Bonnie en Clyde – Twee wereldberoemde bankrovers

Het Amerikaanse criminele stel Bonnie en Clyde staat bekend als een van de beruchtste en meest misdadige duo’s uit de geschiedenis. De twee verzamelden een eigen gang om zich heen, de Barrow Gang, die uiteindelijk acht personen telde. Wie waren Bonnie en Clyde precies? En wat hadden ze allemaal op hun kerfstok?

In de jaren 1930, de onzekere en onrustige periode van de Amerikaanse Drooglegging, de economische depressie en veel criminaliteit (Al Capone en co), hielden Bonnie en Clyde de politie en zeker ook de media flink bezig, doordat ze een hele serie bankovervallen pleegden en bij minstens twaalf moorden en tal van ontvoeringen betrokken waren.

Uiteindelijk stierf het stel in een vuurgevecht in 1934, nadat de politie een hinderlaag had opgezet. Hun levensverhaal werd in 1967 verfilmd en maakte het liefdesstel mondiaal bekend. Later werden ook diverse wapens van het duo geveild.

Clyde Barrow & Bonnie Parker: hun jonge jaren (1909-1929)

Clyde Barrow werd geboren op 24 maart 1909 in de plaats Telico (Texas) in de Verenigde Staten. Hij groeide op in een groot en arm boerengezin, als vijfde van in totaal zeven kinderen. Begin jaren 1920 verhuisde de familie naar de grote stad Dallas. Al op jonge leeftijd, vanaf zijn zeventiende, vertoonde Clyde crimineel gedrag en bleek hij verre van een brave hendrik. Direct na zijn eerste misdaad, het stelen van een auto, kwam Clyde in de handen van de politie. In de jaren erna pleegde hij diverse geslaagde bankovervallen, beroofde hij winkels en stal hij geregeld auto’s. In deze tijd, de jaren 1927 tot 1929, had Clyde ook enkele keren een gewone baan, maar hij bleef onderwijl volop actief in de misdaad.

Zijn latere levensgezellin Bonnie Parker kwam op 1 oktober 1910 ter wereld, in Rowena (Texas). Ze groeide op in een arm gezin met in totaal drie kinderen. Haar vader overleed toen ze nog maar vier jaar was. Na de dood van vader verhuisde het gezin naar Dallas. Op 25 september 1926, minder dan een week voor haar zestiende verjaardag, stapte Bonnie Elizabeth Parker, zoals haar volledige naam luidde, in het huwelijksbootje met Roy Thornton, net als haar een drop-out op school.

Vanaf januari 1929 zouden Bonnie en Roy elkaar niet meer zien, omdat het huwelijk niet goed liep. Tevens belandde Roy wegens moord in de gevangenis. Hierna ging Bonnie weer bij haar moeder wonen en werkte ze als serveerster in een restaurant. In deze periode hield Bonnie een dagboek bij, waarin ze onder meer schreef dat ze zich eenzaam voelde en haar leven saai was. Verder hield ze van fotografie, aldus haar dagboek, en schreef ze diverse gedichten. Een voorbeeld van een van de introcoupletten van een gedicht, uit de periode dat ze al omgang had met Clyde Barrow:

Ontmoeting in 1930 & gevangenschap van Clyde

Bonnie Parker en Clyde Barrow ontmoetten elkaar in januari 1930 voor het eerst, toen ze bij een gezamenlijke vriend op bezoek waren. Er sprong toen meteen een vonk over en in de weken die volgden, bracht het stel samen veel tijd door. Clyde maakte direct indruk op Bonnie, door een winkelier in elkaar te slaan en de kassa mee te nemen. Het was hun eerste misdaad samen.

Aan het gezamenlijke geluk kwam snel een einde, want Clyde werd in april 1930 opgepakt vanwege autodiefstal en naar de toenmalige Eastham Prison Farm gestuurd, in Houston County, Texas. Clyde wist echter uit deze gevangenis te ontsnappen, doordat Bonnie Parker erin slaagde een wapen de gevangenis in te smokkelen. De autoriteiten pakten hem echter al snel weer op.

In de gevangenis werd Clyde meermalen seksueel misbruikt en pleegde hij ook zijn eerste moord, door met een loden staaf de schedel in te slaan van een van zijn misbruikers. Een andere inmate, die toch al tot levenslang was veroordeeld, eiste de moord op en redde Clyde op die manier. Verder sneed Clyde twee van zijn eigen tenen eraf, om zo te voorkomen dat hij zwaar werk moest verrichten op het land. Begin februari 1932 kwam Clyde uiteindelijk vervroegd vrij, met als belangrijke notitie dat hij in de gevangenis een gehard crimineel was geworden.

