Ernest Gaston Joseph Solvay, zoals hij officieel voluit heette, werd in 1838 in een vrij bemiddelde familie geboren in het Waals-Brabantse dorpje Rebecq-Rognon. Hoewel hij vanwege een in zijn jeugd opgelopen longziekte nooit hogere studies volgde, vergaarde hij toch als autodidact een aanzienlijk fortuin dat hij echter deels herinvesteerde in liefdadigheidsprojecten en als mecenas via fondsen ter beschikking stelde voor wetenschappelijk onderzoek. Zijn nalatenschap in het Brusselse stadsweefsel is dan ook meer dan indrukwekkend.
Een biografie van een bijzonder man
Van jongs af aan was Ernest Solvay al zeer geĆÆnteresseerd in chemie en natuurkunde. Op eenentwintigjarige leeftijd ging hij aan de slag in de gasfabriek van zijn oom, Louis Semet, in Sint-Joost-ten-Node bij Brussel. Tijdens Ć©Ć©n van zijn experimenten daar ontdekte Solvay per toeval een geheel nieuwe methode om op grote schaal uit het ammoniakhoudend water van de gasfabriek in combinatie met kooldioxide en zout natriumcarbonaat of sodazout, zoals het in de volksmond wordt genoemd, aan te maken.
Solvay ontving patent op het procedĆ© en richtte enige tijd later samen met zijn jongere broer Alfred in Couillet, een gemeente nabij Charleroi in de Belgische provincie Henegouwen, zijn eerste fabriek op onder de naam āSolvay & Cieā. Het zou de start betekenen van een ongelooflijk succesverhaal. Het bedrijf verwierf binnen de kortste tijd internationale faam op gebied van industriĆ«le chemie. Vandaag de dag is de vroegere fabriek uitgegroeid tot een wereldconcern met ongeveer vierhonderd vestigingen in meer dan vijftig verschillende landen.
Sociaal bewogen
Ernest Solvay nam gedurende zijn leven ook verscheidene sociale initiatieven. Hij was begaan met het welzijn van zijn werknemers en ijverde als senator om hun arbeidsrechten wettelijk vast te leggen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog aarzelde Solvay niet om het āNationaal Hulp- en VoedselcomitĆ©ā grotendeels te financieren dat als private organisatie mee instond voor de voedselbedeling aan de burgerbevolking. Mede als dankbetuiging hiervoor werd hij in 1918 benoemd tot Minister van Staat. Daarnaast vervulde hij eveneens de rol van mecenas voor de Vrije Universiteit van Brussel.
Nadat hij al in 1895 het āInstitut de physiologieā had opgericht, bekostigde Solvay begin twintigste eeuw de bouw van wat nu bekend staat als de āSolvay Bibliotheekā. Initieel was het pand bedoeld om onderdak te bieden aan het āInstitut de Sociologieā, dat deel moest uitmaken van de āCitĆ© de la Scienceā. Het gebouw, dat zich nu situeert tussen het Europees Parlement en het Museum voor Natuurwetenschappen in het Leopoldspark te Brussel, werd opgetrokken in een eclectische stijl met een art nouveau-interieur door de architecten Constant Bosmans en Henri Vandeveld.
In 1911 organiseerde Solvay voor het eerst een conferentie over radioactiviteit en kwantummechanica en een jaar later stichtte hij het āInstitut international pour la physiqueā gevolgd in 1913 door het āInstitut international pour la chimieā. Het doel was om wetenschappelijk onderzoek te bevorderen en zo een grotere kennis over fysica en chemie te vergaren. Heel wat illustere wetenschappers zoals Albert Einstein (1879-1955), Marie Curie (1867-1934) en de Nederlandse Nobelprijswinnaar voor natuurkunde, Hendrik Lorentz (1853-1928) waren te gast op deze conferenties.
Het āHotel Solvayā
Op verzoek van de familie Solvay startte de Gentse art-nouveau-architect Victor Horta (1861-1947) tegen het einde van de negentiende eeuw met de bouw van een riant herenhuis met een aanpalend koetshuis op de Louizalaan in Brussel. Horta maakte hierbij vrijwel uitsluitend gebruik van materialen zoals glas, ijzer en natuursteen. Bij het betreden van het gebouw via een glazen inkomhal valt onmiddellijk de imposante trappartij op die een harmonisch geheel vormt met Ć©Ć©n van de mooiste wandschilderingen van de kunstschilder Theo Van Ruysselberghe (1862-1926). De trap met een balustrade in verguld metaal leidt naar een overloop waar verschillende kamers en ontvangstruimtes op uit komen. Deze worden gescheiden door glazen wanden die, wanneer geopend, toegang geven tot Ć©Ć©n centrale ruimte.
Een tweede trap brengt de bezoeker naar de bovenliggende verdiepingen die al even spitsvondig zijn ingericht. In 1956 kon het huis ternauwernood aan de sloophamer ontsnappen. Dankzij privaat kapitaal en steun van de Europese Gemeenschap kon zulks te elfder ure vermeden worden. Na renovatie werd het pand geklasseerd en in 2000 door de UNESCO tot werelderfgoed uitgeroepen.
Een gepast eerbetoon aan Ernest Solvay
Ernest Solvay overleed in mei 1922 op vierentachtigjarige leeftijd en kreeg zijn laatste rustplaats op de gemeentelijke begraafplaats van Elsene. In 1932 werd in Brussel op de Franklin Rooseveltlaan een beeldhouwwerk onthuld ter ere van hem. Het witmarmeren beeld is een creatie van de kunstenaar Egide Rombaux (1865-1942) en rust op een zeshoekige hardstenen sokkel met een trappartij ontworpen door de architect Henri Blomme.
Overzicht van bezienswaardigheden in Brussel
Boek: Een geschiedenis van BelgiĆ« – Voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders)