‘Erasmus – dwarsdenker’ is de korte titel van de prachtige biografie die historica Sandra Langereis in maart het licht liet zien. In ruim 700 pagina’s vertelt ze wie Desiderius Erasmus was en waarom zijn werk nog altijd leeft. Erasmus werd bewonderd en verguisd, maar in de laatste vijftien jaren van zijn leven ook links en rechts ingehaald door protestantse scherpslijpers als Luther en Zwingli en de katholieke orthodoxie anderzijds. De Rotterdammer zag de brandstapels opgeworpen worden, maar voelde zich niet geroepen zelf ‘martelaar’ te worden. Er zijn biografen die hem dat verwijten, maar Langereis hoort niet tot hen. Ze bewierookt Erasmus als schrijver en humorist, als exegeet, humanist en ja, eigenlijk als eerste of één van de eerste, verlichte denkers in Europa.

Erasmus van Deventer
Het ventje Herasmus bezocht in Gouda de ‘kleine school’, daarna in Deventer de ‘grote school’. Over die eerste schooljaren was de dwarsdenker later kribbig, maar in Deventer trof Erasmus het, het was de beste school van zijn tijd. Daar ontvouwde humanist Alexander Hegius uit het Westfaalse Munster een nieuw, aantrekkelijk en modern onderwijsprogramma. Hegius verving het armetierige, bedorven Latijn door het klassieke Latijn van Cicero en Hieronymus. Ook introduceerde hij onderwijs in het Grieks, de taal die aan de basis van die Romeinse cultuur lag.

Woordenaar
Langereis toont die ontwikkelingsgang in haar boek op een imponerende wijze. Ze concentreert zich op Erasmus vele studies en publicaties, zijn reizen, zijn brieven en zijn boeken, zijn gebedel om geld en protectie en zijn vele vriendschappen en ruzies in standplaatsen als het Zuid-Hollandse Stein, Londen, Parijs, Leuven, Venetië en Bazel. Langereis publiceerde in 2014 al een prachtig boek over de ‘woordenaar’ Christoffel Plantijn, de beroemde Antwerpse drukker en uitgever uit het midden van de zestiende eeuw. Het is dan ook niet zo raar dat in deze biografie die relatie tussen Erasmus en zijn uitgevers zo centraal staat. Soms ging het om een verhouding vol frustratie en ergernis, dan weer om een vruchtbare symbiose. Dat laatste gold voor de samenwerking met de geleerde Aldus Manutius in Venetië en later de energieke Johann Froben in Bazel. Langereis kent de wereld van de drukpers, van die vroege informatierevolutie, van dat Internet van de zestiende eeuw, als geen ander.
In die omwenteling van geschreven naar gedrukte teksten speelde Erasmus een grote rol. De Rotterdammer was een enorme werkezel die boek na boek naar de persen zou brengen. Dan ging het om een stoet aan vertalingen van antieke auteurs, om het succesvolle Adagia, essays naar aanleiding van duizenden Latijnse zegswijzen, om de vertaling van zijn favoriete, tekstkritische kerkvader, Hieronymus, en nog veel en veel meer. Zijn beroemdste boek, ‘Lof der Zotheid’, was een geniale satire op zijn tijd. Kop van Jut waren de universitaire geleerden, kwezels die dweepten met het volgens Erasmus steriele werk van de dertiende-eeuwse theoloog Thomas van Aquino. Erasmus kon schmieren, schelden en spotten als geen ander en hakte naar lieve lust op zijn tegenstanders in! Hij was volgens Luther ‘glad als een aal’, want hij liet zich nergens op vastpinnen. Het was immers maar satire! Ook de paus kreeg er van langs:
“Eenmaal paus verrijken steekpenningspausen en oorlogspausen zich met belastingen en de verkopen van ambten, van dispensaties, van aflaten: alles even gewetenloos. Dwaasheid houdt ze overeind. En met hen dat hele leger aan pauselijke klerken, kopiisten, secretarissen, notarissen, godsadvocaten en duivelsadvocaten, ezeldrijvers en paardenknechten, wisselaars en koppelaars… kortom die hele bende uitvreters die de Heilige Stoel versjteren – ik verspreek me, vereren, bedoel ik.”

Een nieuw beeld ?
Dit Erasmusboek rust op een paar ijzersterke pijlers. Allereerst: Langereis vertaalde haar teksten zelf uit het Latijn en Grieks. In de noten staan de originele citaten. Dat maakt kritiek – voor classici althans – mogelijk en past bij Erasmus’ werkwijze. Ook haar stijl werkt vernieuwend. Zoals Erasmus parafraseerde en in zijn vertalingen ‘nieuwe woorden’ zocht voor een ‘oud recept’, om zo door te dringen tot ‘moderne lezers’, zo doet ook Langereis dat. Ze laat Erasmus sprankelen voor een modern publiek.
En de politicus Erasmus? Het verhaal gaat dat de Paus zijn goede vriend Erasmus vroeg zich maar niet met de politiek te bemoeien, daar begreep deze toch niets van. In de vanaf 1517 snel escalerende strijd tussen Luther en de kerk, probeerde Erasmus lang buiten schot te blijven, maar was onhandig genoeg om toch de aandacht op zich te vestigen van critici en ophitsers. Ontegenzeggelijk namen felle protestanten en even dogmatische katholieken hem in de twintiger jaren stevig in de tang. In Leuven, Parijs en Keulen volgden verdachtmakingen en campagnes, Erasmus moest soms uitwijken en opzij stappen. Uiteindelijk belandde zijn werk op de Index librorum prohibitorum (lijst van verboden boeken).

Zitten er nou veegjes op de nieuwe jas waarin Langereis haar held steekt? Wat mugjes dan om te ziften: is de term ‘sophisticated’ echt nodig als begrip voor de aanpak van Erasmus? En naar welk intelligent publiek wenkt ze met haar term ‘acquired taste’? En waarom lezen we tot tien keer de samenstelling ‘het norse Leuven’. Had woordenaar Sandra Langereis dat niet anders gekund? Zeker wel.
Een prachtig boek, een beeld dat staat.
“Lof der zotheid” – Satirische werk Erasmus