Missie naar Moskou
Het was in de namiddag van 18 oktober 1943 en ’s nachts schommelde het kwik al rond het vriespunt, wat zelfs naar Moskouse maatstaven ongewoon koud was. Vjatsjeslav Molotov, de Russische minister van Buitenlandse Zaken, een gezette man met vierkante kaken, een Mexicaans aandoende snor en met een brilletje op zijn ietwat puntige neus geklemd, begon het koud te krijgen. Dat gold ook voor de anderen, zijn talloze staatssecretarissen, de officieren en soldaten van de erewacht, en de muzikanten van de blaaskapel. Ook al lag het vliegveld op nog geen tien kilometer afstand van het Kremlin, hoogstens een kwartier rijden voor een regeringsstoet, Molotov had geen risico willen nemen en was er vroeg verschenen. De gasten die hij zou ontvangen waren de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull en zijn Britse ambtgenoot Anthony Eden.
Aangezien Molotov en zijn gezelschap rijkelijk vroeg waren, zochten ze beschutting tegen de gure wind in het luchthavengebouw, het eerste dat in de Sovjet-Unie ooit in gebruik was genomen. Het vliegveld – door iedereen Chodynka genoemd, naar het Chodynka-veld waar in mei 1894 in het gedrang van een feestende menigte die de kroning van de laatste tsaar, Nicolaas II, vierde, meer dan dertienhonderd mensen om het leven waren gekomen – was de bakermat van de Russische luchtvaart. In 1922, vijf jaar na de revolutie en slechts een jaar na het einde van de daaropvolgende burgeroorlog, hadden de zegevierende bolsjewieken op het Chodynka-veld voor het eerst een vliegtuig met een internationale bestemming laten opstijgen, naar Koningsbergen en Berlijn. Rusland en Duitsland, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog de twee internationale verschoppelingen, keken gezamenlijk naar een nieuwe toekomst en hun samenwerking bleef niet tot het luchtruim beperkt. Zeventien jaar later, in augustus 1939, vloog Hitlers minister van Buitenlands Zaken Joachim von Ribbentrop via dezelfde route naar Moskou om met Molotov het niet-aanvalsverdrag tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie te sluiten, dat de Tweede Wereldoorlog ontketende.
Nieuwe partners
Op dezelfde luchthaven waar Von Ribbentrop nog maar vier jaar geleden was geland, wachtte Molotov nu op de aankomst van nieuwe partners. De Sovjet-Unie had Cordell Hull en Anthony Eden nodig om haar voormalige bondgenoot Duitsland te helpen verslaan. In strijd met alle toezeggingen was Hitler in juni 1941 de Sovjet-Unie binnengevallen, en in december dat jaar rukten zijn troepen op in de richting van Moskou en waren die de hoofdstedelijke luchthaven zelfs op enkele tientallen kilometers genaderd. Maar inmiddels was de situatie lang niet meer zo penibel. Het Rode Leger had de Wehrmacht in december 1941 weten terug te dringen en had de Duitsers, mede dankzij Amerikaanse materiële steun in het kader van Roosevelts Leen- en Pachtovereenkomst, in februari 1943 bij Stalingrad verslagen. Het tij in de oorlog was in het voordeel van de Russen gekeerd.
Maar er bestond nog geen zicht op de eindoverwinning. In oktober 1943 streed het Rode Leger in het midden van Oekraïne nog tegen de Duitsers en maakte het zich op voor een aanval op Hitlers ‘Ostwall’, de verdedigingslinie langs de Dnjepr. Deze op sommige plaatsen zevenhonderd meter brede rivier was een groot obstakel. Nikolai Gogols uitspraak in zijn kozakkenroman Taras Boelba, ‘hoogst zelden vliegt een vogel tot het midden van de Dnjepr’, was geen loze bewering. In de slag bij de Dnjepr, die in augustus 1943 was begonnen en tot in het begin van de winter zou voortduren, sneuvelden 350.000 officieren en soldaten van het Rode Leger, en in totaal vielen er aan Russische kant bijna 1,5 miljoen slachtoffers. Met dit soort overwinningen zou het Rode Leger spoedig mankracht tekortkomen. De Sovjetleiders hadden Amerikaanse hulp nodig.
