Dark
Light

Chinatowns en de Chinese gemeenschap in het buitenland

Een geschiedenis in vijf delen
25 minuten leestijd
Viering van Chinees nieuwjaar in Chinatown, Den Haag, 2015
Viering van Chinees nieuwjaar in Chinatown, Den Haag, 2015 (CC BY-SA 4.0 - Takeaway - wiki)
In dit artikel duiken we in de ontstaansgeschiedenis van Chinatowns en wordt beschreven hoe de Chinese gemeenschap zich in het buitenland ontwikkelde. Om een compleet beeld te schetsen, gaan we eerst terug in de geschiedenis om te zien hoe de uitwisseling tussen China en Nederland tot stand kwam.

Ontdekkingsreizigers en handelsbelangen

Het begin van onze gezamenlijke geschiedenis met China is aan het einde van de zestiende eeuw, toen ontdekkingsreizigers klaar stonden om af te reizen naar Aziƫ. Handelsbelangen vormden hierbij de voornaamste motivatie, maar ook ontdekkingsdrang speelde een rol.

Behalve de Spanjaarden en Portugezen, komen twee Nederlandse namen vaak naar boven: Dirck Gerritszoon Pomp en Jan Huygen van Linschoten. Beiden waren in het buitenland eerst in dienst van de Portugezen op hun toenmalige hoofdkwartier in India. Gerritszoon Pomp vestigde zich in 1568 als koopman in Goa en trad later in dienst van de Portugese Koning op Indiase vloten. Van Linschoten vertrok in 1583 en werd secretaris bij de aartsbisschop van Goa. In 1598 voer Gerritszoon Pomp richting Oost-Aziƫ en uiteindelijk kreeg hij zelfs de bijnaam Dirck China. Hij was namelijk de eerste Nederlander die voet aan wal zette in Macau, de toenmalige Portugese enclave gelegen onder Hongkong.

De Nederlanders hadden twee specifieke doelen die ze in Aziƫ nastreefden: zeevaartroutes verkrijgen en handelsposten opzetten. Dit zou hen in staat stellen om directe handel in Oost- en Zuidoost-Aziƫ te drijven. Kruiden en specerijen werden nu via de Portugezen of andere Europeanen verhandeld, en dat was letterlijk peperduur.

Itinerario van Jan Huygen van Linschoten
Itinerario van Jan Huygen van Linschoten (KB, Den Haag)
Een belangrijke mijlpaal was 1595 toen Van Linschoten zijn bekende reisgeschrift de Itinerario publiceerde. Dit is zonder twijfel een van de meest invloedrijke werken geweest, omdat het de begeerde zeilinstructies en nautische gegevens bevatte. Deze Portugese kennis had Van Linschoten stiekem gekopieerd en doorgespeeld. Zo hadden de Nederlanders eindelijk de mogelijkheid zelf naar Aziƫ te varen en handel te drijven. Vervolgens werd in 1602 de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht.

Hoewel via de zeevaartroutes naar China gereisd kon worden, leidde dit niet tot het oprichten van handelsposten of ā€“zones, ook al werden er verschillende pogingen gedaan om dit te bereiken. Aan de ene kant via diplomatieke wegen, het sturen van gezantschappen, maar aan de andere kant ook met bruut geweld door gebieden af te pakken van de Portugezen of andere, nieuwe plekken proberen in te nemen. Zo werden de Nederlanders in de zeventiende eeuw niet alleen bekend, ze werden berucht.

Er zouden nog vele eeuwen voorbij gaan voordat de eerste Nederlandse handelspost op het Chinese vasteland kwam. In hun frustratie beschuldigden de Nederlanders de Chinezen ervan onredelijk te zijn in hun eisen. De Chinezen beschouwden de Nederlanders juist als ā€˜roodharige barbarenā€™ die enkel uit waren op hun kostbare producten en geen oog hadden voor de lokale bevolking. Zo is duidelijk in de Investigations on the East and West Seas dat de Nederlanders met argwaan bekeken werden omdat ze handel dreven met wapens. Dit document, dat door de academicus Xie Zhang was opgesteld en vooral bedoeld leek om handelsbeleid te sturen, biedt een overzicht van de handel, geschiedenis en culturele uitwisseling op de Chinese zeeĆ«n in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw. In de ogen van de Chinezen betekenden de wapens dat er stiekem een onderliggend doel was, zoals het bezetten van land.

De Nederlanders bezetten Taiwan

Zo bezetten de Nederlanders land in Aziƫ, maar niet in China. Hoewel ze belangrijke spelers werden in de Aziatische handel, konden ze dus niet direct met China onderhandelen. Daarom weken de Nederlanders uit naar andere plekken in de regio. De zoektocht naar een strategische handelsbasis leidde uiteindelijk tot de kolonisatie van wat de Portugezen Ilha Formosa noemden, het prachtige eiland: Taiwan. Bijna veertig jaar bezetten de Nederlanders Taiwan in de tweede helft van de zeventiende eeuw, met als centrum Fort Zeelandia in het huidige Tainan.

Ilha Formosa
Ilha Formosa

Hoewel de Spanjaarden en Portugezen Macau en Manilla veroverden op weg naar China, Japan en Zuidoost-Aziƫ, voeren ze voorbij aan Taiwan. Het eiland was wel op de kaart gezet en had een naam gekregen, maar er was geen koloniale macht aanwezig. Toen de Nederlanders er eenmaal zaten, ontstond ook bij de Spanjaarden interesse voor het eiland. Tijdens de stichting van de VOC was Nederland namelijk nog verwikkeld in de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tegen de Spanjaarden. De Spanjaarden landden in 1626 dan ook op Taiwan, maar werden door de Nederlanders verjaagd zodat zij de enige buitenlandse macht op het eiland waren.

Voor de lokale bevolking, door de Nederlanders Formosanen genoemd, was Nederland de eerste westerse macht waarmee ze in aanraking kwamen. Hoewel er veel verschillende stammen en groepen waren, had Nederland vooral contact met de ongeveer 20.000 bewoners die in het zuidwesten van het eiland woonden. Zij leefden oorspronkelijk vooral van de jacht en hiermee verdienden de Nederlanders aanvankelijk geld nadat ze het eiland binnenvielen.

