Dark
Light

De drie keizers van het Colosseum

3 minuten leestijd
Colosseum in Rome
Colosseum in Rome (CC BY-SA 2.5 - Diliff - wiki)

In De keizers van het Colosseum beschrijft historicus Anton van Hooff het leven en bouwwerk van de drie Flavische keizers die met het Colosseum een blijvend monument oprichtten: Vespasianus (hij regeerde van 69 tot 79), Titus (79-81) en Domitianus (81-96). Vespasianus begon met de bouw, Titus weidde het Colosseum in en Domitianus legde er de laatste hand aan.

De ruim 25 jaar dat deze keizers samen aan het roer van het Romeinse Rijk stonden, gebeurde er van alles binnen de Rijksgrenzen: de Joodse Oorlog (van 66-70, waarbij de Romeinen de tempel in Jeruzalem verwoestten en de Joden in diaspora gingen), de Bataafse Opstand in Germania Inferior, burgeroorlogen, pestepidemieën en de ondergang van Pompeii na de uitbarsting van de Vesuvius. Het is deze woelige periode van 25 jaar die Van Hooff in vlot geschreven teksten in zijn boek naar voren haalt.

Vespasianus

Buste van Vespasianus - cc
Buste van Vespasianus – cc
Keizer Vespasianus was van eenvoudige komaf, maar zijn familie had fortuin gemaakt waardoor hij kon opklimmen tot de elite. In het begin van zijn loopbaan was hij stafofficier in Thracië, en vanaf het jaar 35 – hij was toen 26 jaar – werd hij quaestor, een financieel assistent van de gouverneur, in Kreta en Cyrene. Daarna klom hij via de functie van praetor op tot preconsul van Africa en in het jaar 66 uiteindelijk ook commandant van de legers die de Joodse opstandelingen moesten neerslaan.

Verwoesting tempel

De uiteindelijke belegering van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel weren geleid door Vespasianus’ zoon Titus, omdat Vespasianus zelf tijdens de opstand keizer geworden was. We lezen, volgens het historisch verslag van Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus, over het dappere en doortastende optreden van Titus het volgende:

“Op weg naar Jeruzalem raakte Titus door een verrassende overval afgesneden van de hoofdmacht, maar met doortastend optreden sloeg hij zich door de omsingeling heen. De volgende dag kreeg hij voor het eerst zicht op Jeruzalem ‘en het massief van de Tempel die daar stralend bovenuit rijst.’ Het verschijnen van de Romeinen bracht de drie strijdende facties – de twee groepen Zeloten en Simons aanhang – in de stad tot eenheid van optreden. Ze deden onverhoeds een uitval naar het tiende legioen dat nog bezig was zijn kamp op te bouwen. De Romeinen werden overrompeld en sloegen op de vlucht. Maar Titus maakte met een keurtroep een einde aan de chaos en dreef de aanvallers terug de stad in. Het legioen ging weer naar de hoogte waar het kamp was opgeslagen. De Joden interpreteerden dat als een terugtocht en vielen opnieuw aan. Weer redde Titus de situatie. Terwijl in het Tempelcomplex nogmaals onderlinge gevechten uitbraken, egaliseerde Titus het gebied rond de stad om de belegering te vergemakkelijken. Alle bomen in de wijde omgeving werden gekapt. Om de werkers te beschermen bombardeerden de ballista’s de Joodse schutters op de muren met stenen van wel twintig kilo.” (55)

De afloop van de oorlog in het jaar 70 was de verwoesting van de Joodse tempel en de diaspora van de Joden over het Midden-Oosten en in Europa; een gebeurtenis die tot op de dag van vandaag invloed heeft op de wereldgeschiedenis.

Typeringen van de keizers

Aardig is dat Van Hooff persoonlijke typeringen geeft van de drie keizers die in zijn boek centraal staan. Vespasianus valt te typeren als een verlicht despoot, een aimabele, niet-wraakzuchtige en zelfs geestige keizer. Hij was mild, strafte mensen die majesteitsschennis begingen hooguit met verbanning, maar was wel meedogenloos als het om de militaire discipline ging.

Keizers van het Colosseum – Anton van Hooff
Keizers van het Colosseum – Anton van Hooff
Titus wordt net als zijn vader in de bronnen verheerlijkt. Ook hij was vergevingsgezind en verleende zijn gevolg en onderdanen graag gunsten:

“Hij was zo toe- en vrijgevend dat hij niemand ooit iets weigerde. Toen zijn vrienden hem dit gedrag verweten zei hij dat niemand teleurgesteld, tristis, van een keizer mocht heengaan.” (251)

Domitianus was van een andere categorie. In de eigentijdse beschrijvingen van hem en in de historiografie tot diep in de twintigste eeuw, domineerde lange tijd een negatief beeld van Domitianus als tiran, moordenaar, christenhater en wraakzuchtig persoon, die net zo gestoord zou zijn geweest als Caligula en Nero. De positieve aspecten van zijn keizerschap, zoals zijn militaire genie en zijn gunstige ingrijpen in de economie, bleven daarbij onderbelicht. Van Hooff zoomt in zijn boek in op de historiografische controverses van de beeldvorming over Domitianus.

Het boek bevat een korte bibliografie, voetnoten en een namen- en zakenindex en is daarmee goed toegankelijk.

Boek: Keizers van het Colosseum – Anton van Hooff

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

×