Een van de oudste data uit de Romeinse geschiedenis die we precies kennen is 18 juli 387 v.Chr., de dag waarop de Romeinen aan het riviertje Allia, even ten noorden van hun stad, een nederlaag leden tegen een leger van Gallische Senonen.
De godin Juno werd door de oude Romeinen beschouwd als de godin van het huwelijk, de geboorte en het heldere licht. Als echtgenote van oppergod Jupiter was zij tevens de heerseres van de hemelen.
In de Griekse mythologie staan ze bekend als Castor en Polydeuces en bij de Romeinen als Castor en Pollux. Deze tweelingbroers vormden samen de Dioscuren, wat zoveel betekent als ‘de zonen van Zeus’.
Als iemand een grote hoeveelheid alcohol tot zich neemt, wordt wel eens gezegd dat deze persoon een offer aan Bacchus brengt. In de Romeinse mythologie staat Bacchus bekend als de god van de wijn, de roes, dronkenschap en vreugde.
Al vrij vroeg in de geschiedenis van Rome kwam men tot de conclusie dat Romulus en Remus ook onderdeel waren van de Griekse mythologische wereld. De door een wolvin gezoogde jongetjes waren volgens Romeinse verhalenvertellers namelijk afstammelingen van een Trojaanse vluchteling.
Eros is in de Griekse mythologie de god van de liefde, de seksuele begeerte en het verlangen naar schoonheid. Het Romeinse equivalent van de god is Cupido (Amor).
De god wordt afgebeeld met twee gezichten die ieder een andere kant opkijken, één naar de toekomst en één naar het verleden.
De Romeinse godin Minerva was een Italiaanse godin die gebaseerd was op de Griekse godin Pallas Athena. Minerva was de godin van kunst, oorlog en wijsheid.
De Romeinse godenwereld is op veel punten geïnspireerd door de Griekse mythologie. Veel Romeinse goden hebben dan ook een Griekse tegenhanger.
Het jonge Rome had een groot probleem. Al na één generatie kampte de stad met een vrouwentekort.
Op 21 april herdachten de oude Romeinen de stichting van hun stad. Volgens de legende werd de stad gesticht door de broers Romulus en Remus.