In de zogenaamde neogotische kloostergang van het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis te Brussel werd recentelijk de vleugel die een imposante verzameling glazen siervoorwerpen tentoonstelt volledig gerenoveerd. Reden te over om één en ander van naderbij eens onder de loep te nemen. Een overzicht:
Luxueus importproduct tijdens de middeleeuwen
Ofschoon glas vaak op miniaturen en schilderijen voorkomt, zijn maar weinig stukken uit de middeleeuwen goed bewaard gebleven. Enkel glas dat voor reliekhouders werd gebruikt en vaak in de funderingen van een godshuis zat weggeborgen, vormt hierop een uitzondering.
Mede onder oosterse invloed perfectioneert Venetië glas dat even helder wordt als bergkristal en dat niet zelden met email en goud wordt versierd. Dit ‘cristallo’, dat net als goud- en zilverwerk erg in zwang was aan de Europese vorstenhoven werd eerst via de haven van Brugge en vervolgens via Antwerpen ingevoerd.
De Gouden Eeuw van het glas
Medio zestiende eeuw verdringt Antwerpen definitief Venetië als grootste haven van de wereld. De stad trekt vrij snel een schare handelaars en buitenlandse ambachtslui aan waaronder Italiaanse glasmakers die met ingevoerde grondstoffen glas blazen dat even hoogwaardig is als het beroemde Muranoglas. Voor de talrijke klanten vervangt dit glas à la façon de Venise prompt het origineel.
Na de blokkering van de Schelde wijken de Italiaanse glasmakers uit naar Amsterdam, Londen en Brussel, anderen worden dan weer aangetrokken door het welvarende Luik. Zo neemt in de zeventiende eeuw de Luikse ondernemersfamilie Bonhomme alle ovens in Luik en de Zuidelijke Nederlanden over. Italiaanse glasmakers worden in dienst genomen en de familie weet zo spoedig zijn stempel te drukken op de productie en de handel in glas binnen het prinsbisdom, de Spaanse Nederlanden en de naburige contreien.
Breekbare siervoorwerpen
Naast de sierlijke vormen van Venetiaans glas en glas à la façon de Venise neemt vanaf de zeventiende en achttiende eeuw de kunstvorm van het graveren op glas een steeds grotere plaats in. Voornamelijk de ateliers uit Bohemen, Silezië en Holland specialiseren zich hierin, maar ook de Zuidelijke Nederlanden en het Prinsbisdom Luik zijn beroemd voor hun prachtig en sierlijk gegraveerd glas dat met een diamantstift of met een een zogenaamde radschijf werd vervaardigd. Portretten van vorsten, huwelijksinzegeningen, bacchanalen, historische of zelfs alledaagse taferelen doen op een uiterst verfijnde manier op hun eigenzinnige wijze relaas van dit schitterend verleden.
Van tafelkunst naar kunst voor de kunst
Hoewel de gerenoveerde tentoonstellingsvleugel van het museum vooral aandacht besteedt aan luxueuze ambachtelijke producten, heeft ze ook oog voor het begin van de industriële glasproductie met de kristalfabriek van Vonêche, die onder Frans bewind in de buurt van Namen werd opgericht. Deze fabriek was de voorloper van de gerenommeerde fabrieken van Val-Saint-Lambert en Baccarat. Met dit productiecentrum doet het begrip tafelservies van geslepen kristal zijn intrede.
Glas-in-loodramen, een apart verhaal
Voorts belicht de tentoonstellingsruimte ook de brandschilderkunst dewelke zowel een link heeft met glas als drager en met de schilderkunst als techniek. Deze glas-in-loodramen werden bij de restauratie van het glaswerk van de Brusselse kathedraal in de negentiende eeuw verwijderd en onlangs opnieuw gerestaureerd door het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium. Zo zijn de hoofden die Barend van Orley (ca. 1488-1541) in de zestiende eeuw voor de kapel van het Heilig Sacrament van Mirakel tekende terug zichtbaar, samen met enkele medaillons van burgerlijke gebouwen ter illustratie van gezegden, parabels en taferelen uit het Oude Testament.
De collectie in de gerenoveerde vleugel
De tentoongestelde glasverzameling is niet alleen omvangrijk, maar daarenboven van een uitstekende kwaliteit en ongetwijfeld één van de oudste ter wereld, wat haar zonder meer tot een referentiecollectie maakt. Door verzamelingen van plaatselijke liefhebbers aan te schaffen, zijn er reeds in 1865 al meer dan driehonderd unieke stukken geregistreerd. In dat jaar duiken ook voor het eerst kopieën en goedkope imitaties op. Gespecialiseerde Duitse en Venetiaanse glasproducenten zakken af naar Brussel om de modellen te kopiëren. Het zijn echter de grote verzamelaars en kunstliefhebbers uit de negentiende – en het begin van de twintigste eeuw zoals onder meer Vanden Wiele, Cavens en Naeyer die een begin maken met het aanleggen van historische documenten en de meest opmerkelijke stukken. Hun oordeel en verzamelwoede ligt dan ook aan de basis van deze unieke en subliem verfijnde glascollectie.
De renovatie van de vleugel voor de glasverzameling houdt rekening met de speciale sfeer die uitgaat van de neogotische kloostergang. Het architecturale geheel, dat werd geklasseerd door de Directie Monumenten en Landschappen bepaalde dan ook grotendeels de richting die het project uitging. Dat benadrukt de rechtlijnigheid van de kloostergang zonder visuele onderbreking tussen de diverse uitstalkasten. Bovenop deze esthetische overwegingen kwamen een aantal technische vereisten. Zo moest de verlichting van de vitrines in de structuur van de kasten worden ingewerkt. Daarnaast werd ook uitgebreid nagedacht over welk type verlichting het beste paste bij elke vitrinekast, zo werd gekozen voor drie verschillende soorten verlichting: verlichting van onderuit, zijverlichting en natuurlijk licht. Alle vitrines in dit 620 m² grote project hebben dezelfde stijl. Voorts werd geopteerd voor één uniforme didactische aanpak en één soort meubilair, waardoor de stukken dankzij deze moderne scenografie perfect tot hun recht komen en menig bezoeker zonder enige twijfel in vervoering zal brengen.
Rudi Schrever
Brusselse stadsgids
Rondleidingen op aanvraag
e-mail: [email protected]