Tussen 1630 en 1650 ontwikkelden de Nederlanders Fort Zeelandia en het omliggende gebied tot een belangrijke haven en handelszone. Ze startten met het verbouwen van suikerriet en rijst, en verdienden geld door belasting te heffen over landsinkomsten zoals verkochte goederen en het uitgeven van verschillende vergunningen voor bijvoorbeeld de visserij. Dit was niet mogelijk geweest zonder extra hulp en de migratie van Chinezen uit de Zuidoostelijke kustprovincie Fujian werd dan ook sterk aangemoedigd. In 1650 waren er al 15.000 Chinezen op het eiland tegenover bijna 100.000 lokale bewoners.

Fort Zeelandia
Fort Zeelandia – Joan Blaeu

Tegelijkertijd waren de Nederlanders erg alert op het contact tussen Chinese migranten en lokale Formosanen. De Chinezen hadden al sinds het einde van de zestiende eeuw handel gedreven met het eiland en waren zo bekend met een aantal van de verschillende volkeren. Maar de Nederlandse exploitatie van het eiland door landbouw en de daaropvolgende migratie van Chinezen leidden tot spanningen. Deze kwamen tot een hoogtepunt in 1650 met een opstand van Chinese boeren die bruut door de Nederlanders met behulp van Formosanen de kop werd ingedrukt. Hierop bouwden de Nederlanders een tweede fort op het eiland, genaamd Fort Provintia.

Uiteindelijk worden de Nederlanders van Formosa weggedreven door de Chinese krijgsheer Coxinga. Fort Provintia valt als eerste in 1661 en Zeelandia moet zich een jaar later in 1662 overgeven. Voor de Formosanen luidde dit het begin in van verschillende buitenlandse bezetters: de Mantsjoe Chinezen, het Japanse keizerrijk en na de Tweede Wereldoorlog de Chinese Kuomintang. Deze laatste partij vertegenwoordigde de Republiek China, nu nog steeds de huidige officiƫle naam voor Taiwan.

Tegenwoordig wonen er zoā€™n 23 miljoen etnische Chinezen op Taiwan tegenover nog geen half miljoen afstammelingen van de oorspronkelijke bewoners. De lokale talen die het meeste gesproken worden zijn bovendien gebaseerd op Zuid-Chinese dialecten zoals het Hakka en Hokkien, terwijl minder dan 2% van de bevolking nog een van de oorspronkelijke Formosaanse talen spreekt.

Al voordat Taiwan viel, bleven de Nederlanders op zoek naar mogelijkheden om een handelspost in China te stichten. Dus toen in 1644 de Qing Dynastie door de Mantsjoes werd afgekondigd, reisden in 1655 en 1685 twee Nederlandse gezantschappen af naar Peking. Het eerste onder leiding van Pieter van Hoorn en het tweede onder Vincent Paets.

Helaas keerden beide gezelschappen met lege handen naar huis. Deels kwam dit door scheve verwachtingen. Waar de Nederlanders een complete expeditie met giften optuigden omdat ze hoopten te onderhandelen over toegang tot de markt, zagen de Chinezen hun bezoeken als een eerbetoon aan de keizer. Een andere reden was dat de jezuĆÆeten, Franse en Portugese christelijke missionarissen in Peking, de Nederlanders zwartmaakten aan het hof. Zij wilden hun eigen positie veiligstellen zodat ze konden blijven preken en verspreidden daarom verhalen dat de Nederlanders alles zouden roven. Het resultaat was dat de Chinese havens in de zeventiende eeuw nog steeds gesloten bleven voor VOC-schepen.

Culturele ontdekking, uitwisseling en popularisering

Ook al profiteerde de handel niet direct van de ontdekkingsreizen, de Nederlandse culturele ontdekking van China werd er wel mee in gang gezet. Bij het eerste gezantschap in 1655 ging namelijk hofmeester Johan Nieuhof mee die alles optekende wat hij zag. Voor veel Nederlanders waren zijn tekeningen de eerste indruk die ze kregen van de Chinese hoofdstad en het uiterlijk van de lokale bevolking. Kennis over China werd verder toegankelijk doordat geschiedkundige Olfert Dapper het boek Nauwkeurige beschrijving van Aziƫ schreef over het tweede gezantschap in 1685 dat wereldwijd beroemd en bekend werd.

Tekening in de publicatie van Johan Nieuhof, 1659
Tekening in de publicatie van Johan Nieuhof, 1659

En ook zonder handelspost werd de vraag naar Oosterse producten alleen maar groter. Vanaf het midden van de zeventiende eeuw was er sprake van een ware ā€˜Chinagekteā€™ in Europa. Onder meer het werk van Nieuhof droeg hier aan bij, omdat zijn tekeningen voor het eerst de pracht en welvarendheid van het Chinese rijk toonden. Chinoiserie, een Chinese stijl van kunst, meubels en decoratie, werd het toppunt van smaak. Dit zou zo blijven tot het begin van de negentiende eeuw. Niet alleen de traditionele luxeproducten zoals zijde en specerijen uit het Verre Oosten bleven populair, er waren ook nieuwe ontdekkingen zoals porselein en thee.

Deze grote interesse en vraag naar Oosterse producten in Nederland zorgde er ook voor dat Chinezen een inkijkje in de Nederlandse samenleving kregen. Vooral de thee- en porseleinhandel werd enorm belangrijk. Hierdoor raakte de markt zo snel verzadigd dat er in 1755 een China commissie werd opgericht om de vaart tussen Aziƫ en Nederland te overzien.

Het centrum van de Chinese porseleinproductie was Jingdezhen. Maar dat we de kenmerkende kleur van het porselein Delfts blauw noemen, heeft natuurlijk te maken met Delft. Deze stad werd het centrum van de kleur en het aardewerk dat gebaseerd was op Chinees porselein. Echt Chinees porselein wordt van een speciale porseleinklei gemaakt die bij een hoge temperatuur wordt gestookt. Het is de hardste soort keramiek en doordat het glazuur volledig met de klei versmelt tijdens het stoken, is het resultaat een glanzende, witte en bijna doorschijnende kwaliteit. Hoewel dit productieproces in Europa pas in 1708 werd ontdekt, gaat de geschiedenis in China al vele duizenden jaren terug, tot de zevende of achtste eeuw.

