De Duitse hereniging en de Europese Gemeenschap (1989-1991)

4 minuten leestijd
François Mitterand en Helmut Kohl in 1987 (CC BY-SA 3.0 de - Bundesarchiv - wiki)
François Mitterrand en Helmut Kohl in 1987 (CC BY-SA 3.0 de - Bundesarchiv - wiki)

De Koude Oorlog was de hoofdreden waarom Duitsland van 1949 tot 1990 gescheiden was in de Bondsrepubliek Duitsland (BRD, West-Duitsland) en de Duitse Democratische Republiek (DDR, Oost-Duitsland). Het IJzeren Gordijn dat Europa verdeelde in Oost en West liep dwars door Duitsland. De perestrojka van Michail Gorbatsjov, in 1985 aangetreden als leider van de Sovjet-Unie, opende eind jaren tachtig mogelijkheden voor de Duitse hereniging. Maar wat zou dat betekenen voor de Europese Gemeenschap (EG), waar West-Duitsland sinds de oprichting in 1957 lid van was?

Zorgen bij Europese landen

In theorie kon de Sovjet-Unie, in ruil voor hereniging, eisen dat Duitsland neutraal zou worden. Niet lid van het Warschaupact, niet lid van de NAVO. De Europese Gemeenschap viel niet onder de NAVO, het was een verbond van West-Europese landen. Maar een reden waarom Konrad Adenauer, bondskanselier van 1949 tot 1963, West-Duitsland zo graag bij het Westen wilde laten aansluiten (‘Westintegration’) was om sterker te staan tegenover de DDR en het communistische blok. Met de hereniging zou dit motief verdwijnen. Een ongebonden Duitsland zou bovendien een eigen diplomatieke koers kunnen varen.

Bij sommige Europese landen waren de herinneringen aan de twee wereldoorlogen niet verdwenen. Vooral bij de Britten overheerste het oude vijandbeeld: hoe lang zou het duren voordat Duitsland opnieuw naar hegemonie over het continent zou gaan streven? Polen was bezorgd dat Duitsland niet langer de rivieren Oder en Neisse als grens tussen beide landen zou erkennen. Een groot deel van West-Polen was Pruisisch grondgebied geweest. Wat als Duitsland aanspraak zou maken op Pools grondgebied? De Nederlandse premier, Ruud Lubbers, trok openlijk de wijsheid van de hereniging in twijfel.1 En hoe zat het met Frankrijk, dat meerdere keren oorlog had gehad met Duitsland?

Duitse hereniging: gevolgen voor Frans buitenlandbeleid

De Franse president François Mitterrand maakte zich geen zorgen om een nieuwe oorlog. Hij en de Duitse bondskanselier Helmut Kohl waren persoonlijk altijd goed overeengekomen. Hij wist dat het de Duitse regering ernst was met de naoorlogse Frans-Duitse verzoening.

Wel had hij bedenkingen bij het eigengereide optreden van Kohl, die geen oog leek te hebben voor mogelijke internationale gevolgen. Onder Gorbatsjov was ontspanning ontstaan in de Koude Oorlog. Indien het Westen te triomfantelijk deed, bijvoorbeeld door aanspraak te doen op landen in het Oostblok, zou de sfeer weer kunnen bekoelen.

Het Duitse optreden bemoeilijkte twee doelstellingen van de Franse diplomatie. Tijdens het interbellum had Frankrijk betrekkingen met veel Oost-Europese lidstaten – een reden waarom Frankrijk de Oost-West-verdeling van de Koude Oorlog altijd bezwaarlijk had gevonden. Vanaf zijn herverkiezing in 1988 had Mitterrand de openheid van Gorbatsjov benut om de Sovjet-Unie en Oost-Europese landen te bezoeken en de banden te hernieuwen. Duitsland bracht dit nu mogelijk in gevaar. Zeker toen bleek dat meerdere Oostbloklanden, vooral de Baltische staten, oren hadden naar economische betrekkingen met Duitsland. Daarom stelde Frankrijk voor om het Oost-Europabeleid te coördineren. Duitsland ging daar niet op in.2

Daarnaast dreigden Mitterrands plannen om de Europese integratie nieuw leven in te blazen in gevaar te komen. Zonder Duitsland zou de EG verzwakt worden. Als het lid bleef, zou het nu grotere Duitsland zich onafhankelijker van Frankrijk kunnen opstellen.

