Het privéleven van de Engelse koningin Victoria, die van 1837 tot 1901 over Engeland regeerde, is nog niet eerder zo compleet beschreven als in het boek Victoria. De jonge koningin (Uitgever Karmijn 2019) van de Britse historica Helen Rappaport. Dit fraai geïllustreerde boek is gebaseerd op de persoonlijke dagboekaantekeningen van Victoria zelf, en briefwisselingen van Victoria met haar familie en met prins Albert.
Het boek is een uitgave die aansluit op de BBC tv-serie Victoria van scenarioschrijver Daisy Goodwin. Degene die deze serie gezien hebben, kunnen hun hart ophalen aan de vele filmfoto’s in dit boek.
Een ander beeld van Victoria
Het beeld dat veel mensen hebben van Victoria, is dat van een oud, gezet vrouwtje, dat weinig modieus gekleed was en een saai kanten mutsje droeg. Victoria stond symbool voor het preutse Engelse Victoriaanse tijdperk in de negentiende eeuw. Dit beeld is, zo schrijft scenarioschrijver Goodwin in het woord vooraf, mede ontstaan doordat er geen beelden zijn van de koningen tot 1858. Pas dan worden de eerste foto’s gemaakt van Victoria en Albert.
De dagboeken en briefwisselingen laten een andere, verfrissend beeld zien. Toen Victoria op 20 juni 1837 als achttienjarige onverwacht op de troon van het machtigste land ter wereld terechtkwam, was ze – zo blijkt uit de correspondentie – een energieke, gepassioneerde en eigenzinnige vrouw. Weinig mensen hadden aanvankelijk vertrouwen in de onervaren, jonge koningin, maar ze zou bijna 65 jaar op de Engelse troon zitten en voedde naast haar publieke functie negen kinderen op. Goodwin:
“Ik hoop dat de serie en dit boek laten zien dat Victoria zeker als een soort heldin van onze tijd gezien kan worden. Haar worsteling om tegelijkertijd echtgenote, moeder en werkende vrouw te zijn, is iets waarin we herkenning kunnen vinden, over de eeuwen heen. En hoewel ze niet perfect was, was ze moedig en vastberaden, en heel wat meer dan een oude vrouw en een kanten mutsje.” (8)
Dagboeken en briefwisselingen van Victoria
Victoria begon met het bijhouden van een dagboek in 1832, als dertienjarig meisje. Tot haar dood in 1901 schreef ze liefst 141 dagboeken, die een goed beeld geven van het leven aan het hof, haar persoonlijkheid en haar belevenissen. In chronologisch-thematische volgorde – nadat eerst Victoria’s voorgeslacht en belangrijke tijdgenoten in enkele portretten in beeld zijn gebracht – neemt Rappaport ons mee door de flinke stapel papieren die Victoria menselijker maken dan ze ooit is geweest.
Zo lezen we bijvoorbeeld over wat Victoria als vijftien-, zestienjarig meisje bezighield. Het was vooral afwisseling dat de energieke Victoria zocht:
“Victoria’s zanglessen, bezoekjes aan de opera en het ballet, en de lange, stevige ritten te paard, het liefst in galop, droegen allemaal bij aan de afwisseling waarnaar ze zo verlangde. Maar niets overtrof het bezoek van Feodora in 1834 en van oom Leopold en haar nieuwe tante Louisa in 1835. ‘Wat een geluk was het om mezelf in de armen van mijn allerliefste oom te storten, die altijd als een vader voor me geweest is en van wie ik zoveel houd!’, schreef ze, waarbij ze ook opmerkte hoe ze genoot van zijn gezelschap bij het diner, zo’n schril contrast met de opsluiting in ’Kensington’: ‘Ik verlang zo wanhopig naar wat vrolijkheid’, schreef ze klaaglijk.” (53)
Enorme armoede onder de arbeidersklasse
Wat Helen Rappaport goed doet, is het combineren van Victoria’s leven met de historische ontwikkelingen van haar tijd. Zo zorgde de Industriële Revolutie voor enorme ontwikkelingen in Groot-Brittannië op industrieel, commercieel en technologisch vlak. Romans van Charles Dickens – die door Victoria gelezen werden – brachten de grote armoede van de arbeidersklasse in de steden beeld en hun sociale achterstanden. Maar Victoria was hier niet blij mee:
“Victoria was verontwaardigd over de verschrikkingen die Oliver Twist aan het licht bracht over de ‘uithongering in de werkhuizen en scholen, waar kinderen nooit genoeg te eten kregen’.” (216)
In Engeland was sinds 1834 een Armenwet in werking, die bepaalde dat armen in werkhuizen aan de slag moesten om recht te hebben op een financiële bijstand. Het systeem strafte armen bewust af om ze te demotiveren: gezinnen werden gescheiden van elkaar, men keek neer op de armen, er was sprake van mishandeling, et cetera. Victoria was betrokken bij deze onderklasse. Zo schreef ze in december 1836 in haar dagboek:
“Ik vertrouw op God dat er een dag mag komen waarop ik iets voor deze arme mensen mag betekenen.” (222)
Tijdens Victoria’s regeerperiode kwamen er in Engeland, ondanks het beeld van strengheid en saaiheid dat over het Victoriaanse tijdperk hangt, instellingen om de armoede te bestrijden. Maar ook werd het kiesrecht uitgebreid en zette de democratisering door.
Boek: Victoria – De jonge koningin
Lees ook: Koningin Victoria. Een intieme biografie