Skymasters
Molotov was in mei 1942 naar Londen en Washington gevlogen waar hij had aangedrongen op een Brits-Amerikaans tweede front in West-Europa. Roosevelt zegde hulp toe, maar de Britten trokken aan de rem. De invasie begon uiteindelijk in juli 1943, niet in het westen, maar in het zuiden van Europa, waarbij de geallieerden op de kust van Sicilië landden, een door de Britten onderschreven plan dat ook beoogde hun schepen te beschermen die via de Middellandse Zee naar India voeren. Begin september vochten de geallieerden op het Italiaanse vasteland. Molotovs chef, Jozef Stalin, was echter geenszins tevredengesteld. De Duitsers konden Italië verdedigen zonder divisies aan het oostfront te hoeven onttrekken. Wat de Russen betreft was dit geen tweede front. Alleen een geallieerde landing in Frankrijk zou Hitler dwingen om troepeneenheden uit het oosten weg te halen. Bovendien hadden de Russen grote behoefte aan meer wapenleveranties krachtens de Leen- en Pachtovereenkomst, zoals het nieuwste type vliegtuig dat alleen door de Verenigde Staten geproduceerd en geleverd kon worden. Zij hoopten dat Cordell Hull beide verzoeken zou inwilligen.
Wat Molotov en zijn ontvangstcomité in de lucht zagen, was de volmaakte belichaming van Amerikaanse militaire macht en technologische superioriteit. Even na vier uur ’s middags verschenen er boven het Chodynka-veld drie enorme zilvergrijze Douglas C-54 Skymasters, die glinsterend in de laatste stralen van de herfstzon hun landing inzetten.
De Russen wilden de Skymaster van de Amerikanen hebben als onderdeel van het Leen- en Pachtprogramma, maar die stonden niet te springen om een van hun allernieuwste vliegtuigen te leveren dat pas twee jaar in gebruik was genomen. Washington had de C-54’s nodig voor de oorlog tegen Japan en voor de komende invasie in Europa. De viermotorige Skymasters waren ruim 28 meter lang en hadden een spanwijdte van 35 meter. Hun vliegbereik was 6400 kilometer, hun kruissnelheid 304 kilometer per uur op een maximale hoogte van 6600 meter. Het vliegtuig, dat vier bemanningsleden telde en vijftig soldaten kon vervoeren, was oorspronkelijk ontworpen als een passagierstoestel maar was omgebouwd voor militaire doeleinden. Een van de toestellen deed dienst als vliegend hoofdkwartier voor Amerikaanse leiders en militaire bevelhebbers. In januari 1943 was Roosevelt met de presidentiële C-54, algemeen bekendstaand als de ‘Heilige Koe’ omdat het zo zwaar bewaakt werd, naar Casablanca gevlogen voor een ontmoeting met de Britse premier Churchill. Tot Stalins grote tevredenheid hadden de twee westelijke geallieerden daar besloten de oorlog voort te zetten tot de volledige nederlaag of ‘onvoorwaardelijke overgave’ van nazi-Duitsland was bereikt.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hull en zijn gevolg hadden al het comfort nodig dat de VIP-versie van de Skymaster kon bieden op hun lange reis naar Moskou. Op 7 oktober waren ze in Washington opgestegen en vandaar uit eerst naar Puerto Rico gevlogen om vervolgens per schip naar Casablanca te reizen. Daar waren ze aan boord gegaan van vliegtuigen die zonder passagiers de Atlantische Oceaan waren overgestoken en naar Algiers gevlogen, vervolgens naar Caïro, daarna naar Teheran en uiteindelijk naar Moskou. Hull, die vlak voor de reis tweeënzeventig was geworden en zichtbaar in slechte gezondheid verkeerde, was geen liefhebber van lange tochten. De artsen vreesden dat hij op een hoogte boven de 2400 meter een hartaanval zou krijgen en hadden een marine-arts meegestuurd om Hull in het vliegtuig eventueel zuurstof toe te dienen. De minister was vastbesloten Moskou te bereiken.
De op één na belangrijkste persoon in Hulls gezelschap was de pasbenoemde Amerikaanse ambassadeur in Moskou, Averell Harriman. De lange, slungelige New Yorker werd binnenkort vijftig, maar oogde veel jonger. Zijn open gezicht, mannelijke gelaatstrekken en brede glimlach maakten hem geliefd bij vrouwen en droegen bij tot zijn reputatie als succesvol onderhandelaar. Zoals veel leden van het kabinet-Roosevelt tijdens de oorlog, was Harriman afkomstig uit het bedrijfsleven. Dankzij bemiddeling van zijn vriend en de rechterhand van de president, Harry Hopkins, was Harriman in het voorjaar van 1941 toegetreden tot Roosevelts ministersploeg. Roosevelt zocht iemand met een zakelijke achtergrond om op de uitvoering van zijn Leen- en Pachtwet toe te zien. Harriman ging naar Londen als speciale afgevaardigde van de president in Europa en was verantwoordelijk voor het hulpprogramma ter waarde van 1 miljard dollar, dat voorzag in materiële steun aan Groot-Brittannië om het land in de oorlog tegen Duitsland overeind te houden. In september 1941 was hij van Londen naar Moskou gevlogen om ook met Stalin over een leen-en pachtovereenkomst te onderhandelen, en in oktober 1943 benoemde Roosevelt Harriman tot Amerikaans ambassadeur in Moskou.