In de winter van 1989-1990 was het ook mogelijk dat BRD en DDR niet direct één zouden worden, maar een confederale relatie aan zouden gaan: twee landen met eigen regeringen die op belangrijke punten samenwerkten. Zou de BRD dan lid blijven van de EG, dan kon de DDR moeilijk buitengesloten worden. Indien Oostenrijk ook lid werd, zou Frankrijk tegenover drie Duitstalige landen komen te staan.3

Frankrijk had bij de Frans-Duitse vriendschap nooit de machtspolitiek uit het oog verloren: Frankrijk kon West-Duitsland bespelen, samen konden ze de koers uitzetten in Europa. Liever één verenigd Duitsland binnen de EU, dan drie Duitstalige lidstaten of buiten de EU een Duits blok.

Kohl: overtuigd federalist

Achteraf waren de zorgen van andere landen onterecht. Kohl was voorstander van een federaal Europa. Hij zag Duitse en Europese eenwording in elkaars verlengde: het laatste zou ook het eerste legitimeren. Duitsland was een federale staat, waarom niet ook Europa?

Vaak wordt gesteld dat Kohl instemde met invoering van de euro in ruil voor Mitterrands zegen aan de Duitse eenwording. Echter, al vóór de val van de Muur had Kohl zich positief uitgelaten over een eventuele eenheidsmunt. Zijn land- en partijgenoten waren veel minder enthousiast over het opgeven van de sterke D-mark.4

Duitsland en Frankrijk: tegengestelde belangen

Logo van de Europese Raad
Logo van de Europese Raad
Duitsland en Frankrijk hadden in deze periode andere belangen. Frankrijk had altijd tweeslachtig gestaan tegenover Europese eenwording. Samenwerking was wenselijk op terreinen waarvan Frankrijk zelf zou profiteren, zoals economie en defensie. Inperking van de nationale soevereiniteit moest echter worden vermeden. Vandaar de Franse voorkeur voor een sterke positie van de Europese Raad, het orgaan van Europese regeringen.

Volgens Mitterrand zou een Europees monetair en economisch stelsel de Franse economie ten goede komen (en verhinderen dat de D-mark een aantrekkelijkere munt werd dan de Franse franc). Daarnaast wilde hij een Europees veiligheids- en defensiebeleid – gecoördineerd door de Raad.

Kohl zag liever institutionele hervorming van de Gemeenschap. De Europese Commissie moest uitgroeien tot federale Europese regering, het Europese Parlement tot federale volksvertegenwoordiging. Muziek in de oren van commissievoorzitter Jacques Delors, overtuigd federalist.

Zoals Kohl de val van de Berlijnse Muur benut had om Duitsland te herenigen, zo gebruikten hij en Mitterrand de Duitse eenwording om vaart te maken met de Europese eenwording. De eenwording zou aanleiding zijn voor de hervorming en de hervorming zou de eenwording legitimeren en inbedden in een Europees kader.

Dit resulteerde in het Verdrag van Maastricht (1991). Hierbij kreeg Mitterrand meer zijn zin dan Kohl. De euro werd ingevoerd, de gemeenschap werd omgevormd tot Europese Unie (EU) en er kwam Europees buitenland- en veiligheidsbeleid. Maar hoewel het Europese Parlement meer bevoegdheden kreeg, bleef federalisering uit. Het zwaartepunt bleef bij de Raad liggen.

Bronnen

1 – H. Jürgens, ‘Na de val. Nederland na 1989’ (Nijmegen, 2014), 41-42.
2 – F. Bozo, ‘Mitterrand, the end of the Cold War and German unification’ (New York, 2009), 49-50.
3 – Bozo, ‘Mitterrand, the end of the Cold War and German unification’,184-185.
4 – H. Jürgens en T. Nijhuis (red), ‘De vleugels van de adelaar. Duitse kwesties in Europees perspectief (Amsterdam, 2017), 195.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×