Dark
Light

Het wolfsmeisje, de ‘wilde deerne’ uit Zwolle (1717)

Geschiedenis van een wolfsmeisje
Auteur:
3 minuten leestijd
'Het wolfsmeisje', detail van de boekcover
'Het wolfsmeisje', detail van de boekcover

In 1717 werd in de bossen bij Zwolle een compleet verwilderd meisje aangetroffen. Internationaal trok deze ‘wilde deerne’ al snel veel aandacht. Er kwam een speurtocht op gang die leidde naar een meisje dat in 1698 in Antwerpen geboren was. In het boek Het wolfsmeisje (Uitgeverij Balans, 2018) behandelt historicus Wim Coster de geschiedenis van het enige wolfsmeisje dat Nederland heeft gekend.

Titelpagina van het omstreeks 1718 uitgegeven pamflet met de geschiedenis van "het meisje van Overijssel"
Titelpagina van het omstreeks 1718 uitgegeven pamflet met de geschiedenis van “het meisje van Overijssel”
In het boek licht Coster voornamelijk het wetenschappelijke onderzoek naar het wolfsmeisje uit en construeert hij het levensverhaal van dit meisje. Wie was zij, waar kwam ze vandaan en hoe belandde het wolfsmeisje in het gebied bij Zwolle? Coster trekt een bredere cirkel rond dit individuele geval door meer gevallen van wolfskinderen aan te stippen. Ook laat hij zien hoe het wolfsmeisje, vooral in de twintigste en begin eenentwintigste eeuw, is gerepresenteerd in eigentijdse literatuur en films.

Ze zetten haar op een wagen…

In 1717 spotten de bewoners van havezate Kranenburg bij Zwolle een halfnaakt wezen, met een donkere huid en lang haar. Ze informeren mensen in de buurt. Boeren en omwonende proberen het wezen, waarvan ze eerst denken dat het een beest is, te vangen via netten en valstrikken. Omstreeks 26 juli 1717, de ‘dag van de heilige Anna’, slagen ze in hun opzet en weten de ‘wilde deerne’ in een net te vangen:

“Ze gooien een net over haar heen. Zij worstelt om los te komen, slaat om zich heen, krabt, schreeuwt, stoot rauwe klanken uit, klakt met haar tong. Opnieuw slaakt ze kreten en roert ze haar tong. Ook zonder woorden kan zij, in haar eigen taaltje, duidelijk maken wat ze niet wil. Maar het is gezegd aan dovemansoren. Ze duikt ineen, en kijkt zo nu en dan angstig op. Ze zetten haar op een wagen, bedekken haar met stro en rijden naar de stad, naar Zwolle, een uur gaans in westelijke richting.” (28)

In Zwolle loopt de hele stad uit om het wolfsmeisje of ‘de wilde deerne’, zoals ze de geschiedenisboeken zou ingaan, te zien. In Zwolle wordt het meisje ondergebracht bij Geessien Derks in een onderkomen genaamd ‘De Misverstand’…

Ontmoeting & wetenschappelijk onderzoek

Nationaal baart het wolfsmeisje opzien en overal in den lande maken kranten melding van haar vondst. Dan begint de zoektocht naar de mysterieuze achtergrond. Begin 1718 hoort een koopman uit Antwerpen het verhaal over het gevonden wilde meisje. Via hem komt er uiteindelijk een link tot stand met een in mei 1700 uit Antwerpen ontvoerd meisje.

Na onderzoek blijkt dat het wolfsmeisje een zekere Anna Maria Jennaert betreft, inderdaad afkomstig uit Antwerpen. Haar (zeer vermoedelijke) moeder reist af naar Zwolle, een tocht van veertig uur, en wordt met haar vermeende dochter herenigd. Hoe deze ontmoeting en wat er daarna gebeurt precies afloopt, moet u zelf lezen.

Interessant is het hoofdstuk over wetenschappelijk onderzoek naar wolfskinderen, dat in de zeventiende eeuw werd uitgevoerd. Zo onderzocht de anatoom Nicolaes Tulp een Iers wolfskind, dat in het Rampjaar 1672 was aangetroffen tussen de schapen:

“Zijn huid was ruw over het gehele lichaam. Verder was hij gezond. Bij voorkeur at hij gras en hooi. Zijn spraak was hij kwijtgeraakt en hij blaatte als een schaap.” (58)

Ook andere wolfskinderen komen aan bod. Zoals de in 1724 bij Hamelen (Duitsland) gevonden ‘Wilde Peter’. Of het wolfmeisje dat in 1731 in Frankrijk werd ontdekt. Mooi is om te lezen hoe allerlei beroemde wetenschappers – onder wie Carolus Linnaeus, Herman Boerhaave, Georges-Louis Leclerc du Buffon en Jean-Jacques Rousseau -, in de zeventiende en achttiende eeuw onderzoek deden naar de wolfskinderen en theoretisch probeerden te doorgronden of het halfdieren betrof (ze noemden de wezens niet voor niets wolfskinderen) of honderd procent echt mensen, en hoe deze levende wezens zich precies ontwikkeld hadden tot wie ze waren.

De hedendaagse verbeelding van wolfskinderen

Het wolfsmeisje - Wim Coster
Het wolfsmeisje – Wim Coster
In het laatste deel van het boek gaat de auteur in op de hedendaagse verbeelding van wolfskinderen in onder meer literatuur, kunst en film. Het blijkt dat Anna Maria Jennaert en andere wolfkinderen nog regelmatig de publiciteit halen en ook de kwasten en (kleur)potloden in beweging weten te krijgen:

“Zij was in 2008 bron van inspiratie voor een schilderij en tentoonstelling onder de titel ‘De wilde deerne gevangen in verf’ en figureerde op een winnende tekening rond het thema historische verhalen.” (103)

En de Duitse filmregisseur Rick Ostermann debuteerde in 2013 met de film Wolfskinder. Deze film vertelt het verhaal van zo’n vijfduizend oorlogswezen, die vanaf 1945 op de vlucht sloegen voor het Rode Leger en het communisme. Deze film laat zien dat de ontwrichting van kinderen ook in de moderne tijd nog een actueel thema kan zijn.

Boek: Het wolfsmeisje – Wim Coster
Twee bekende wolfskinderen: Romulus en Remus en de stichting van Rome

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×