We leven in spannende tijden. Dankzij de fanatieke aanhangers van de profeet Mohammed onder ons is terrorisme terug van nooit weggeweest. De impact die het vandaag heeft op de media en de politiek is substantieel. Militairen staan in de straten van Antwerpen en ook in Nederland klinkt de roep om militarisering van de politie of soldaten op straat. Toch heeft Europa al 125 jaar ervaring met terrorisme.
De invloedrijke terrorismeonderzoeker David Rapoport onderscheidt in de geschiedenis grofweg vier golven van modern internationaal terrorisme:
1. Het anarchistisch terrorisme (1880-1920)
Het anarchistische terrorisme was de eerste beweging die voor een wereldwijde golf van terreur zorgde. Het vond zijn oorsprong onder Russische intellectuelen. Dankzij nieuwe technologieën als de telegraaf en de stoomtrein konden ideeën en mensen zich snel verspreiden. De anarchisten hadden vooral politieke leiders als doelwit. Bekende slachtoffers zijn tsaar Alexander II (1881), de Habsburgse keizerin Elisabeth alias Sissi (1898) en de Amerikaanse president McKinley (1901). Maar er werden ook bommen in cafés of operagebouwen gegooid met gewone burgerslachtoffers als gevolg. Propaganda van de daad heette dat. Daarmee zette men zich af tegen de propaganda van het woord.
Het idee achter dit terrorisme was om de heersende macht zichzelf te laten compromitteren door een gewelddadige overreactie uit te lokken. Dat zou uiteindelijk leiden tot een volksrevolutie die de zittende macht omver zou werpen. De titel terrorist werd met trots gedragen. Een Russische anarchiste liet een rechter boos weten geen moordenaar te zijn, maar terrorist!
2. Het antikoloniale terrorisme (1920-1960)
Deze terreurgolf begon met het einde van de Eerste Wereldoorlog en het Verdrag van Versailles. Verliezers als het Habsburgse Rijk werden door de overwinnaars onder het mom van zelfbeschikkingsrecht opgedeeld in natiestaten. Maar binnen hun eigen wereldrijken vonden sommige volken zelfbeschikking ook een goed idee. Het bekendste voorbeeld is de Ierse IRA (niet te verwarren met de Noord-Ierse variant van later datum). Ook in Palestina en Cyprus waren terroristen actief.
De terreurgroepen vormden vaak onderdeel van een bredere opstand of guerrillastrijd. Gewone burgers werden zoveel mogelijk buiten schot gelaten. Deze golf was na de Tweede Wereldoorlog op haar hoogtepunt. Daarna ebde ze snel weg dankzij het dekolonialisatieproces. Deze terroristen noemden zichzelf geen terrorist, maar vrijheidsstrijder.
3. Het nieuw linkse terrorisme (1960-1989)
Geïnspireerd door de Vietnamoorlog meenden marxistische jongeren de wereld te moeten bevrijden van het kapitalistische Westen. Met actieve steun van de Sovjet-Unie groeide dit uit tot de derde golf. Lijkt erg op de eerste golf in die zin dat men bij de staat een agressieve reactie wilde uitlokken die het volk tot revolutie zou aanzetten.
Typische representanten waren de Duitse ‘Rote Armee Fraktion’, de Italiaanse Rode Brigades en het Japanse Rode Leger. Men richtte zich vooral op het vermoorden van politici en industriëlen en het plegen van aanslagen op legerbases. Er werd nauw samengewerkt met linkse Arabische dictaturen (Libië, Syrië) en diverse Palestijnse groepen. Ook ontstonden er hybride organisaties zoals de Baskische ETA die het nationalisme van de tweede golf combineerden met linkse ideologieën. Nieuw was het gebruik van vliegtuigkapingen om publiciteit te krijgen.
4. Het religieus terrorisme 1979-heden
Tegelijkertijd met het langzaam verdwijnen van de radicale linkse golf in de jaren tachtig, kwam er een nieuwe golf op. Het religieus terrorisme. Vaak worden er bij het beschrijven van deze golf christelijke, hindoeïstische en boeddhistische gevallen bijgesleept. Maar het gaat natuurlijk vooral om islamitisch terrorisme.
De inspiratie werd gevormd door de Iraanse revolutie en de Sovjet-Russische inval in Afghanistan in 1979. Met de eerste golf hebben de moslimterroristen het gebruik van nieuwe technologie gemeen. Dankzij internet wordt hun boodschap razendsnel verspreidt en is het makkelijk contacten leggen. Er kan snel naar conflictgebieden worden gevlogen voor training.
Wat het islamitisch terrorisme echter onderscheid van de eerdere drie golven is het enorme aantal slachtoffers onder gewone burgers. Meer recente berichten uit België dat islamterroristen zich op politiemensen en bestuurlijke prominenten gaan richten duidt op mogelijke inspiratie uit de derde golf.
Dat een golf ten einde is wil overigens niet zeggen dat die specifieke vorm van terrorisme niet meer voorkomt. Zo zijn in Griekenland nog steeds anarchistische terroristen actief. Overigens behalen terroristen hoogst zelden hun politieke doelen. De meeste terreurgolven ebben weg nadat sleutelfiguren zijn uitgeschakeld, sponsors verdwijnen of de realiteit hen inhaalt.
- Lees ook: Drie mythen over terrorisme
- Meer religieuze geschiedenis
- Boek: Theater van de angst – Beatrice de Graaf
Oorspronkelijk gepubliceerd op 21 januari 2015