
Het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) nomineert het extract van de overlijdensakte van Margaretha Geertruida Zelle oftewel Mata Hari (1876-1917) als Stuk van Jaar. Mata Hari is in de Eerste Wereldoorlog wegens spionage ter dood veroordeeld. Mata Hari is wereldberoemd; honderden publicaties en tientallen films zijn aan haar gewijd. In het najaar van 1919 ontving de ambtenaar van de Leeuwarder Burgerlijke
Het is een bijzondere beschrijving, door Zacharias Heyns, van feiten en karakteristieken van de oude Nederlanden, geheel op rijm. In het boek zitten prachtige landkaarten, ook van de Zuiderzee met de eilanden Urck en Schokland. Dit drukwerk was een mooie en onverwachtse ontdekking. Daarom nomineert Nieuw Land Den Nederlandtschen landtspiegel in ryme gestelt.
Dit handgeschreven document uit 1805, de ‘Franse tijd’ (1795-1813), is een verdrag tussen Nederland en Frankrijk. De Franse bezetting had Nederland sinds 1795 al meer dan 200 miljoen gulden gekost.
Kampen heeft, naast voorspoed, veel tegenspoed van het water gehad. Op 14 november 1775 braken de Zwarte- en Kamperveensche dijken door, waardoor de stad Kampen overstroomde. De overstroming ging zo snel, dat de stad al onder water stond nog voordat inwoners in staat waren hun huisraad van beneden naar boven te brengen, vee naar hoger gelegen gebieden te vervoeren en
De inwoners wilden graag een zelfstandige parochie stichten en niet meer naar de kerk in Bakel. In 1844 kreeg het dorp toestemming van de bisschop en de koning om de bouwvallige kapel om te bouwen tot een kerk.
De tekening van Albert Hahn jr. voor het tijdschrift Zonnestraal verbeeldt de strijd tegen de klauwen van de TBC, destijds volksvijand nummer 1.
Het slavernijverleden van Nederland blijft de actualiteit beheersen. Zo zou in het onderwijs meer aandacht moeten worden besteed aan deze zwarte bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis. En dan is er ook nog de discussie rond Zwarte Piet, die dit jaar eerder is losgebarsten dan ooit.