Porseleinen kom met steel uit Jingdezhen
Porseleinen kom met steel uit Jingdezhen (CC0 – Gary Lee Todd – wiki)

Chinees porselein was ook voornamelijk met blauwe decoratie verkrijgbaar, waarschijnlijk omdat kobaltglazuur bestand is tegen hoge temperaturen. Tegelijkertijd waren er andere kleuren beschikbaar zoals geel, rood en groen. Niet geheel toevallig hebben deze kleuren een grote symbolische waarde: geel is een keizerlijke kleur, rood symboliseert geluk en voorspoed, groen staat voor welvaart en jade. In Nederland is blauw natuurlijk de voornaamste kleur die voor het aardewerk gebruikt wordt, maar gebruiken ze net als de Chinezen ook andere kleuren zoals geel en groen.

Als het productieproces van aardewerk in het midden van de zeventiende eeuw naar Europa komt, om aan de vraag te voldoen en een goedkoper alternatief te creƫren, wordt het proces steeds verder verfijnd tot het eindproduct zoveel mogelijk op Chinees porselein lijkt. In Delft wordt gebruik gemaakt van een techniek die via het Midden-Oosten naar Spanje kwam en daarna via Antwerpen naar Nederland. Maar dat Delft uit kon groeien tot het middelpunt van de aardewerkproductie heeft te maken met een gelukkige samenloop van omstandigheden.

Op de website Delfts Aardewerk wordt dit verder toegelicht:

Delft ligt gunstig aan de rivier de Schie, die de stad verbindt met het Nederlandse rivierengebied, waar de klei voor het aardewerk gedeeltelijk vandaan komt. De rivier zorgt ook voor verbinding met grote handelssteden in het westen van het land, die een belangrijk deel van de afzetmarkt vormen. Vanuit die steden kan Delfts aardewerk de internationale markt bereiken: Engeland, Frankrijk, Duitsland en de Zuidelijke Nederlanden.

Door de bekendheid van het aardewerk, werd Delfts blauw de benaming voor dit blauw-witte aardewerk uit Delft. Dit leidde ertoe dat andere fabrieken buiten deze regio ook vaak het merk ā€˜Delftā€™ gebruikten. Niet omdat het product uit Delft kwam, maar om aan te duiden dat de decoraties vergelijkbaar waren.

Productiestadia van een Delftsblauwe vaas
Productiestadia van een vaas Delfts blauw (CC BY 3.0 – Muesse – wiki)

In het begin waren deze decoraties vooral oosterse landschappen of taferelen. Naarmate het aardewerk populairder werd, kwamen Nederlandse spreuken en lokale landschappen of de scheepvaart vaker voor. De Chinezen pasten hun porselein ook aan naar Europese smaak, vaak op aanvraag en via voorbeelden die verschaft werden. Dit wordt als volgt beschreven in het boek Zijden Draad:

ā€œIn 1638 stuurden de VOC-bewindhebbers een lading van meer dan veertig voorbeelden naar AziĆ« die door de porseleinbakkers konden worden nagemaakt, compleet voorzien van een lijst van het aantal stuks dat per jaar gemaakt zou moeten worden. (ā€¦) In de overtuiging dat het Chinese porselein de concurrentie met de Hollandse tegelbakkers gemakkelijk aan zo kunnen gaan, bestelden ze om te beginnen vast 20.000 stuks. Dat men in Jingdezhen daadwerkelijk met de Nederlandse voorbeelden en instructies aan de slag ging, bewijzen niet alleen de ladinglijsten van de VOC, maar ook de porseleinen bierkroezen, zoutvaten, vierkante flessen, scheerbekkens, tegeltjes en andere Europese vormen die zich heden ten dage nog in Nederlandse collecties bevinden.

Hoewel Delft verreweg de bekendste en grootste producent blijft in de zeventiende eeuw, moeten ze het een kleine honderd jaar later alweer afleggen tegen de goedkopere import van Chinees porselein en de productie van Engels porselein. Van de 34 fabrieken die er op het hoogtepunt waren, is er nu nog maar 1 actief: De Porceleyne Fles.

Wetenschap en diplomatieke toenadering

Al waren Chinese decoraties en producten erg populair in de zeventiende eeuw, uitwisseling op wetenschappelijk gebied kwam pas later op gang. Aan het einde van de achttiende eeuw werd begonnen met het bestuderen van de Chinese cultuur en taal. Uiteraard nog steeds om de handel te dienen.

Het hoofdkwartier van de VOC in Aziƫ was inmiddels verplaatst naar Batavia, het huidige Jakarta, in Indonesiƫ. Er waren twee redenen waarom de Nederlanders hier in 1619 hun koloniale hoofdstad stichtten: de locatie was van strategisch belang, bij de doorgang van de Chinese Zee naar de Indische Oceaan; en de Chinese schepen konden hier voorbijkomen om binnen het gebied handel te drijven.

Voor de opzet van de Bataafse hoofdstad stelde gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen, de hoogste leidinggevende, zich iets voor zoals de Spanjaarden in Manilla hadden gedaan. In 1594 hadden zij deze stad veroverd en besloten dat de Chinese handelaars niet binnen de intramuros, de stadsmuren, mochten wonen. Hierdoor ontstond er een Chinese buurt op de parian, de markt buiten de stadsmuren.

Parian van Manilla
Parian van Manilla, 1792

In Batavia bleek dit plan echter niet mogelijk omdat er te weinig Nederlanders woonden en de stad zich tussen twee vijandige Javaanse vorstendommen bevond. De Chinezen vestigden zich dus binnen de stadsmuren en hadden daardoor een bevoordeelde positie. Ze konden namelijk via hun eigen netwerk handelen met de langskomende schepen.