Amerika’s goede wil
Roosevelt wilde dat Harriman naar Moskou ging om Stalin van Amerika’s goede wil te overtuigen, nauwere militaire samenwerking tot stand te brengen in de aanloop naar het tweede front, en niet in de laatste plaats om met de Sovjetleider te onderhandelen over de toekomst van Oost-Europa, vooral over Russische plannen voor territoriale expansie ten koste van de Baltische staten, Polen en Roemenië op basis van het Molotov-Ribbentroppact uit 1939. Roosevelt wilde dat de Sovjetleiding haar ambities intoomde in ruil voor toekomstige samenwerking met de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Hij was bereid Stalin het recht te verlenen als gelijke met de westelijke mogendheden te onderhandelen, garanties te geven voor Russische toegang tot havens in het Baltische gebied op grond van internationale overeenkomsten, en financiële en technische hulp te bieden bij de wederopbouw van de door de oorlog geteisterde Sovjet-Unie.
Voordat Harriman uit Washington vertrok, eerst om naar Londen af te reizen en daarna naar Moskou, kreeg hij van Roosevelt de verzekering dat hij op de hoogte gesteld zou worden van alle aspecten van de Amerikaans-Russische betrekkingen, met inbegrip van de militaire samenwerking. Bovendien mocht Harriman het hoofd van de militaire missie aanstellen. Generaal George Marshall, chef-staf van het Amerikaanse leger, stemde ermee in dat één van de twee door Harriman voorgestelde personen naar Moskou gezonden zou worden, de zevenenveertigjarige secretaris van de gezamenlijke stafchefs generaal-majoor John Russell Deane, die in Washington een goede naam had. Generaal Deane, ‘Russ’ voor intimi, zat nu in hetzelfde vliegtuig naar Moskou als Harriman en Hull. ‘Ik had er zin in, was optimistisch, vol vertrouwen en blij,’ schreef Deane later over zijn gevoelens tijdens de vlucht. Evenals Harriman was hij ervan overtuigd dat hij wel met de Russen zou kunnen opschieten. Per slot van rekening was een goede verstandhouding met de Amerikanen ook in hun belang. Hij was opgelucht verlost te zijn van zijn secretariële verplichtingen in Washington en keek ernaar uit nu zelf de teugels in handen te kunnen nemen. Ook verheugde hij zich op de toekomstige samenwerking met Harriman, voor wie hij veel respect had en die hij bewonderde.
Landingsrechten in de Sovjet-Unie
Zag Harriman het als zijn belangrijkste taak in Moskou over een naoorlogse regeling voor Europa te onderhandelen, Deanes voornaamste doel was het coördineren van de Russisch-Amerikaanse inspanningen om nazi-Duitsland te verslaan. Het tweede front – de invasie van Frankrijk – zou nog maanden op zich laten wachten, maar nu was er een gelegenheid om direct met de Sovjetleiders samen te werken. Vóór hun vertrek naar Moskou waren Harriman en Deane benaderd door generaal Henry ‘Hap’ Arnold, de commandant van de Amerikaanse luchtmacht, die op dat moment samen met de Britse luchtmacht bombardementen uitvoerde op doelen in Duitsland en zijn Europese bondgenoten. Amerikaanse piloten bombardeerden Duitse doelwitten vanaf Britse vliegbases en vlogen daarna weer terug naar Groot-Brittannië. Arnold wilde dat Harriman en Deane de Russen om toestemming vroegen voor het vestigen van Amerikaanse luchtmachtbases op Sovjet-territorium. Als de in Groot-Brittannië opstijgende bommenwerpers in de Sovjet-Unie konden landen, zouden ze tot veel verder achter de Duitse linies kunnen komen om een paar dagen later met een nieuwe lading bommen weer terug te vliegen, niet alleen om Duitse industriële doelen in Oost-Europa te vernietigen, maar ook om de Duitse verdedigingslinies aan het oostfront te verzwakken.
Het klonk als een voorstel waar beide partijen baat bij hadden. ‘Harriman en ik,’ herinnerde Deane zich, …
‘…waren zeer verheugd over Arnolds plan en gingen naar de Sovjet-Unie met het idee dat we in staat waren op grond van een zuiver logische argumentatie aan zijn wensen uitvoering te geven.’
