Alessandro Barbero maakt het in zijn onlangs vertaalde boek over het Italiaanse fenomeen āDanteā (2020) de lezer niet echt gemakkelijk. Inleiding en epiloog ontbreken. Wat de docent middeleeuwse geschiedenis aan de universiteit van het Noord-Italiaanse Vercelli nu precies aan de bestaande literatuur wil toevoegen, dat moet de lezer zelf ontdekken.
Hij lijkt er verder van uit te gaan dat zijn lezers zo vertrouwd zijn met de boeken van Dante dat hij daarover weinig vertelt. Door die keuzes is dit toch meer een boek voor de kenners van de cantoās van de Italiaanse maestro van rond 1300 dan voor verkenners, de lezers die eerste stappen zetten om te weten te komen wat de Florentijn zo beroemd maakte. Hier dus eerst maar de grote themaās van Danteā s leven.
Welfen
Dante Alighieri werd in 1265 geboren in Florence, bakermat van de Renaissance en nog altijd Ć©Ć©n van de sierlijkste steden van ItaliĆ«. De stad aan de Arno was in zijn tijd na Rome de belangrijkste en telde zoān 100.000 inwoners. De stad kon zijn partijtje meeblazen in de helse conflicten tussen Ghibellijnen en Welfen, de keizerlijke en pauselijke partij, tussen steden onderling en tussen facties en clans in de stad. Er waren regelmatig steekpartijen tussen rivaliserende families. In Danteā s jonge jaren hadden de pausgezinde Welfen de stad weer in handen gekregen en hun tegenstanders… verbannen. Het kon er dus flink stormen, de Florentijn Machiavelli had zijn onorthodoxe boek over de omgang met macht ook twee eeuwen eerder kunnen schrijven.
Conflicten alom en verbanning, ze zouden Danteā s leven beheersen. Barbero opent zijn boek pakkend met een veldslag – in 1289 – tussen het grote Florence en het kleinere, honderd kilometer verderop gelegen stadje Arezzo, geleid door een bijziende bisschop. In de vlakte halverwege, Campaldino, wint de grootste partij nipt. De vijandelijke ruiterij stormt op de voorhoede van de Florentijnse ruiterij af die in stilstand de stootkracht van de lansen moet absorberen en incasseren. Was de jonge Dante er inderdaad bij? Werd hij uit het zadel geworpen door de lansen van de vijand? Ja, alle bronnen overwegend, zegt ook deze auteur, dat Dante er bij was. In zijn cantoās, veel later, biechtte hij op hoe hij in de piepzak had gezeten.
Het gevecht is voor Barbero ook een middel om de sociale positie van Dante te duiden. Was er voor 1300 al verschil tussen ‘gentile’ tegenover ‘nobile’, laten we zeggen edel en adel? Draaide adeldom om “eeuwenoude rijkdom Ć©n goede manieren” of om eerlijk te zijn, alleen om het eerste? De jonge Dante vond dat het ook om goed gedrag hoorde te gaan, om deugdzaamheid die zich dagelijks moest bewijzen. Adeldom zat niet in de blĆ³edlijn, maar alleen in het individu, vond Dante die nogal eens filosofeerde over deze kwestie. Barbero weet soms mooie kwesties aan te snijden. Want: sprak hier nu de tijdgeest van Danteās republikeinse Florence of reflecteerde deze opvatting zijn eigen niet-adellijke achtergrond?
Muze
Al op bijna negenjarige leeftijd wordt Dante straalverliefd op een net acht jaar oud meisje in een bloedrood jurkje. Beatrice wordt het middelpunt van zijn kalverliefde, zijn muze, bezongen in vele gedichten, die hij meestal deelt met andere dichterlijke geesten in de stad. Een doodenkele keer ontmoeten ze elkaar, maar de dichter is te schuchter, het meisje misschien te nuchter. Misschien is zij voor hem maar projectie, een meisje om over te dromen en mee te dwepen. Zijn gedichten over deze onbereikbare liefde passen te mooi in het patroon van de hoofse liefde die al in de twaalfde eeuw vanuit de Provence in de mode kwam. Met Beatrice liep het overigens niet zo goed af. Na een ongelukkig gearrangeerd huwelijk, stierf ze veel te jong, vijfentwintig jaar nog maar, intens betreurd door de droeve dromer die Dante voor zijn pakweg dertigste nog steeds was. In zijn boeken later zal hij haar vereeuwigen, dat wel. Daarover verderop meer.
![Incipit vita nova, Dante en Beatrice in de tuin, prerafaƫlitisch werk van de schilder Cesare Saccaggi uit Tortona.](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2021/10/Dante-en-Beatrice-1.jpg)
Ballingschap
In de jaren daarna nam Dante ook deel aan de politiek. In zijn tijd was Florence een republiek met een ingewikkelde constitutie, waarbij de hogere klassen waren uitgesloten van de staatsambten. De middenklasse en de gilden hadden de macht maar zorgden ervoor dat niemand te lang aan het roer kwam te staan. Om het half jaar wisselden de machthebbers in de volksregering. Dante bleek een invloedrijk bestuurder, een spreker die je niet tegen wilde krijgen. Maar onherroepelijk maakte hij ook vijanden. Uiteindelijk werden partijschap en splitsing in āzwarteā en āwitteā Welfen hem fataal, Dante moest om te overleven in ballingschap.
De rest van zijn leven brengt hij elders door, voortdurend treurend over het verlies van zijn geliefde geboortestad. Hij woont nu eens hier en dan eens daar, vaak bij plaatselijke potentaten. Hij woont in Bologna, Verona en Ravenna. Dante is nu eens onverzoenlijk, dan weer overweegt hij de spreekwoordelijke gang naar Canossa om maar terug te mogen naar Florence. Uiteindelijk komt het er niet van. Al dat verdriet zal de dichter omzetten in boeken, vaak in het Florentijnse dialect en niet in het Latijn, die geleidelijk aan een groot publiek bereiken en hem beroemd maken. De ultieme bekroning daarvoor ā gelauwerd worden in eigen stad ā zal hij bij leven nooit bereiken, hoezeer hij daar ook naar hintte.
Komedie
Het is inderdaad een wonderschone compositie die lezers en luisteraars toen moet hebben gefascineerd, omdat Dante alle kerkelijke dogmaās over dood, hel, vagevuur en hemel bevestigde en verbeeldde. Voor de Florentijn lag het genoegen erin dat hij al zijn talige en dichterlijke vermogens kon inzetten om zijn vijanden alsnog te vernederen en zijn vrienden te behagen. Dat is voor lezers nu ook nog altijd invoelbaar en genietbaar.
Kortom, aanbevolen voor gevorderden, wie de schrijver Dante goed wil leren kennen, zoeke een andere titel over Dante.1
Dantes geboortedag en naam
De Inferno (Hel) van Dante Alighieri
1 – Voor deze recensie is ook gebruik gemaakt van R.W.B. Lewis, Dante Alighieri, Balans, 2004