Om de handel en lokale Chinese bevolking onder controle te houden, realiseerden de Nederlanders zich dat kennis van de Chinese taal en cultuur goed van pas kwam. De van oorsprong Duitse taalkundige Joseph Hoffmann kreeg daarom in 1855 de taak om een opleiding tolken en vertalers Chinees op te zetten. De eerste lichting sinologen werkte dan ook allemaal voor de Nederlandse koloniale regering in Batavia.

Di Renjie of 'Rechter Tie'
Di Renjie of ‘Rechter Tie’
Maar deze eerste lichting sinologen in de negentiende eeuw liet het Nederlandse publiek ook kennismaken met nieuwe elementen van de Chinese cultuur. Zo deed de eerste sinoloog, Gustaaf Schlegel, bijvoorbeeld uitgebreid onderzoek naar religieuze groeperingen. Maar echte bekendheid en roem, verwierf de sinoloog Robert van Gulik met zijn verhalen over Rechter Tie. Deze waren gebaseerd op zijn vertaling van een antieke Chinese detectiveroman, de Dee Goong An. Robert van Gulik zette Rechter Tie, de held in de serie, neer als de Chinese evenknie van Sherlock Holmes of Maigret. Het eerste boek dat in het midden van de twintigste eeuw verscheen was zoā€™n commercieel succes, dat er meerdere boeken volgden. De laatste zelfs in 2011, vijftig jaar na zijn dood.

Hoewel de wederzijdse uitwisseling dus al veel verder teruggaat, gaan Nederland en China pas aan het einde van de twintigste eeuw diplomatieke banden op ambassadeursniveau aan. Dit was ook het moment dat Nederland het zogenaamde ā€˜Ć©Ć©n China principeā€™ bevestigde, wat inhield dat de regering van de Volksrepubliek China als enige wettige regering van China werd gezien en Taiwan als een provincie. Op 18 mei 1972 wisselde Nederland voor het eerst ambassadeurs uit met de Volksrepubliek China en de eerste Nederlandse ambassade in Peking opende in 1974. Hierna verbeterden de relaties al snel en in 1977 brachten prinses Beatrix en prins Claus hun eerste bezoek aan China.

Het beeld van China in het buitenland

Chinatown. De naam zegt het al, China gevangen in een dorp. Maar wat in het buitenland als China telt, verandert per plek. In Nederland zijn de Chinatowns, en daarbij ook de Chinese gemeenschap, voornamelijk in de Randstad te vinden. Er bestaan echter grote verschillen tussen Chinatowns in verschillende landen. De Chinezen zijn een van de eerste groepen migranten in Europa. Doordat ze op verschillende momenten in groten getalen naar Europa kwamen, veelal in specifieke sectoren, is een bepaald beeld van hen als groep ontstaan. Door de jaren heen waren er verschillende redenen om naar Europa en Nederland te komen, iets waarnaar we nu om in detail naar gaan kijken.

De grote Chinese migratiegolven van de negentiende eeuw

Momenteel wonen er wereldwijd ongeveer 60 miljoen Chinezen in het buitenland. Dit zijn de oorspronkelijke migranten opgeteld met hun nakomelingen. In verschillende golven kwam Chinese migratie aan het einde van de negentiende eeuw op gang. Van oudsher zijn dit vooral Chinezen uit het zuidoosten en de kustprovincies. In Nederland is meer dan 50% van de Chinezen die voor 1990 naar Nederland kwam, vertrokken vanuit Hongkong. Duizenden jaren geleden trokken Chinezen uit deze regio al richting Zuidoost-Aziƫ om handel te drijven. Maar hun keuze voor een buitenlandse woonplek werd later ook bepaald doordat de Westerse koloniale machten hen naar bepaalde plekken trokken.

Doordat Chinezen al eeuwenlange goede handelsrelaties binnen AziĆ« hadden, waren ze essentieel voor de handel. In de zestiende en zeventiende eeuw belandden grote groepen Chinezen in westerse kolonies in Oost- en Zuidoost-AziĆ« om met de lokale bevolking handel te drijven of voor de koloniale machten te werken. Onder deze omstandigheden waren de Chinezen vaak ā€˜outsidersā€™ die een aparte rol speelden tussen de Westerse overheersers en lokale bevolking.

Een paar eeuwen later waren de Opiumoorlogen met Groot-BrittanniĆ« een belangrijke katalysator voor Chinezen om in groten getalen naar het buitenland te trekken. De eerste vond plaats tussen 1839 en 1842, met de opiumhandel als directe aanleiding. In deze periode was in Europa namelijk een grote vraag naar Chinese producten zoals thee, porselein en zijde. De Chinezen waren echter niet geĆÆnteresseerd in Europese kunst of producten. Wat ze wel konden gebruiken, was zilver om belastingen te innen. Maar doordat de vraag zo groot was naar Chinese producten, ontstond al snel een scheve balans, ten nadele van de Europeanen.

Het Britse stoomschip Nemesis vernietigt enkele Chinese jonken tijdens de Eerste Opiumoorlog ā€“ Edward Duncan, 1843
Het Britse stoomschip Nemesis vernietigt enkele Chinese jonken tijdens de Eerste Opiumoorlog ā€“ Edward Duncan, 1843

Vervolgens ontdekten de Britten dat opium aansloeg bij de Chinezen en begonnen ze een lucratieve handel. Hierdoor zag China ineens haar geld wegvloeien, en toen dit te gortig werd en verslaving een groot probleem was geworden, probeerde China de handel een halt toe te roepen. Ze verbrandden een lading opium, maar haalden daarmee de woede van de Britten op hun hals. De oorlog die hierop volgde eindigde voor China in een gevoelige nederlaag. Hun havens en oorlogsmateriaal bleken hopeloos verouderd en geen weerstand te bieden aan de Britten.

Het verlies van de Chinezen eindigde met het Verdrag van Nanking, nu Nanjing, waarin werd vastgelegd dat ze flinke schadevergoedingen moesten betalen. Tegelijkertijd kregen de Britten toegang tot vijf havensteden, waaronder Shanghai, werd Hongkong een Britse kroonkolonie en mochten ze bovendien opium blijven importeren. In de jaren hierna ging het economisch en politiek verder bergafwaarts met China.

