Dark
Light

Finland in de eerste helft van de twintigste eeuw

16 minuten leestijd
Kathedraal van Helsinki met daarvoor een standbeeld van tsaar Alexander II - Photochrom, ca. 1900
Kathedraal van Helsinki met daarvoor een standbeeld van tsaar Alexander II - Photochrom, ca. 1900

Vanaf het begin van de negentiende eeuw tot aan het begin van de Grote Oorlog staat Finland onder Russisch beheer. Het Finse streven naar onafhankelijkheid wordt in 1920 na een bloedige burgeroorlog realiteit. In het interbellum woedt in Finland een strijd tussen linkse en nationalistisch-rechtse bewegingen. Een Russische inval leidt tot de Fins-Russische oorlog – de Winteroorlog – die eindigt in 1940 waardoor Finland in het kamp van nazi-Duitsland gedreven wordt.

Het Groothertogdom

Finland maakt eeuwenlang onderdeel uit van het Zweedse rijk totdat het in 1809 door Rusland veroverd wordt. Het groothertogdom Finland is dan een autonoom onderdeel van het Russische imperium. Tsaar Alexander voegt de benaming van ‘grootvorst van Finland’ toe aan zijn toch al royale lijst van titels. Hij weet zich te verzekeren van de loyaliteit van de Finse elite en benoemt een Finse gouverneur-generaal plus een Russische staatssecretaris voor Finse zaken. En zo wordt Finland stevig vastgeklonken aan Rusland, in de vorm van een personele unie. Er wordt een wetgevende landdag van volksvertegenwoordigers uit maatschappelijke groeperingen (kerk, adel, bourgeoisie en boeren) ingesteld die in 1906 vervangen wordt door een parlement (eduskunta). Tsaar Nikolaas II doet ermee wat hij wil en als het parlement meer zeggenschap wenst over de samenstelling van de regering, ontbindt de tsaar eenvoudigweg de eduskunta, waarna een nieuwe aantreedt die ook geen lang leven beschoren is.

Pehr Ervind Svinhufud - Ook bekend als 'Ukko Pekka' ('Vader Peter').
Pehr Ervind Svinhufud – Ook bekend als ‘Ukko Pekka’ (‘Vader Peter’).
De vierde eduskunta wordt ontbonden nadat de fervente constitutionalist en voorzitter van het parlement, Pehr Ervind Svinhufud, het vertikt wetten voor te leggen die zijns inziens indruisen tegen de grondwet. Opmerkelijk is de steevaste weigering van de heerser om wetten te ratificeren die een verbod inhouden van productie, import en verkoop van alcohol en die vier keer worden ingediend tussen 1907 en 1914. Pas in 1919 worden deze wetten van kracht dankzij de lankmoedigheid van de na het verdwijnen van de tsaar aangetreden voorlopige Russische regering.

Het is echter de deplorabele toestand op het platteland, waar veel armoede heerst en kleine boeren vaak gedwongen zijn om de pacht aan de landheer te voldoen in de vorm van arbeid tijdens de oogstperiode, die de meeste aandacht heeft van het Finse parlement. Een wet uit 1909 voorziet in een garantie op pachtovereenkomsten voor vijftig jaar, maar duidelijk is dat er dringend behoefte bestaat aan een grondige wijziging van de verhouding tussen boer en grootgrondbezitter. Het is dan ook niet vreemd dat de pachters en landlozen zich in grote getale scharen achter de socialisten. Dat zij zich niet lijken te kunnen vinden in voorstellen van de tsaar om het land eerlijker te verdelen, wordt door velen opgevat als een bedreiging voor de eenheid van de Finse staat. Een staat waarin de boer zijn plaats weet als godvrezende en aan de landheer gehoorzame onderdaan en niets opheeft met het wraakzuchtige proletariaat uit de meer urbane gebieden. Maar de afbrokkeling van het prestige van de kerk en van de Zweedssprekende bovenlaag is niet tegen te houden. En duidelijk is ook dat de arbeidersbeweging en nationalisten niets ophebben met de bestaande maatschappelijke verhoudingen waarin de industriële en commerciële elite de dienst uitmaken. Onzekerheid over de toekomst groeit en men hoopt op hervormingen, maar dat wil nog niet zeggen dat politici ernaar streven om van Finland een onafhankelijke staat te maken.