De samenwerking van Bonnie & Clyde en de ‘Barrow Gang’ in het criminele circuit: 1932

Eenmaal op vrije voeten trokken Clyde en Bonnie geregeld op met twee andere outlaws: Ralph Fults en Raymond Hamilton. De vier, die bekend kwamen te staan als de Barrow Gang, hielden zich vooral bezig met criminele zaken. Zo pleegden Clyde, Bonnie en Ralph begin 1932 een reeks overvallen op winkels en tankstations. Bonnie Parker en Ralph Fults werden samen op 19 april van dat jaar opgepakt, na een mislukte overval op een wapenwinkel. Vervolgens zaten beiden enkele maanden in de gevangenis.

Op 30 april 1932 schoot Clyde de winkeleigenaar J.N. Bucher dood, op 5 augustus gevolgd door ‘deputy’ Eugene C. Moore, die Clyde en twee andere criminelen benaderde toen zij een zogenoemde moonshine (illegale sterke drank) dronken. Een andere moord volgde op 11 oktober op de winkeleigenaar Howard Hall. In december 1932 en januari 1933 was Clyde Barrow betrokken bij nog twee andere moorden, wat het totaal aantal moorden door leden van de Barrow Gang op vijf bracht.

1933: De Barrow Gang groeit & de misdaden gaan door

Op 22 maart 1933 kwam Clyde’s broer Buck vrij uit de gevangenis. Meteen trokken hij en zijn vrouw Blanche bij Bonnie en Clyde in huis en sloten zich aan bij hun bende, die in december 1932 ook was gegroeid door de aansluiting van de zestienjarige William D. Jones. De misdadigers woonden op dat moment in een tijdelijk onderkomen in de plaats Joplin in Missouri.

Op 13 april 1933 kreeg de Barrow Gang, vanwege hun luidruchtigheid en opvallende gedrag (ze dronken zich dag en nacht een stuk in de kraag), bezoek van de politie, die vermoedde dat er bootleggers (illegale drankstokes) actief waren in de woning. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij de gang twee agenten doodde. Buck en Jones raakten gewond, maar de criminelen wisten per auto aan de politie te ontkomen. De groep liet veel spullen achter, waaronder tal van wapens en veel fotomateriaal, dat de politie dankbaar in ontvangst nam. De foto’s van de gangleden verschenen al snel in de media.

In de drie maanden die volgden verbleven Bonnie en Clyde en hun aanhang in diverse Amerikaanse staten, van Texas tot Minnesota. De groep pleegde diverse bankovervallen, kidnapte meerdere mensen, stal auto’s en schoot er geregeld op los. Regelmatig verschenen er artikelen over de misdaden van de Barrow Gang in de media.

Op 10 juni 1933 reed Clyde een ravijn in, bij een brug in onderhoud. Hierbij raakte Bonnie ernstig verbrand, doordat de accu van de auto lekte en ze accuzuur over haar rechterbeen kreeg. De botten waren, luguber genoeg, deels zichtbaar en Bonnie kon bijna niet meer lopen. Kort hierna nam de bende intrek in een toeristisch appartement in Platte City, Missouri. Daar kwam het op 20 juli 1933 tot een hevig vuurgevecht. De groep was in het oog gesprongen van de sheriff, vanwege een aantal verdachte aankopen. Het felle vuurgevecht dat bij de woning volgde, kostte Buck korte tijd later het leven, terwijl diens vrouw Blanche nagenoeg blind raakte door rondvliegend glas. Bonnie en Clyde en hun handlangers wisten per auto desondanks te ontkomen, ditmaal naar de plaats Dexter in Iowa. Hier sprong de groep vrijwel meteen in het oog en werd door een massa van zo’n honderd personen omsingeld. Bonnie, Clyde en Jones wisten rennend te ontsnappen. De zwaargewonde Buck kreeg nog een kogel in zijn rug en overleed enkele dagen later in het ziekenhuis, nadat hij en zijn vrouw eerst gearresteerd waren.

Bonnie, Clyde en Jones trokken vervolgens, onderwijl overvallen plegend, weer van staat naar staat: van Colorado naar Minnesota, en van Mississippi naar Illinois. Een bezoek aan Texas in september leidde tot de arrestatie van Jones, die in Houston zijn moeder bezocht en daar gepakt werd. Op 22 november raakten Bonnie en Clyde nog verwikkeld in een vuurgevecht, waarbij ze een sheriff doodden en zelf allebei gewond raakten aan hun benen. Ondanks hun verwondingen wisten de twee echter opnieuw uit handen van de politie te blijven.