Ondanks de privileges die de Britten verworven met het eerste verdrag, waren ze niet tevreden. In 1856 resulteerde dit in de Tweede Opiumoorlog, waarin ook Frankrijk zich liet gelden vanwege de executie van een Franse missionaris. Napoleon III wierp zich op als beschermheer van het katholicisme en de Brits-Franse alliantie lukte het uiteindelijk om de stad Canton, nu Guangzhou, in te nemen. In 1860 tekende China het Verdrag van TienTsin, nu Tianjin, waarbij niet alleen de Britten en Fransen, maar ook de Verenigde Staten en en Russen die de Europese machten hadden gesteund tijdens de Tweede Opiumoorlog, toegang kregen tot een nog groter aantal havens. Door deze ontwikkelingen kwam China bekend te staan als ā€˜de zieke manā€™ van AziĆ«.

De economische tegenslagen stapelden zich op en de laatste dynastie, de Qing, eindigde in 1911. Deze roerige tijd vormde een nieuwe periode waarin grote groepen Chinezen naar Europa migreerden. Een kleinere groep waren kunstenaars of handwerklieden die vertrokken om aan de Europese interesse in Chinees porselein en kunstvoorwerpen te voldoen, maar de meeste Chinese migranten werkten in havens en op schepen. Daarom ontstonden de eerste Europese Chinatowns in havensteden zoals Marseille, Londen, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Hamburg.

De internationale zeeliedenstaking in 1911 was een extra impuls waardoor een grote groep Chinezen naar Nederland kwam. De vakbonden in Nederland, Belgiƫ en het Groot-Brittanniƫ organiseerden een staking voor zeelieden die op verschillende, internationale boten werkten. Ze hoopten hiermee een internationale loonstandaard af te dwingen. De rederijen haalden echter Chinese werkers uit andere Europese steden, zoals Londen, naar Nederland, waardoor de staking mislukte en de Chinezen met de nek aan werden gekeken.

Stakende havenarbeiders
Stakende havenarbeiders

Toen de Eerste Wereldoorlog die in 1914 uitbarstte, trokken wederom Chinezen naar Europa. Tussen 1916 en 1918 werden enkele honderdduizenden Chinezen door de geallieerden geworven. Zij kwamen vooral uit de provincie Shandong en het platteland rond de stad Wenzhou in de provincie Zhejiang. Zij dienden als logistieke ondersteuning en voor het graven van loopgraven in Noord-Frankrijk en Belgiƫ. Enkele duizenden van hen bleven na de oorlog in Europa en een aantal kwam ook in Nederland terecht.

Tenslotte waren de goudkoorts, plantages en treinwerkzaamheden redenen waarom Chinezen naar de Verenigde Staten migreerden. Daarnaast werden Chinese vrijwilligers uit de Verenigde Staten en soldaten van de Chinese communistische partij naar Spanje gestuurd om tegen dictator Franco te vechten. Chinezen in Zuidoost-Aziƫ waar de koloniale machten wegtrokken, besloten ook weg te gaan uit onzekerheid.

Kortom, er waren veel verschillende redenen om weg te gaan en evenveel verschillende plekken om te eindigen.

Het ontstaan van de eerste Chinatowns

Hoewel de grootste Chinatowns nu in de Verenigde Staten te vinden zijn, ontstond de eerste in de Filipijnen. Al lang voordat het woord Chinatown rond 1850 in de Verenigde Staten in gebruik raakte, stichtten de Spanjaarden een Chinese enclave in Manilla in 1594. Ze hadden ambachtslieden en handelaars nodig, en wilden graag toegang tot de lucratieve Chinese markt met luxeproducten als thee, zijde en porselein. Tegelijkertijd stonden de Spanjaarden wantrouwend tegenover de Chinezen en vreesden ze constant voor een Chinese invasie.

Omdat de groep Chinezen en handel snel groeide, besloten de Spanjaarden dat ze op Ć©Ć©n plek geconcentreerd moesten worden zodat ze hen onder controle konden houden. De Chinezen mochten niet meer binnen de intramuros, de stadsmuren, verblijven. Daarom werd aan het einde van de zestiende eeuw de parian gesticht: een handelsmarkt die diende als een soort bufferzone tussen de Spanjaarden en de lokale bevolking.

Voor de Chinezen was het leven hard op de parian, ze werden uitgebuit en ronduit gediscrimineerd door de Spanjaarden. Tegen de zeventiende eeuw hadden ze grotendeels hun plek gevonden binnen het koloniale regime, vaak met bekering naar het christendom. Hoewel hun woon- en handelsgebied Binondo van oorsprong een moerassige achterbuurt was ten noorden van de Pasig Rivier, was het economisch welvarend geworden.

In de zeventiende eeuw vond echter een tragische gebeurtenis plaats. In 1603 arriveerden drie Chinese functionarissen in de Filipijnen en kondigden aan ā€˜een gouden bergā€™ te willen onderzoeken. De Spanjaarden raakten gelijk in paniek door hun komst en acties, en vreesden een Chinese invasie. Tegelijkertijd hadden de lokale Chinezen een staking gepland vanwege de verslechterde relatie met de Spanjaarden. Dit resulteerde in een open gevecht waarin de Spanjaarden op zijn minst 15.000 Chinezen doodden.

Tegelijkertijd maakte deze gebeurtenis duidelijk hoe essentieel de Chinese handelaren waren voor de Spanjaarden. De Chinezen bouwden dan ook weer alles opnieuw op, en tussen 1606 en 1610 bracht de handel alweer meer dan 3 miljoen pesos op. Maar toen de Britten Manilla binnenvielen aan het begin van de negentiende eeuw, creƫerde dit weer nieuwe spanningen omdat ze de Chinezen dwongen tegen de Spanjaarden te vechten. Hun overwinning leidde wel tot economische hervormingen waardoor Binondo onder Britse bezetting wederom van een verarmde wijk in een welvarende handelsbuurt veranderde.

