Dark
Light

De publicatie van Het Achterhuis, het dagboek van Anne Frank

Het dagboek van Anne Frank
4 minuten leestijd
het achterhuis
Anne Frank en haar dagboek
Bij uitgeverij Vantilt verscheen zomer 2015 De Leeslijst, 222 werken uit de Nederlandse literatuur. De leeslijst is er om iedere literatuurliefhebber (hernieuwd) kennis te laten maken met vergeten, onderschatte, of juist stukgelezen en vaak bekroonde werken uit de Nederlandse en Vlaamse letterkunde van alle eeuwen. Op Historiek publiceren we een fragment, over het dagboek van Anne Frank.


Anne Frank, het Achterhuis

Toen de schriftjes met de dagboeken van Anne Frank in augustus 1945 overhandigd werden aan haar vader Otto, de enige overlevende van het gezin Frank, leek het er niet op dat zij op grond van haar tekst in de decennia die volgden zou uitgroeien tot, in de woorden van David Barnouw, ‘een icoon van de Holocaust’.

Het dagboek van het Joodse meisje uit Amsterdam staat met 27 miljoen verkochte exemplaren op de tiende plaats in de top 10 van de wereldwijd meest verkochte boeken uit de afgelopen halve eeuw. In Nederland zijn al meer dan 65 drukken verschenen. Het verhaal is diverse malen verfilmd en bewerkt tot musical en hoorspel. In juli 2009 voegde Unesco Anne Franks dagboek toe aan de Werelderfgoedlijst voor documenten.

Op maandag 6 juli 1942 trok de Amsterdamse familie Frank om onder te duiken naar het achterhuis van het bedrijfspand aan de Prinsengracht van vader Otto. Hij had de onderduik gedurende het voorjaar uitgebreid voorbereid, maar toen Annes zus Margot een oproep kreeg voor ‘tewerkstelling’ in Oost-Europa, ging het toch nog sneller dan verwacht. In het dagboek dat zij kort ervoor voor haar verjaardag kreeg, beschreef Anne Frank nauwgezet haar bestaan als onderduiker: de onderlinge omgangsvormen in de kleine ruimte, haar moeizame relatie met haar moeder, de toestand in de wereld (voor zover ze daar een beeld van kreeg) en haar intieme leven. Op 1 augustus 1944 schreef ze voor het laatst in haar dagboek. Op 4 augustus arresteerden de Sicherheitsdienst (sd)en Nederlandse politieagenten de familie. Anne Frank overleed in Bergen-Belsen, rond eind maart, begin april 1945.

Omslag van de Engelse vertaling van het boek van de Franse revisionist en Holocaustontkenner Robert Faurisson, waarin de authenticiteit van Het Achterhuis wordt betwijfeld
Omslag van de Engelse vertaling van het boek van de Franse revisionist en Holocaustontkenner Robert Faurisson, waarin de authenticiteit van Het Achterhuis wordt betwijfeld
Miep Gies, de steun en toeverlaat van de ondergedoken familie, vond het dagboek voordat het achterhuis werd ontruimd. Zij gaf het begin augustus 1945 aan Otto Frank.

Het was het begin van een complexe tekstgenese. Frank was zeer onder de indruk van zijn dochters dagboek en maakte een (aanvankelijk Duitstalige) bewerking, waarin hij onder meer onaangenaamheden over tal van personen, onder wie zijn echtgenote, retoucheerde. Anne Frank zelf had al gewerkt aan een tweede versie van haar dagboek, die bestemd was voor publicatie, maar die was niet af. Van de combinatie van beide versies maakte Otto Frank een nieuwe tekst. Omdat Nederlands niet zijn moedertaal was, liet hij het zo ontstane manuscript redigeren door een kennis, die ook inhoudelijk de nodige aanpassingen deed.

Met dit manuscript ging Otto Frank in 1946 de boer op, maar hij vond geen uitgever. Toen de eminente historicus Jan Romein op basis van het manuscript een bewonderend artikel schreef in Het Parool bleek uitgeverij Contact bereid het boek te publiceren, wat opnieuw allerhande (gangbare en minder gangbare) redactionele ingrepen tot gevolg had. In het slotwoord bij de eerste druk van Het Achterhuis uit 1947 stond: ‘Op enkele gedeelten na, die van weinig waarde voor de lezer zijn, is de oorspronkelijke tekst afgedrukt.’ Historicus Barnouw merkt hierover op:

‘Iedereen die bij de uitgave betrokken was, moet zich gerealiseerd hebben dat dit ver bezijden de waarheid was.’

Toen het dagboek zijn internationale zegetocht begon, werden al deze redactionele stappen (alsmede een langlopend conflict van Otto Frank met een toneelbewerker) ineens relevant en waren ze koren op de molen van neonazi’s die stelden dat het dagboek een vervalsing was. In de jaren 50 en 60 werd de echtheid van het dagboek fel aangevochten in Scandinavische, Duitse, Engelse en Franse extreemrechtse kringen. In Engeland gebeurde dat onder andere in de brochure Did Six Million Really Die?; in Frankrijk in kringen rond negationist Robert Faurisson. Een Duits technisch onderzoek van het Bundeskriminalamt, waaruit bleek dat op het oorspronkelijke manuscript correcties waren aangebracht met naoorlogse inkt, deed in de jaren 80 de discussie nog eenmaal opflakkeren. Uiteindelijk maakte de definitieve wetenschappelijke teksteditie in 1986, met daarin alle versies en redactionele ingrepen, een einde aan de misverstanden en speculaties.

Bij verschijning hadden de toenmalige serieuze literatuurcritici het boek uitbundig geprezen. Paradoxaal genoeg verdween Het Achterhuis als literaire tekst met het groeien van de internationale roem in Nederland echter steeds meer van de kaart. Een vergelijking tussen de in Nederland uitgegeven literatuurgeschiedenis van Hugo Brems en de Duitse Niederländische Literaturgeschichte, onder redactie van Ralf Grüttemeier en Maria Leuker, die beide in 2006 verschenen, is indicatief voor de veranderde constellatie. Bij Brems wordt Frank vier keer genoemd, steeds in een opsomming van meerdere oorlogsgerelateerde boeken. De eerste keer is dat onder verwijzing naar het internationale succes van Het Achterhuis en later met de verder niet beargumenteerde claim dat het dagboek ‘in de loop der jaren meer en meer als jeugdboek is gaan functioneren’. Inhoudelijk zegt Brems nergens iets over het dagboek. Binnen de veel bescheidener ruimte die Grüttemeier ter beschikking stond, presenteert hij een zeer informatieve tekst met, in het licht van Brems’ observatie, misschien wel als opmerkelijkste waarneming dat Das Tagebuch der Anne Frank in de tijd dat het in Nederland steeds meer gezien werd als historisch document

‘bereits einer der Schlüsseltexte der Auslandniederlandistik [war]. Dabei gerieten zunehmend auch die literarischen Qualitäten des Tagebuchs ins Blickfeld […]’

Hoog tijd voor een literair-wetenschappelijke rehabilitatie van Het Achterhuis?

~ Jos Joosten

Boek: De leeslijst, 222 werken uit de Nederlandstalige literatuur

×