1934: het einde van Bonnie en Clyde

Op 16 januari 1934 slaagden Bonnie en Clyde erin om in Texas twee leden van de Barrow Gang (en enkele anderen), Henry Methvin en Raymond Hamilton, uit de gevangenis te laten ontsnappen. Deze gebeurtenis staat bekend als de Eastham Breakout. Hierbij schoten ze een bewaker, Joe Crowsen, dood. Het moorden ging door, want op 1 april van dat jaar schoot de bende twee officieren dood, nabij de plaats Grapeville (tegenwoordig: Southlake) in Texas. Volgens een ooggetuige was het Clyde die de fatale schoten loste.

Vijf dagen later was het opnieuw raak, toen de bendeleden de zestigjarige agent William Campbell neerschoten, bij de plaats Commerce in Oklahoma. Hierna keerde de publieke opinie zich 180 graden tegen Bonnie en Clyde. Hierop intensiveerden ook de autoriteiten het onderzoek naar de Barrow Gang en zetten extra politiepersoneel op de zaak.

‘Texas Ranger’ Frank Hamer leidde het onderzoek en had de bende al sinds 12 februari goed in het vizier en wilde Bonnie en Clyde in de val laten lopen. Aan de criminele loopbaan van Bonnie en Clyde kwam op 23 mei 1934 definitief een einde, toen ze in een hinderlaag van de politie liepen. Dit gebeurde op de Louisiana State Highway 154, ten zuiden van de plaats Gibsland, in Louisiana. Een groep van zes agenten vuurden met machinegeweren in totaal zo’n 130 schoten af op de naderende auto van de Barrow Gang. Bonnie stierf terwijl ze een sandwich at. Chauffeur Methvin en Clyde werden net als haar doorzeeft met kogels.

Al kort na de hinderlaag en shootout verzamelde zich een menigte rond de auto. Een verslaggever ter plaatste schreef over de reactie van de omstanders het volgende:

“Bijna iedereen begon met het verzamelen van souvenirs, zoals kogelhulzen, glasscherven van verbrijzelde autoruiten en bebloede kledingstukken uit de kleding van Bonnie en Clyde. Een gretige man had zijn zakmes geopend en boog voorover de auto in om Clyde’s linkeroor af te snijden.”

Deze circusachtige taferelen duurden niet lang, want de politie greep al snel in en dreef de nieuwsgierige menigte terug.

Bonnie en Clyde wilden naast elkaar begraven worden, maar de familie weigerde dat. Op de publieke begrafenis van Clyde Parker, op 26 mei, kwamen een geschatte 20.000 nieuwsgierigen af. De dood van het stel zorgde alleen al in Dallas, Texas, voor de verkoop van een half miljoen kranten op één dag.

Erfenis van Bonnie & Clyde

In 1967 werd het levensverhaal van Bonnie en Clyde verfilmd door Arthur Penn. De acteurs Faye Dunaway en Warren Beatty vertolkten de hoofdrollen in die film, getiteld Bonnie en Clyde, die internationaal goed aansloeg. De film maakte het duo ook buiten de Verenigde Staten zeer bekend.

In het najaar van 2012 vond er een veiling plaats van meerdere wapens van Bonnie en Clyde, die in hun auto gevonden waren nadat ze in de dodelijke hinderlaag gelopen waren. De wapens leverden zo’n 450.000 dollar op. Eerder dat jaar waren al een machinegeweer en dubbelloops jachtgeweer van het duo onder de hamer gegaan, buitgemaakt in Joplin, Missouri, in april 1933.

In het voorjaar van 2014 was Nederland even in de ban van een eigen ‘nationale Bonnie en Clyde‘. Het gangsterduo Antonio Marcos van der P. en Enise B. trok toen de aandacht van de media, omdat ze als criminelen, net als Bonnie en Clyde, rovend door Drenthe, Twente en Noord-Brabant trokken. Ze werden uiteindelijk opgeeakt en schuldig bevonden aan afpersing, mishandeling en ontvoering.

In 2019 ging verder de film The Highwaymen in première. Deze film verhaalt de geschiedenis van Bonnie en Clyde vanuit het perspectief van de agenten Frank Hamer en Maney Gault, die het duo schaduwden en bij het opzetten van de hinderlaag betrokken waren.

DVD: Bonnie & Clyde (1967)

Bronnen ▼