Straat in Manilla, ca. 1899
Straat in Manilla, ca. 1899

Net zoals op andere plekken, waren de Chinezen door de eeuwen heen in staat om hun status te verhogen door lokaal te trouwen of een welvarend bedrijf te runnen. Zo werden hun nakomelingen vaak onderdeel van een elitaire of hogere klasse. Zij en hun latere generaties trokken ook vaak weg uit het originele Chinatown gebied, wat vaak een armere of slechtere buurt bleef.

In Nederland wonen de meeste Nederlandse Chinezen in de Randstad, maar niet specifiek in de Chinatowns van Den Haag, Amsterdam of Rotterdam. Deze dienen deels nog als een herkenbaar aankomstpunt voor Chinese migranten, maar vervullen vooral toeristische of amusementsdoeleinden. Bovendien zijn de meeste Chinezen die naar Nederland komen allang niet meer enkel in de horeca werkzaam, maar steeds vaker hoogopgeleid en manager. In plaats van te willen wonen in een Chinese buurt, wonen ze vooral in een buurt waar anderen een vergelijkbaar inkomen of werk hebben.

In hun boek The Chinese in Europe beschrijven Gregor Benton en Frank Pieke deze trend al in 1998 als specifiek voor Europa en de Chinese gemeenschap.

De plekken waar Europese Chinese gemeenschappen zich vestigen, economische activiteiten en het sociale leven plaatsvinden, zijn niet geografisch afgebakend. Ze hebben vaak wel een kernlocatie voor bepaalde sociale, economische en culturele functies, d.w.z. ze hebben een Chinatown. In Europa is de Chinatown van toegevoegde culturele waarde voor de Chinese gemeenschappen in twee belangrijke opzichten: het zijn openbare ruimten en dienstencentra (ā€¦) waar verschillende specifieke organisaties omheen zijn ontstaan. Ten tweede zijn het herkenbare en geliefde symbolen. Chinezen van buitenaf gaan niet gewoon naar Parijs of Londen, ze zullen naar de Chinatowns gaan, waar het gebruik van de ruimte, Chinese karakters op de gevels, de geuren en de gesproken taal ze doen denken aan een abstracte Chinese wereld. Uitgaan op zondag voor jonge Chinezen in delen van Europa betekent uitgaan in grote groepen om dimsum te eten in het dichtstbijzijnde Chinatown.

Met andere woorden, zelfs voor Chinezen wordt Chinatown een uitstapje, een plek om naartoe te gaan maar ook vooral weer te vertrekken.

De eerste Chinatown op het Europese continent was in Liverpool. Dit was geen toeval, ten eerste won Groot-Brittanniƫ in de negentiende eeuw een aantal belangrijke overwinningen op China. Ten tweede trokken de Chinezen in deze tijd vooral naar kuststeden om in de havens te werken. Maar net zoals in Manilla, had ook het ontstaan van deze Chinatown verschillende knelpunten.

Liverpool en Rotterdam, verschillende steden met vergelijkbare Chinatowns

In 1860, het jaar dat China het vernederende Verdrag van Tsientsin tekende, nam Blue Funnel Line voor het eerst Chinese zeelieden in dienst. De Volkskrant schrijft dat…

…zij werden afgescheept met een salaris van 1,41 pond per maand, nog geen vijfde van wat toentertijd een Britse zeeman kreeg. Andere rederijen volgden al snel het voorbeeld van de Blue Funnel Line en gingen ook in China goedkope arbeidskrachten werven.

De Chinatown ontstond dus in het havengebied, niet in het centrum van de stad. Niet alleen was dit een impopulaire buurt, de Chinese arbeiders werden ook uitgebuit. Daarbovenop stond de Britse bevolking negatief tegenover de Chinese migranten die bijna allemaal mannen waren. Ze werden gezien als ā€œChinamannenā€ die onrust stookten, in vieze omstandigheden leefden en buitengesloten waren van veel andere sectoren. In The Chinese In Europe citeren Gregor Benton en Frank Pieke The Times van 22 november 1878 waarin zelfs stond dat…

…we in de Europese steden Chinese buurten zullen zien ontstaan wat voor ontevredenheid bij onze werkende klasse zal zorgen, met welke zij serieus rekening zullen houden en de Chinezen zullen eindigen als een vaste aanwezigheid tussen ons net zoals de Joden.

Dit onverkapte racisme werd alleen maar erger door de zeeliedenstaking die in 1911 werd afgekondigd. Niet alleen vormde dit de directe aanleiding voor Chinezen om naar Nederland te trekken binnen Europa, het versterkte ook de vijandigheid van de Europeanen naar de Chinezen. Hoewel de groepen migranten relatief klein waren, in 1911 telde Groot-BrittanniĆ« net iets meer dan 3.000 Chinezen, kwamen vanuit de Verenigde Station mediaberichten en nieuws overwaaien over het ā€˜gele gevaarā€™. Het gevaar in deze context duidde op grote groepen Chinese immigranten die bereid waren om langer, harder en voor minder te werken dan de lokale bevolking.

Deze mentaliteit leidde er tot op zekere hoogte toe dat de Chinezen succesvol waren in het buitenland. Maar het feit dat de Chinatown in Liverpool tegenwoordig noodlijdend is, laat zien dat er van een massale invasie geen sprake is geweest. Niet alleen zijn jonge Chinezen weggetrokken doordat het zich buiten het centrum bevindt, in tegenstelling tot de Chinatowns in Londen en Manchester is het geen hippe hotspot geworden. Bovendien hebben deze steden in tegenstelling tot Liverpool meer mogelijkheden qua werk en studie waardoor ze gemakkelijker Chinezen aantrekken.

In verhouding met Den Haag en Amsterdam, is de Chinatown in Rotterdam ook veel minder gecentraliseerd. Katendrecht is niet afgebakend of gemarkeerd als begin van Chinatown met een poort. Chinese restaurants zijn nu op veel andere plekken te vinden, centraler of dichterbij andere hippe Aziatische tentjes. Door de populariteit van Chinese restaurants en de aanwezigheid van andere lokale organisaties, is het echter duidelijk dat de Chinese gemeenschap nog aanwezig is.