Naar onafhankelijkheid

Traditionele embleem van de Finse Sociaaldemocratische Partij
Traditionele embleem van de Finse Sociaaldemocratische Partij
De Grote Oorlog brengt in Finland, hoewel zelf niet aan de frontlinie van de strijd, een sinds 1907 sluimerende verzetsgroep tot ontwaken die zijn rode gardes in gereedheid brengt om over te gaan tot harde actie. Contacten worden gelegd in Duitsland. Tweeduizend jonge mannen krijgen daar een militaire opleiding en doen ervaring op aan het oostfront als het Pruisische Jägerbattaljon. Dit alles blijft ondergronds, voorlopig wordt gerekend op Fins zelfbestuur, gedoogd door de voorlopige Russische regering die in 1917 aantreedt als de tsaar is afgetreden. Maar al gauw wordt het de eduskunta – waarin de socialisten bij de verkiezingen van 1916 een absolute meerderheid verwerven van 103 zetels – duidelijk dat zelfbestuur niet voldoende is en dat het beter is te streven naar volledige onafhankelijkheid. De al sinds 1899 bestaande Sociaaldemocratische Partij (SDP) oftewel Demarit voert een krachtig pleidooi voor zelfbeschikking voor de Finnen. Daarvoor krijgen de socialisten de handen op elkaar van het eerste congres van de Russische Sovjets, hoewel dit congres de uiteindelijke beslissing wil laten aan de constituerende Russische nationale assemblee wanneer die bijeenkomt om een nieuwe Russische grondwet vast te stellen. Deze bepaling negerend, ontwerpen de Finse sociaaldemocraten een wet die alle macht in handen legt van de eduskunta, behalve buitenlandse zaken en militaire of administratieve wetgeving. Geen streven naar algehele onafhankelijkheid, maar zeker een poging om te komen tot normale democratische verhoudingen. Maar de inmiddels aangetreden leider van de voorlopige Russische regering, Alexander Kerensky, ligt dwars. Hij weigert het hoofd te buigen voor de Finnen en ontbindt de eduskunta. De Finnen geven het voorlopig op en gaan in oktober 1917 gehoorzaam naar de stembus zoals door Kerensky is verordonneerd.

Otto Ville Kuusinen
Otto Ville Kuusinen
Winnaars van deze verkiezingen zijn de boeren, maar de sociaaldemocraten blijven met 92 zetels de grootste partij, zij het dat zij niet meer beschikken over de absolute meerderheid. Met lede ogen zien zij de macht van het bourgeois-smaldeel in het parlement toenemen, dat uit is op herstel van de oude orde en tegen de herfst van 1917 hebben alle socialistische afgevaardigden de eduskunta vaarwel gezegd. Er volgt onder hun gelederen een ruk naar links, geïnitieerd door de theoreticus Otto Ville Kuusinen en door de vakbonden. Nadat Lenin eind oktober in Rusland de macht heeft gegrepen, dringt hij er bij de Finse socialisten erop aan hetzelfde te doen. Op 9 november zetten de Finse socialisten in Helsinki de Revolutionaire Arbeidersraad op poten, een Sovjetachtige organisatie die al snel de SDP begint te overvleugelen. Maar deze arbeidersraad gaat niet verder dan de organisatie van een algemene staking van een week. Heftig is deze wel, openbare gebouwen worden bezet, rode gardes arresteren vooraanstaande politici en plegen tweeëndertig moorden. In politiek opzicht is de staking een complete mislukking en draagt zij slechts bij aan de groeiende tweespalt in de Finse samenleving. De SDP doet een stapje terug, het Russische voorbeeld vindt geen navolging. Conservatieven in het parlement zien in de vroegere parlementsvoorzitter Pehr Ervind Svinhufud de man die orde op zaken kan stellen.

Op 26 november benoemt de eduskunta voor het eerst in de geschiedenis zijn eigen regering onder aanvoering van Svinhufud. De sociaaldemocraten dringen er bij hem op aan de Russen over te halen om Finland als zelfstandige staat te erkennen met als argument dat dit een noodzakelijk voorwaarde is om ook ander mogendheden daartoe te bewegen. De Russische erkenning weet Svinhufud eind 1917 binnen te slepen, maar wat hem niet zint is de aanwezigheid op Finse bodem van ongeregelde Russische troepen. Hij komt tot de conclusie dat de enige macht die Finland als zelfstandige republiek kan beschermen die van de Duitsers is. Onderhandelingen zo vlak voor het eind van de Grote Oorlog, vóórdat het Duits-Russische vredesakkoord van Brest-Litovsk wordt getekend op 3 maart 1918, brengt Svinhufud zijn land binnen de Duitse invloedssfeer. Svinhufud legt de organisatie van een Fins leger in handen van Carl Gustaf Emil Mannerheim, een voormalige generaal uit het Russische imperiale leger. Mannerheim moet het voorlopig stellen met de nationale garde die uit niet veel meer bestaat dan het Jägerbataljon.