Zij dachten dat militaire bases aan de Russische kant van het front de weg zouden effenen voor soortgelijke bases in het Verre Oosten, waar de Amerikaanse bevelhebbers niet alleen rekenden op Russische deelname aan de oorlog, maar ook op het vestigen van vliegbases om bombardementen op Japan uit te voeren. Deane, die zelf niet tot de luchtmacht behoorde, had als secretaris van de gezamenlijke stafchefs veel met Arnold en de Amerikaanse luchtmacht in Europa te maken gehad, en wilde in Moskou het voorstel van de vliegbases tot zijn hoogste prioriteit maken. Op weg van de Verenigde Staten naar het Midden-Oosten en daarna naar de Sovjet-Unie, maakte hij een tussenstop in Londen voor een bezoek aan het hoofdkwartier van de Achtste Luchtmacht van de Amerikanen, die Duitse doelen in Europa bestookte. Hij sprak er met commandanten en verzamelde materiaal over de resultaten van de strategische bombardementen in Europa, en hij kreeg een lijst met doelwitten in Oost-Europa die Amerikaanse piloten niet konden bereiken, tenzij hun landingsrechten in de Sovjet-Unie werden toegekend. Deane had een moeilijke maar interessante taak voor de boeg en hij zag ernaar uit met zijn missie in Moskou te beginnen.
Vrouwelijk gezelschap
De vlucht van de Skymasters van Teheran naar Moskou was vooral een demonstratie van de wens van de Amerikaanse en Russische luchtmacht om samen te werken. In Teheran brachten de Russen hun eigen radiotelegrafist en navigator aan boord om er zeker van te zijn dat het Amerikaanse toestel niet in het Russische luchtruim zou verdwalen of voor een vijandelijk vliegtuig werd aangezien. Maar ook al was de wil tot samenwerken aanwezig, de mogelijkheid om daaraan ook uitvoering te geven was beperkt. Ambassadeur Harrimans dochter Kathleen, die hem op zijn vlucht vergezelde, schreef aan haar zus Mary: ‘Niet lang nadat we waren opgestegen kreeg ik een formeel briefje van Hulls piloot (…) dat mijn aanwezigheid voor in het toestel gewenst was.’ Toen Kathleen de cockpit van de Skymaster betrad, merkte ze dat de Amerikaanse piloten ruzieden met de meevliegende Russen. De Russen wilden op grote hoogte vliegen, wat de Amerikanen weigerden aangezien de artsen Hull hadden verboden boven de 2400 meter te komen. Zoals Kathleen later aan Mary zou schrijven, was het probleem ‘dat niemand een taal sprak die de ander kon verstaan’. Ook Kathleen niet, maar desalniettemin moest ze van de Amerikaanse piloten tussen hen en de Russen in gaan zitten. De aanwezigheid van een jonge vrouw bracht beide kanten tot bedaren.
Kathleen Harriman, of Kathy zoals haar familie en vrienden haar noemden, was in mei 1941 bij haar vader in Londen gaan wonen en werkte eerst voor het persbureau International News Service en later voor Newsweek. De zesentwintigjarige Kathy was lang en sportief, en onder meer een enthousiast paardrijdster. Door haar gulle lach en hartelijkheid was ze geliefd bij mannen. Anders dan de met zijn gezondheid tobbende minister Hull zag ze uit naar haar Moskouse avontuur. In Moskou zou ze later Russisch leren en gastvrouw op de Amerikaanse ambassade worden, en heel wat conflicten helpen oplossen tussen Amerikaanse en Russische diplomaten en militairen, die zich in vrouwelijk gezelschap terughoudender plachten op te stellen. Dat ze over dat talent beschikte had ze tijdens de vlucht naar Moskou al bij zichzelf ontdekt.
‘Tegen de tijd dat we Stalingrad naderden waren alle spanningen en moeilijkheden verdwenen, en in gebarentaal werd ons de Slag om Stalingrad uit de doeken gedaan,’…
…schreef Kathy aan haar zus. ‘Eenmaal in de buurt van Moskou waren we allemaal dikke vrienden geworden.’ Tot verbazing van de Amerikaanse piloten loodste de Russische navigator de Skymaster naar zijn bestemming door rivieren, spoorbanen en snelwegen te volgen. Voordat ze op het vliegveld Chodynka in Moskou landden, vlogen ze eerst over het Kremlin. ‘Uit het vliegtuigraampje,’ schreef Deane later, …
‘…kon ik de vanwege de oorlog zwartgeverfde koepels van het Kremlin zien, het glinsterende water van de Moskva, het Rode Plein, de Basiliuskathedraal en de glimmende bajonetten van de erewacht die beneden op het vliegveld stond te wachten om namens de Sovjet-Unie een saluut te brengen aan onze minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull.’
Na boven het vliegveld te hebben rondgecirkeld en de landingsbaan te hebben gelokaliseerd, zette de Skymaster het laatste deel van de landing in. Eindelijk was de lange reis van Washington naar Moskou ten einde.