Hoe je de uitslag van de Turkse verkiezingen van 28 mei 2023 ook moet waarderen, één ding staat vast: het is positief dat niemand de uitslag betwist. Ook de politieke tegenstanders erkennen de overwinning van Erdogan. De oppositie is blijven steken op zo’n 48 procent, wat gelet op de ongelijke en oneerlijke toegang tot de massamedia een knappe prestatie is. Toch is het een bittere pil voor de oppositie, want het optimisme was ongekend groot.

Vreeken maakt dat op tal van manieren zichtbaar. Zo laat hij zien dat het presidium voor godsdienstzaken, de Diyanet, al met al weinig heeft bereikt. Het ziet geen kans om een van de beloften van Erdogan – het scheppen van een vrome generatie jongeren – waar te maken. De uit de grond gestampte islamitische scholen – enigszins vergelijkbaar met ons confessionele onderwijs bij de start, ruim een eeuw geleden – genieten geen goede reputatie. Veel ouders sturen er hun kinderen liever niet naar toe. Het lezen van de Koran in de Arabische taal zonder te weten wat de teksten eigenlijk betekenen, stuit zelfs bij diegenen die open staan voor godsdienstig onderwijs, op veel kritiek. Met het ‘zo hebben we het altijd gedaan’ neemt die generatie geen genoegen, aldus Vreeken. De jeugd keert zich af van de godsdienst, is zijn conclusie.
Tweestrijd
Het symbool van de cultuurstrijd in Turkije was lange tijd de hoofddoek. In het door Atatürk gecreëerde, seculiere Turkije van honderd jaar geleden was dat kledingstuk in strijd met de gewenste vooruitgang. De hoofddoek was lange tijd verboden voor wie openbare functies wilde bekleden. Erdogan brak met die traditie, zodat het bedekte hoofd terrein won in het straatbeeld. Maar, zegt Vreeken, zie dat vooral niet als teken van godsdienstige radicalisering. Veel dragers van zo’n hoofddoek werpen tegelijkertijd andere traditionele ballast af. De boodschap is dus niet eenduidig en het dragen van de hoofddoek zegt niet zo veel over maatschappelijke voorkeuren en opvattingen.
In de vele gesprekken die Vreeken voert en in tal van studies komt een beeld naar voren van geleidelijke secularisering. De fameuze schets die Geert Mak in 1996 maakte van de kwijnende religie in het Friese Jorwerd (Hoe God verdween uit Jorwerd) gaat ook op voor Turkije. ‘God is dying in Turkey as well’, is de titel van een recente Turkse studie die Vreeken aanhaalt. Natuurlijk zien de Turken zichzelf als moslims, maar vaak is dat meer een culturele identiteit. Het is kortom afgaand tij voor de geloofswaarheden van de islam. Het scheppen van een ‘vrome generatie’ botst op maatschappelijke trends en ontwikkelingen. Ze zijn daarmee een ‘heidens karwei’ in de zin van, bijna onmogelijk. Of Vreeken, die al enkele jaren in Turkije actief is, er nog een andere betekenis in legt, blijft onduidelijk.

Kanarie
Een heidens karwei is eerder een journalistieke/sociologische verkenning dan een historisch boek. De lezer krijgt in extenso te lezen hoe modernisering en verstedelijking traditionele waardenpatronen veranderen en hoe vrouwen hun rechten opeisen. De lengte van de minirok – en hun kleding in het algemeen – is daarbij de kanarie in de kolenmijn. Vreeken houdt, vanwege het journalistiek en sociologisch belang, de rokmaat daarom scherp in het vizier. Hoe korter, hoe moderner. Hij valt daarbij ook wel eens in herhaling.
Andere thema’s blijven onderbelicht. Deze lezer had meer willen lezen over de rol van de Turkse geschiedenis en het trotse nationalisme. Welke rol speelt de herinnering aan de Turkse heerschappij in het Midden-Oosten en de Balkan? Hoe zit het met de pan-Turkse plannen die Erdogan bij zijn aantreden rondstrooide en betekent dat iets voor de relatie met China? Denkt de oppositie anders dan Erdogan over de oorlog in de Oekraïne, of over Koerdistan? Een ander knoestig thema – toetreding tot de Europese Unie – blijft ook buiten schot. Idem de ontwikkelingen aan de grenzen met Syrië. Daarover gaat dit boek niet, maar toegegeven, dat suggereert Vreeken met de titel van zijn boek ook niet.
Vreeken heeft er oog voor dat Erdogan ook veel waardevols tot stand heeft gebracht. De economie groeide lange tijd enorm, twee keer zo snel als in Nederland. Het platteland plukte er de vruchten van. Zo gezien is het dus geen wonder dat de steun voor de grote leider sterk blijft, juist bij die groepen die door de oude elites te weinig gezien en gehoord werden. Het grappige is dat niet alleen de materiele kloof tussen de overwegend seculiere bewoners van de steden en die van het conservatievere platteland kleiner is geworden, maar ook de immateriële. Diezelfde modernisering laat de rurale aanhang steeds meer lijken op de urbane helft van Turkije: minder godsdienstig, feminiener, moderner, opener. Dat is een onvoorzien en onbedoeld gevolg van Erdogan ’s optreden als politicus.
Tenslotte, de vraag wat de verkiezingswinst van Erdogan betekent. Laten we wel zijn, de reactie van de oppositie op de dreigende verkiezingsnederlaag was ontluisterend. De teleurstelling na de eerste verkiezingsronde werd afgewend op de Syrische vluchtelingen, die nu zo snel mogelijk het land uit gezet zouden moeten worden. De fel nationalistische retoriek van Kilicdaroglu riep de vraag op of de keuze tussen de twee kandidaten toch geen lood om oud ijzer was. Dat dat niet het geval is, blijkt als je kijkt naar de populistische, autoritaire, de persvrijheid beknottende politiek van de regering Erdogan. Een andere uitslag had wel uitgemaakt.
Toch laat dit boeiende en optimistische boek, zien dat de uitslag maar een momentopname is. ‘Kijk naar de sociologische trends, sukkel!’ zegt Vreeken. De Erdogan’s hebben het tij niet mee. De waardenpatronen en opvattingen van de Turkse bevolking verschuiven onherroepelijk in een richting die veel meer aansluit bij het Europese gemiddelde. De islamisering is mislukt. Deze ronde is voor de conservatieven, helaas, maar er komen andere tijden, dat staat – voor Vreeken – vast. Het is een optimisme, dat haast te mooi is om waar te zijn. Maar hoopvol is het zeker.
Boek: Een heidens karwei, Erdogan en de mislukte islamisering van Turkije