Carl Gustaf Mannerheim ontvang een onderscheiding, 1918
Carl Gustaf Mannerheim ontvang een onderscheiding na de verovering van Tampere, 1918 (CC BY 4.0 – Arthur Laurent – wiki)

Burgeroorlog

Intussen escaleert de situatie in Finland snel, zeker nadat Lenin besluit de rode gardes te hulp te komen met wapens en troepen. SDP-leiders, hoewel van huis uit gematigd, zijn niet in staat het geweld te keren en bezwijken voor de verlokking van de revolutie wanneer op 27 januari 1918 Russische troepen het land binnenvallen.

Grondgebied van de Finse Socialistische Arbeidersrepubliek, 1918
Grondgebied van de Finse Socialistische Arbeidersrepubliek, 1918 (CC BY-SA 3.0 – Ville Virrankoski – wiki)
Diezelfde avond proclameren de socialisten hun machtsgreep. Zij zijn daarmee de eerste socialisten ooit die in opstand komen tegen een democratische gekozen regering. In bezit gekomen van het zuidelijk deel van het land en van bijna alle grote steden annonceren de Finse socialisten de Finse Socialistische Arbeiders Republiek, een naam die uit de koker komt van Lenin. Hun leiders spreken van de ‘dictatuur van het proletariaat’ en van democratie zonder kennelijk te beseffen dat deze termen elkaar tegenspreken. Ook het ontwerp voor de nieuwe grondwet bevat onduidelijkheden zoals het bieden van mogelijkheden aan vrij ondernemerschap die de natie handvatten reikt om de groeien naar een echte socialistische samenleving. Onrust neemt toe in het zuiden van het land, waar ambtenaren en onderwijzers in staking gaan en veel bedrijven worden platgelegd. De Finse Socialistische Arbeiders Republiek treedt niet zo hard op als hun Russische collega’s dat doen in geval van verzet en is niet in staat om de rode gardes in toom te houden. De Finse rode terreur slaat toe en er worden in korte tijd minstens 1.650 mensen vermoord. Intussen lanceert Mannerheim een aanval op de Russische eenheden die zich in de ‘witte zone’ bevinden en die hij ziet als door het zuiden aangestuurde rode broeinesten van gevaar. Deze Russische soldaten hebben er echter weinig trek in betrokken te raken bij een burgeroorlog en geven zich zonder al teveel verzet over, waardoor Mannerheim de nodige wapens in handen krijgt. Binnen twee weken weet de generaal het noorden en westen van Finland onder controle te krijgen, maar daar woont nog niet de helft van de bevolking en er zijn geen economisch belangrijke centra.

Beide partijen in de Finse Burgeroorlog kampen met het probleem niet te beschikken over een goed georganiseerde troepenmacht. De Roden hopen op stevige steun van de Russen, maar komen bedrogen uit, want Lenin heeft al zijn troepen nodig in zijn eigen oorlog tegen de Russische Witten en geeft, afgezien van de initiële hulp, nul op het rekest. Wel blijft een aantal Russische officieren achter om de rode gardes terzijde te staan. Deze dienen zich echter terug te trekken nadat vrede van Brest-Litovsk is getekend want dit verdrag bepaalt dat alle Russische troepen van Finse bodem moeten verdwijnen.

Finse Rode officieren te paard
Finse Rode officieren te paard
Mannerheim heeft ruim een maand nodig om zijn strijdkrachten op orde te krijgen. In de overtuiging dat hij met dit leger in staat is om de Roden het hoofd te bieden, negeert hij de overeenkomst die Svinhufvud met de Duitsers heeft gesloten, ervan uitgaande dat de Duitsers zullen verliezen. De generaal heeft als Russisch officier trouw gediend in de strijd van de Entente tegen de Duitsers en moet niets hebben van Duitse dominantie op Finse bodem. Hij start medio maart een offensief waarbij hij Tampere verovert in het zuidwesten, na Helsinki de tweede stad in Finland en een belangrijk rood bolwerk. Het gevecht eindigt op 5 april. Er vallen 2.000 doden en Mannerheim maakt 12.000 krijgsgevangen. Het is een keerpunt in de burgeroorlog, de Roden zijn kennelijk niet bij machte een offensief te starten en kunnen allen maar hopen op behoud van het zuidoostelijk deel van het land.

