Enkele Poolse instellingen hebben zich met succes verzet tegen de verkoop van een stuk land waarop de commandantswoning van vernietigingskamp Belzec staat. De eigenaar van het stuk grond, de Poolse spoorwegmaaschappij PKP, heeft besloten van de veiling af te zien.
Het is nog wel mogelijk dat de grond in een later stadium verkocht wordt, maar de nieuwe eigenaar kan dan niet besluiten om de vervallen commandantswoning met de grond gelijk te maken. De historische context van deze plek moet namelijk behouden blijven, zo heeft PKP laten weten.
De veiling zou aanvankelijk eind deze maand plaatsvinden. Bildungswerk Stanisław Hantz probeerde samen met enkele Poolse partners de ernstig verwaarloosde commandantswoning aan te kopen. Een onlangs opgezette crowdfundingsactie werd onder meer gesteund door Stichting Sobibor uit Nederland. Er zijn plannen om het gebouw te gebruiken voor educatieve doeleinden.
Vernietigingskamp Belzec
Belzec was het eerste van drie vernietigingskampen in het kader van Aktion Reinhard. Het werd in maart 1942 in gebruik genomen. Niet lang daarna werden ook de doodskampen in Sobibor en Treblinka operationeel.
In Belzec werden in een tijdsbestek van amper tien maanden minstens 450.000 Joden, Sinti en Roma vermoord. Gedurende de periode van december 1942 tot maart 1943 werd het kamp in opdracht van de nazi’s door de Joodse dwangarbeiders met de grond gelijkgemaakt, massagraven werden door hen geopend en de lijken werden in de open lucht gecremeerd. Daarna werden bomen op het terrein geplant om te verhullen wat op deze plek had plaatsgevonden. De overgebleven werkjoden werden naar Sobibor gebracht om daar te worden vergast.
Tegenwoordig staat op de plek van het voormalige vernietigingskamp een museum-monument. De commandantswoning bevindt zich op enkele honderden meters van dat monument.