In 1960 liet België een land achter dat volgens deze auteur relatief goed functioneerde, waar een soort sociale welvaartstaat was gebouwd en de mijnbouw efficiënt verliep. Wel was er sprake van repressie en apartheid en deden de Congolezen zelf eigenlijk niet mee.
Erasmus werd bewonderd en verguisd, maar in de laatste vijftien jaren van zijn leven ook links en rechts ingehaald door protestantse scherpslijpers als Luther en Zwingli en de katholieke orthodoxie anderzijds. De Rotterdammer zag de brandstapels opgeworpen worden, maar voelde zich niet geroepen zelf ‘martelaar’ te worden.
In 1969 reden tweeduizend kolenboeren luid toeterend door Den Haag, omdat ‘hun geduld ten einde’ was gekomen. ‘Met aardgaswarmte kolenhandel in de kou’, zo klaagde het Verbond van Handelaren in Kolen en Aardolieproducten. De ‘laaiende’ handelaren boden de regering een petitie aan.
Het is een van de mooiste verhalen misschien wel uit de westerse literatuur. Als de Griekse held Odysseus op zijn terugreis naar Ithaka met zijn mannen gevangen genomen wordt door de eenogige cycloop Polyphemos, ziet het er niet goed uit voor de bedwinger van Troje. Hij zal opnieuw een list moeten verzinnen. Hij speldt de gigant die één voor zijn
Niet alle Duitsers vormden ten tijde van het Derde Rijk een kudde schapen die zich gedwee naar de ondergang liet leiden door de Führer. Tal van mensen van verschillende pluimage hebben Hitler naar de hel gewenst. Moedige enkelingen konden met hun sabotagedaden, aanslagen en manifesten de betovering niet verbreken die de meeste Duitsers aan Hitler kluisterde.
Voor de Europese mens in de middeleeuwen stond het leven in het teken van de bijna onmogelijke opgave om op het juiste moment gereed te zijn om voor het hemelse gerecht te verschijnen. Een mens kon de zaligheid niet zelf verdienen, maar zich hooguit beroepen op verzachtende omstandigheden, op voorbeden van medemensen of op de barmhartigheid van Jezus, Maria of
In de nazomer van 1944 werd de Groningse regio Oldekerk geplaagd door een serie gewapende roofovervallen op welgestelde landbouwers en veehouders. De overvallers deden zich voor als Landwachters of Grüne Polizei.
Johan Maurits van Nassau-Siegen voerde het bewind over de kolonie van de West-Indische Compagnie (WIC) in Noordoost-Brazilië. Tussen 1637 en 1644 breidde hij het compagniesgebied uit tot de Goudkust en Angola, de regio’s die de slaven leverden voor de Braziliaanse suikerplantages. Hij liet ook zijn geleerden en kunstenaars de multi-etnische bewoners beschrijven en afbeelden.
Historicus Daan Nijssen biedt in zijn boek 'Het wereldrijk van het tweestromenland' een overzicht van de opkomst van Assyrië, Babylonië en Perzië. Na de veldtocht van Xerxes tegen de Grieken zou dat enorme Perzische rijk nog zo’n honderdvijftig jaar voorbestaan, tot Alexander de Grote er rond 330 voor Christus een einde aan maakte.
‘Een der grootsten is ons ontnomen’, kopte De Telegraaf toen Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) was overleden. Snouck had een avontuurlijk en rijk leven geleid. Als jonge geleerde leefde hij als moslim in Mekka en hij studeerde er in de Grote Moskee. Vervolgens werd hij adviseur van het koloniale bestuur in Nederlands-Indië.
De Hongaarse voormalige leider Miklos Horthy: oorlogsmisdadiger voor de één, icoon voor de ander, zoals voor Victor Orban. In 1993 werd zijn lichaam onder grote publieke belangstelling in eigen land herbegraven.
Het middeleeuwse openbare badhuis wordt sinds de negentiende eeuw voorgesteld als bordeel, als schouwtoneel van vermeende middeleeuwse losbandigheid en seksualiteit. Fabiola van Dam laat zien dat het om een veelzijdiger fenomeen gaat. Het badhuis was een stedelijke basisvoorziening die individuele mensen in staat stelde om lichamelijk en mentaal gezond te leven. Het bevorderde ook de openbare gezondheid.
In de jaren ’20 stortten muzikanten in de Duitse hoofdstad zich op een heel scala aan vernieuwingen en experimenten. Daarmee zouden ze vanaf de jaren ’70 de moderne muziek diepgaand beïnvloeden. David Bowie was de magiër die die invloeden als een van de eersten opving en doorgaf. Dat ging niet zonder slag of stoot.
Hoe ervoeren bestuursambtenaren die dekolonisatie? Waren ze in staat om na de vernederende ervaringen tijdens de Japanse bezetting om te schakelen naar nieuwe tijden?
Een erudiet 'scheppingsverhaal' dat met vaart geschreven is, maar zonder een loopje te nemen met onzekerheden, die voor zo’n lange periode onvermijdelijk opduiken.
Tussen 1830 en 1930 circuleerden in Nederland zo’n honderd verhalen waarin vertellers de draak staken met de Joodse minderheid in vooral Amsterdam.
Als eerste Nederlandse stad startte Utrecht in 1122 met de bouw van haar verdediging. Wat begon als een gracht, vier poorten en enkele natuurstenen torens, veranderde na de uitvinding van de baksteen in hoge stenen muren met ruim vijftig torens. Dat was nodig ook, want de belegeringstechnieken werden steeds geavanceerder.
Simon Stevin leefde in een eeuw van omwentelingen: de boekdrukkunst, de scheiding van de Nederlanden, de humanistische inzichten van Vesalius, Mercator, Dodoens … In die context ontpopte Stevin zich als een multidisciplinaire wetenschapper die bewust publiceerde in de volkstaal, het Nederduyts, om vooral de middenklasse van zijn tijd te bereiken.
“Duitsers durfden niet op te geven uit plichtsbesef, angst voor terreur, zorg om hun vaderland en naasten, of omdat ze geen andere opties zagen.”
Hongarije, 1944. De Joodse broertjes Dov en Yitzhak wonen in een klein dorp in de bergen, afgesloten van de wereld en de oorlog die daar woedt. Maar op een dag stormen de nazi’s het dorp binnen…
Het laatste kwart van de zeventiende eeuw staat in de Nederlandse geschiedschrijving bekend als de periode waarin de glans van de Gouden Eeuw er af was. Grotere Europese landen kropen uit hun schulp en eisten de positie op die ze gelet op hun demografische en economische potentieel gepast achtten. De Republiek was een grootmacht geweest bij de gratie van de