Gevangen genomen Rode strijders na de Slag om Tampere, 1918
Gevangen genomen Rode strijders na de Slag om Tampere, 1918

Intussen hebben de Duitsers een speciale Baltische Divisie in het leven geroepen ter grootte van 12.000 man. Deze strijdmacht land op 3 april op Finse bodem, het moment dat Tampere in handen dreigt te vallen van Mannerheim. Voor de Roden is het einde in zicht en de burgeroorlog eindigt in een overwinning voor de Witten. Na afloop van de burgeroorlog volgt een periode van witte terreur. Er worden ongeveer 71.000 Roden voor snel opgerichte tribunalen gesleept, waarvan er 67.000 worden veroordeeld. Een klein deel ervan, niet meer dan 265, wordt geëxecuteerd en de rest verdwijnt vrijwel geheel in gevangenkampen. In die periode dreigt in Finland een hongersnood en binnen een half jaar overlijden bijna 12.000 gevangen door honger en dysenterie. Ofschoon Finland dan een parlementaire democratie is, komen er direct na de burgeroorlog naar verhouding meer Roden om dan in het Spanje van Franco na afloop van de Spaanse Burgeroorlog in april 1939.

Finland onafhankelijk

Kaarlo Juho Ståhlberg, de eerste president van Finland (1919 tot 1925)
Kaarlo Juho Ståhlberg, de eerste president van Finland (1919 tot 1925)
Mannerheim, die zich steeds meer verzet tegen de Fins-Duitse samenwerking, neemt ontslag als blijkt dat de Duitsers de training van het Finse leger zullen verzorgen. Hij vertrekt naar Zweden, maar niet voor lang. Door zijn onbesmette verleden als fervent tegenstander van Duitse inmenging en verklaard pleitbezorger voor erkenning van Finland door de geallieerden, is hij in de ogen van de Finnen de ideale figuur om het land te gaan leiden. Plannen van de conservatieven om prins Friedrich Karl von Hessen, familie van de Duitse keizer Wilhelm II, tot koning uit te roepen van Finland zijn dan al in de prullenmand verdwenen. Mannerheim keert terug naar Finland als regent in december 1918, waarna verkiezingen worden gehouden in maart van het jaar daarop, die de SDP terugbrengen in de esdukunta. Op 3 mei volgt de erkenning van Finland als onafhankelijke staat door de geallieerden die bijeen zijn in Parijs voor de vredesbesprekingen. Het vredesverdrag tussen Finland en Rusland dat in 1920 gesloten wordt regelt de scheiding van beide landen formeel. Op 25 juli 1919 verslaat de architect van de nieuwe Finse constitutie, Kaarlo Juho Ståhlberg zijn concurrent Mannerheim in de race om het presidentschap van de kersverse Finse Republiek. Stålberg heeft niet alleen de steun van zijn eigen Nationaal Progressieve Partij (NPP), maar ook van de SDP en de Agrarische Partij. Zijn ambtstermijn van zes jaar gaat niet over rozen, want hoewel Mannerheim zich andermaal terugtrekt, blijft hij achter de schermen bezig om zijn politieke idealen te verwezenlijken.

Academische Karelia Genootschap
Academische Karelia Genootschap
Mannerheim wordt echter definitief aan de dijk gezet als een jonge generatie van nationalisten zijn benoeming tot algemeen bevelhebber van het Finse leger (de Witte garde) blokkeert. Zij wensen het leger te zuiveren van officieren afkomstig uit het Russische imperiale leger van voorheen. Stålberg benoemt de oud-Jägerofficier Lauri Malmberg in deze functie. De succesvolle actie van deze jonge generatie activisten, in feite een rechtse studentenbeweging, staat onder aanvoering van Elmo Kaila die in 1922 het Academische Karelia Genootschap (AKG) opricht, een genootschap dat realisatie van idealen nastreeft als vorming van een Groot-Finland waarin zij die in de Russische provincie Karelië wonen en de aan het Fins verwante Karelische taal spreken zijn geïntegreerd. Dit ideaal dateert uit de negentiende eeuw als het nationalisme opkomt en houdt ook de vervanging in van het Zweeds door het Fins als belangrijkste taal. Deze beweging preekt een onversneden haat jegens alles dat riekt naar Russen en wordt ook wel de ‘broeders in haat’ genoemd. In de opvatting van de AKG-ideoloog Niilo Kärki, kan er alleen algemene verzoening binnen de Finse samenleving tot stand worden gebracht als de armoedige leefomstandigheden van de armste delen van de bevolking ter hand genomen wordt door een ontwikkelde klasse die Finstalig is en doordrenkt van Finse idealen. In die zin is de AKG tegelijk elitair en radicaal te noemen. De AKG probeert zijn doelen te bereiken door finnisering van de universiteit en de invoering van waarden die in hun ogen tijdens de burgeroorlog in het geding zijn geweest. Het gedram van de AKG over Finse nationale eenwording leidt in 1924 tot de opkomst van groepen die praktischer zijn, in het heden leven en wijzen op het belang op de veiligheid van het land. Zij vrezen de rode dreiging van de oosterburen.

