De Radboud Universiteit in Nijmegen staat vrijdag met een congres stil bij het feit dat precies vierhonderd jaar geleden de 21-jarige student David Gorlaeus (1591-1612) overleed. Christoph Lüthy, hoogleraar Geschiedenis van wetenschap en filosofie aan de Radboud Universiteit, schreef een boek over het wonderkind Gorlaeus.
Deze student theologie, die dus niet erg oud werd, liet een klein maar invloedrijk oeuvre na. Hij schreef twee boeken, waarvan er één (Idea physicae) een samenvatting van het andere (Exercitationes philosophicae) is. Samengevat betoogde hij in die werken dat alles in de wereld uit atomen bestaat. De Grieken hadden dat eeuwen eerder al beweerd, maar dat werd vervolgens tot de zeventiende eeuw bestreden. Rond de tijd dat Gorlaeus zijn hoofdwerk schreef, was het zogenaamde atomisme weer op aan het komen in Europa. De jonge Fries was Nederlands eerste atomist.
Hoogleraar Christoph Lüthy schreef een boek over de ‘eerste Nederlandse atomist’. Volgens de hoogleraar begrijpen of weten maar weinig mensen dat Gorlaeus’ ideeën niet het product ware van een ijverige natuurwetenschapper, maar van een student theologie. Ook onbekend is volgens Lüthy dat de ideeën deel uitmaakten van een fel theologisch dispuut dat de Universiteit Leiden, waar Gorlaeus in 1610 ging studeren, destijds beheerste.
Nadat in 1609 de theologische hoogleraar Arminius, leider van een beweging die de calvinistische predestinatieleer in twijfel trok, was gestorven, was de vraag wie hem op zou volgen. Arminius-aanhangers vonden een gelijkgestemde opvolger in de Duitse theoloog Vorstius. Maar toen die in 1610 een boek publiceerde met zijn ideeën, ontstond er oproer. Daarbij raakte zelfs de Engelse koning Jacobus I betrokken, die Vorstius’ boek liet verbranden. De kwestie woedde voort tot Vorstius in 1619 samen met alle Arminianen door de Synode van Dordrecht werd verbannen uit Nederland.
olgens Lüthy moest een theologiestudent in die tijd wel standpunt innemen in de strijd. Gorlaeus schaarde zich in het kamp van de Arminianen. Wat die stellingname in een discussie over predestinatie met atomen te maken heeft, is voor een eenentwintigste-eeuwer nauwelijks te begrijpen, maar Lüthy legt dat als volgt uit:
“Het gaat om de wisselwerking tussen God, de materie en de mens. En het gaat erom of mensen een vrije wil en een ziel hebben waar ze zelf verantwoordelijkheid voor dragen, of niet. Het atomisme gaf de gelegenheid om God en de ziel in ruimte en tijd uit elkaar te trekken. Voor veel gelovigen was dat een angstaanjagende en zwaar zondige gedachte.”
Hoogleraar Christoph Lüthy werd geboren in Zwitserland en woont sinds 1997 in Nederland. Hij deed uitgebreid onderzoek naar David Gorlaeus. De hoogleraar vond dit onder meer interessant omdat hij via Gorlaeus veel te weten kwam over “die hysterische tijd” aan het begin van de zeventiende eeuw. Nederland probeerde in die periode onafhankelijk te worden. De hoogleraar:
“De allerkleinste afwijkingen van de theologische leer aanleiding gaven tot pamfletten, boekverbrandingen, beroepsverboden enzovoort. Een totaal fanatieke en intolerante periode, waar veel Nederlanders weinig meer van weten en misschien liever niet aan herinnerd worden. Maar heel interessant!”
Lüthy schreef dus een boek over de student. De boekpresentatie vindt vrijdag plaats in het hervormde kerkje van Koarnjum, in Friesland. David Gorlaeus ligt daar begraven, onder een glasplaat, midden in de kerk.