De Surinaamse president Desi Bouterse heeft donderdag tijdens een toespraak gezegd dat er tijdens zijn militair bewind van de jaren tachtig ‘fouten’ zijn gemaakt.
Het is vrijdag precies 31 jaar geleden dat Bouterse samen met Roy Horb en veertien andere sergeanten deel nam aan de zogenaamde sergeantencoup. Hierbij werd de regering van Henck Arron, de eerste premier van de Republiek Suriname, omvergeworpen. Bouterse werd kort na de staatsgreep bevelhebber van de Surinaamse strijdkrachten.
In zijn toespraak zei Bouterse, die vorig jaar door het parlement als president gekozen werd, dat er door het militair bewind van na de staatsgreep fouten zijn gemaakt. Zo zei hij onder meer:
Tijdens de revolutie hebben we grote successen geboekt, maar ook diepe dalen gekend. Ik ben niet te groot om toe te geven dat we fouten hebben gemaakt. Het is ons dan ook niet altijd even makkelijk gemaakt. We hebben fouten gemaakt, die we liever niet hadden gemaakt. Dit is dan ook een heel emotioneel moment.
Bouterse maakte niet duidelijk over welke ‘fouten’ hij het precies had. Onduidelijk is dus of de indirecte spijtbetuiging ook betrekking heeft op de decembermoorden. Deze moorden werden in 1982 gepleegd. Vijftien critici van het militaire regime in Suriname werden toen zonder vorm van proces doodgeschoten op Bastion Veere in Fort Zeelandia.
De Surinaamse president zei in zijn toespraak verder onder meer dat het land in 1980 gered werd van een “dreigende, vernietigende explosie van een rassenstrijd, aangevoerd door oude politieke partijen met een oude ideologie”. Tijdens de herdenkingsbijeenkomst in Paramaribo zei Bouterse ook dat 25 februari in Suriname voortaan een dag van ‘bevrijding en vernieuwing’ is. Eerder riep hij zijn eigen staatsgreep al uit tot feestdag.
Verder ontvingen donderdag negen nog levende coupplegers een hoge onderscheiding. Zij mogen zich voortaan ‘drager in de gouden ster van de revolutie’ noemen. Drie Surinamers die tijdens de coupe gevangen zaten ontvingen ook een onderscheiding. De onderscheiden coupplegers zijn, net als Bouterse zelf, verdachten in het decembermoordenproces.
Na de bijeenkomst in het presidentieel paleis werden er kransen gelegd bij het ‘monument van de revolutie’ in Paramaribo.