Als we naar bovenstaande ontwikkelingen kijken, is het niet verwonderlijk dat we in Nederland maar drie echte Chinatowns hebben. Den Haag, Amsterdam en Rotterdam liggen alle drie aan de kust en in de dichtstbevolkte regio van Nederland. Tegelijkertijd waren er bepaalde omstandigheden die ervoor zorgden dat er een Chinatown in Katendrecht ontstond.

Hoe Katendrecht Chinatown werd

Zoals eerder gezegd kwam migratie naar Nederland aan het begin van de 20e eeuw op gang. In Rotterdam vestigden de Chinezen zich in Katendrecht. Dit was geen toeval, is te lezen op de website Sekswerkerfgoed:

De bijzondere vorm van de uitgegraven Maashaven (bedoeld voor laden en lossen op stroom), de loop van de spoorlijnen voor goederenverkeer en de randen die werden volgebouwd met grootschalige pakhuizen en loodsen, maakten van Katendrecht een eiland op een schiereiland. (ā€¦) Het feit dat Katendrecht volledig omsloten werd door infrastructuur, maakte het stadsdeel zeer toegankelijk voor allerlei vormen van transport, maar des te moeilijker bereikbaar voor bewoners en andere bezoekers. (ā€¦) Katendrecht bestond uit twee delen. Het westelijk gedeelte werd eerst ontwikkeld voor de oorspronkelijke bewoners van het oude Katendrecht. Het oostelijk gedeelte was gericht op nieuwkomers, meer bepaald op haven- en zeevaartarbeiders.

Daarnaast stond Katendrecht bekend als een internationaal uitgaanscentrum, met bijbehorende prostitutie en een tolerantiebeleid van de politie tegenover deze buurt. Tegelijkertijd lag het het dichtstbij de bron voor Chinese werkgelegenheid: de haven. Dit stelde de Chinese tussenpersonen ook in staat om een economische machtspositie te ontwikkelen. Zij verdeelden namelijk het beschikbare werk en bepaalden de tarieven waardoor de Chinese zeelieden een zwakke onderhandelingspositie hadden. Dit werd versterkt doordat ze geen woning mochten bezitten en dus voor onderdak afhankelijk waren van andere Chinese ā€˜huismeestersā€™ die met Nederlanders samenwerkten.

Chinees logement in Katendrecht, Rotterdam, 1922
Chinees logement in Katendrecht, Rotterdam, 1922

Omdat de eerste groep migranten vrijwel uitsluitend mannelijk was, zorgde kettingmigratie van hun vrouwen en kinderen ervoor dat de Chinese gemeenschap in de jaren 20 snel groeide. Hierdoor konden meer Chinezen investeren in hun eigen bedrijfjes en doordat er zoveel verschillende groepen dicht op elkaar leefden, integreerden de Chinezen eigenlijk vrij goed in Katendrecht. Het was dichtbevolkt en ook uit gesprekken die zijn vastgelegd op Sekswerkerfgoed, blijkt dat er over het algemeen gemoedelijke omgang was tussen de Nederlanders en Chinezen.

Vooral de rijke Chinezen waren gewilde huwelijkskandidaten. Er kleefde wel een groot nadeel aan een huwelijk met een Chinees. Een Nederlandse die met een Chinees trouwde verwierf daarmee de Chinese nationaliteit en moest haar Nederlanderschap opgeven. Een officieel huwelijk was echter niet altijd mogelijk omdat een Chinees alvorens te kunnen trouwen eerst een verklaring van zijn ouders moest overleggen waarin stond dat hun zoon ongehuwd was. Dat lukte niet altijd bijvoorbeeld omdat de betreffende Chinees zijn ouders niet met gezichtsverlies wilde belasten omdat een door hen gearrangeerd huwelijk niet kon doorgaan.
Luchtopname van de Maashaven. In het midden de wijk Katendrecht en links de Rijnhaven Rotterdam
Luchtopname van de Maashaven. In het midden de wijk Katendrecht en links de Rijnhaven Rotterdam, 1939 (CC0 – Stadsarchief Rotterdam – wiki)

Door verschillende ontwikkelingen veranderde deze relatief tolerante houding in de jaren 30. Ten eerste hadden veel Chinese arbeiders slechte leefomstandigheden vanwege hun financiĆ«le afhankelijkheid op meerdere vlakken. Onderzoek uit die periode liet zien dat er soms meer dan 40 mannen in kamers van slechts 30 vierkante meters woonden. De wereldwijde economische crisis van 1929 leidde vervolgens tot stijgende werkloosheid en meer concurrentie op de arbeidsmarkt. Modernisering van de haven leidde er ook toe dat veel Chinese arbeiders hun werk verloren. Tenslotte groeide het aantal vluchtelingen dat uit nazi-Duitsland naar Nederland kwam. Dit veroorzaakte een verandering in het denken over ā€˜vreemdelingenā€™ en toenemende bemoeienis van de overheid op de arbeidsmarkt. Effectief betekende het dat de overheid steeds actiever de toestroom van migranten ging inperken. Daarnaast was er de angst dat Chinezen andere groepen op de arbeidsmarkt zouden verdringen en massaal aanspraak zouden maken op de bijstand. Dit bleken grotendeels onnodige zorgen te zijn, maar alsnog ontstond er aan het begin van de jaren 30 een plan om de Chinezen terug te sturen.

Els Vervloesem schrijft in haar dissertatie Stedenbouw en sociale verandering: leren van vergeten geschiedenissen van stad maken als commentaar over deze periode:

Na jaren van soepel beleid heeft de Nederlandse overheid, wanneer zij wordt geconfronteerd met de cumulatieve negatieve neveneffecten van deze werkorganisatie, elke verantwoordelijkheid afgewezen. Omwille van economische belangen, was de overheid bereid om een oogje dicht te knijpen voor de informele organisatie en uitbuiting van deze arbeidskrachten. Maar vervolgens heeft een opeenvolging van repressieve maatregelen ervoor gezorgd dat deze Chinese arbeiders nooit een volwaardige plaats hebben gekregen in de Nederlandse samenleving. Onder het mom van ā€˜woon- en leefkwaliteitā€™ werd overgegaan tot ā€˜Chinezentellingenā€™ in de logementshuizen, die uiteindelijk resulteerden in een strafrechtelijke aanpak en massale deportatie. Zo is de plaats die deze migranten gedurende drie decennia op Katendrecht hebben opgebouwd, toegeĆ«igend en vormgegeven, door middel van civiele organisatie, transnationaal en lokaal ondernemerschap, en in wederzijdse uitwisseling met andere stedelingen, op een bijzonder hardvochtige manier uitgewist.

Integraal overgenomen inzending

Bibliografie ā–¼

Boeken

– Gergor Benton en Frank N. Pieke, The Chinese in Europe, MacMillan Press, 1998.
– Leonard BlussĆ© en Floris-Jan van Luyn, China en de Nederlanders: Geschiedenis van de Nederlands-Chinese betrekkingen 1600-2008, Walburg Pers, 2008.
– Jan van Campen en Tristan Mostert, Zijden draad: China en Nederland vanaf 1600, Vantilt, 2023.
– Yocklang Chong, De Chinezen Van De Binnen Banthammerstraat: een geschiedenis van drie generaties, Het Spinhuis, 2005.
– Flemming Christiansen, Chinatown, Europe: An exploration of overseas Chinese identity in the 1990s, Routledge, 2003.
– Panos Hatziprokopiou en Nicola Montagna, Contested Chinatown: Chinese migrants’ incorporation and the urban space in London and Milan, Ethnicities, 2012.
– Pieter Nicolaas Kuiper, The Early Dutch Sinologists : a study of their training in Holland and China, and their functions in the Netherlands Indies (1854-1900), Brill, 2016.
– Minghuan Li, We Need Two Worlds: Chinese Immigrant Associations in a Western Society, Amsterdam University Press, 1999.
– Els Vervloesem, Stedenbouw en sociale verandering: leren van vergeten geschiedenissen van stad maken., Technische Universiteit Eindhoven, 2019.
– Thijs Weststeijn, Foreign Devils and Philosophers: Cultural Encounters between the Chinese, the Dutch, and Other Europeans, 1590-1800, Brill, 2020.
– Bernard P. Wong en Tan Chee-Beng, Chinatowns around the World: Gilded Ghetto, Ethnopolis, and Cultural Diaspora, Brill, 2013.

Online bronnen:

Ontdekkingsreizigers en handelsbelangen

-https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu07_01/molh003nieu07_01_1701.php
-https://www.uu.nl/bijzondere-collecties-universiteitsbibliotheek-utrecht/collecties/oude-en-bijzondere-drukken/geografische-beschrijvingen/itinerario-van-jan-huygen-van-linschoten
-https://historiek.net/jan-huyghen-van-linschoten-itinerario-1596/40637/
-https://www.westfriesgenootschap.nl/geschiedschrijving/biografie/biografie_dirk_pomp.php
-https://dutchreview.com/culture/how-17-dutch-sailors-changed-history/
-https://www.deenkhuizer.nl/de-straatnaam/dirck-china-een-enkhuizer-zeevaarder

Culturele ontdekking, uitwisseling en popularisering

-https://delftsaardewerk.nl/ontdekken/hoe-is-delfts-aardewerk-ontstaan
-https://delftsaardewerk.nl/ontdekken/hoe-ziet-delfts-aardewerk-eruit
-https://delftsaardewerk.nl/verdiepen/3537-chinees-porselein
-https://museum.royaldelft.com/en/discover-the-collection/history/
-https://www.chinasage.info/chinoiserie.htm
-https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/02/hoe-chinastudies-ontstond-in-%E2%80%A6-nederlands-indie
-https://www.mareonline.nl/wetenschap/ons-indie-ging-altijd-voor/
-https://repertorium.library.uu.nl/collectie/hoffmann/
-http://www.rechtertie.nl/welkom/index.jsp

De grote Chinese migratiegolven van de 19e eeuw

-https://en.unesco.org/courier/2021-4/overseas-chinese-long-history
-https://historiek.net/chinas-hoogmoed-en-val/17722/
-https://asiapacificcurriculum.ca/learning-module/opium-wars-china

Het ontstaan van de eerste Chinatowns

-https://scribblingblues.wordpress.com/2011/02/01/the-parian/
-https://tulay.ph/2021/06/06/americas-first-chinatown-the-parian-of-manila/
-https://www.ikot.ph/off-the-wall-the-worlds-oldest-chinatown/
-Liverpool en Rotterdam, verschillende steden met vergelijkbare Chinatowns
-https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/oudste-chinatown-in-europa-herrijst~bc3a5ee3/

Hoe Katendrecht Chinatown werd

-https://dekanttekening.nl/samenleving/de-stand-van-de-chinezen-in-ons-land/
-https://sekswerkerfgoed.nl/katendrecht-een-depot-van-beleefde-chinezen-met-tijdelijke-liefdes/
-https://www.delpher.nl/nl/boeken/view?coll=boeken&identifier=MMKB06:000008620:00021
-https://iisg.nl/hbm/chinatown/intro.php
-https://iisg.nl/collections/chinezen-zeedijk/chinezen-nl.php
-https://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/01434632.2020.1801696
-https://inburgerking.wordpress.com/2017/09/08/poepchinezen-een-ontroerend-portret-over-de-chinezen-van-katendrecht/
-https://www.livpost.co.uk/p/chinatown-is-quietly-dying-what-happened?triedSigningIn=true
-https://rotterdampartners.nl/historische-betrekkingen-rotterdam-en-china/

Een diverse minderheid, de Chinese gemeenschap in het buitenland

-https://www.meerdanbabipangang.nl/de-geschiedenis-van-peranakanchinezen-in-nederland/
-https://chinatimes.nl/over/
-https://werkgroepcaraibischeletteren.nl/de-emigratie-van-chinezen-naar-suriname/
-https://suriname.nu/surinamezoeken/knowledge-base/chinezen/
-https://brill.com/view/journals/bki/171/4/article-p516_4.xml?language=en
-https://www.geschiedenislokaal010.nl/bronnen/chinezen-de-zeemansstaking-van-1911/

×