In politiek opzicht blijft Finland gedurende de eerste tien jaar van zijn bestaan enigszins instabiel omdat socialisten en agrariërs weigeren samen te werken met de NPP die als centrumpartij de overwinning van de Witten in de burgeroorlog probeert te legitimeren en pleit voor amnestie van politieke gevangen. Dat staat de vorming van een stabiel centrumlinks kabinet in de weg. Maar deze instabiliteit doet Finland niet afglijden in de richting van een autoritair bewind zoals dat in 1926 met Litouwen gebeurt. Daar zijn diverse oorzaken voor te vinden. In de eerste plaats is Finland vanaf het begin van de negentiende eeuw gewend aan een parlementair stelsel dat functioneert binnen een reeds lang bestaand territorium. Het is dus geen conglomeraat van scherven gehakt uit rijken van voor de oorlog, geen nieuw samengesteld land zoals het herboren Polen of het uit vroegere vijanden bestaande Joegoslavië. Het onafhankelijke Finland weerspiegelt in politiek opzicht eerder de voortzetting van een bestaand systeem dan dat sprake is van een abrupte verandering. Tweede punt is dat de Finnen op redelijke manier omspringen met hun minderheden, zoals de Zweedssprekende minderheid die voor zichzelf een onevenredig zware rol op in het culturele en sociaal-economische leven opeist. Hen wordt wel disloyaliteit verweten, soms echt verfoeid, maar ze worden nooit permanent uitgesloten. Wat betreft het communisme ligt dat ingewikkelder. Zij die daarmee sympathiseren worden misschien met de nek aangekeken maar de communisten worden getolereerd en er vinden op hen geen heksenjachten plaats. Wel wordt het communistische agitatoren op enig moment onmogelijk gemaakt een rol te vervullen in de Finse samenleving. Dat is te begrijpen gezien het feit dat de burgeroorlog nog vers in het geheugen ligt.

Finland wordt wel 'het land van de duizend meren' genoemd
Finland wordt wel ‘het land van de duizend meren’ genoemd (CC0 – Pixabay – WalterBieck)

Links contra de Lapua-beweging

In 1918 richt een groep rode voortrekkers te Moskou de in het land zelf verboden Finse Communistische Partij (SKP) op, die zich van meet af keert tegen de traditionele arbeidersorganisaties, de vakbonden en de Sociaal Democratische Partij. Bij de verkiezingen van 1919 proberen deze communisten het Finse proletariaat ervan te weerhouden te gaan stemmen, hetgeen niet lukt en de SDP spint er garen bij. Maar net als in andere landen groeit er binnen de SDP verzet tegen de gematigde koers die de partij vaart. Dat leidt in mei 1929 tot een zwaar ideologisch conflict. De extreemlinkse factie der communisten slaagt er niet in om de macht in de partij naar zich toe te trekken, treedt uit en richt de Socialistische Arbeiders Partij (SAP) op. De SAP voert het woord communisme niet in haar vaandel, al was het alleen maar om repressie te voorkomen. Binnen een paar jaar heeft de SAP bijna net zoveel leden als de SDP en bij de verkiezingen van 1922 behaalt de partij 14.8% van de stemmen tegen de SDP 25%.

Embleem van de Lapua-beweging
Embleem van de Lapua-beweging
Hoewel de SAP niets in de weg wordt gelegd om te functioneren als politieke partij, kan de regering niet toelaten dat de SAP in de vakbondsfederatie infiltreert, dat gaat te ver. In augustus 1923 maakt de overheid deze groepering monddood door de SAP te verbieden en haar afgevaardigden te arresteren. Toch gaan de communisten door onder de dekmantel van een gezamenlijk front van arbeiders en boeren. Een front dat in 1924 achttien en in 1929 drieëntwintig zetels weet te veroveren in de eduskunta. Daarna, in 1930, wordt ook dit front tot de illegaliteit veroordeeld. Eind 1929 komt het tot een uitbarsting wanneer de ultranationalistische Lapua-beweging zich stevig laat kennen en probeert de parlementaire democratie om zeep te helpen. Het is een beweging die wortelt in de zestiende eeuw en vernoemd is naar het kleine plaatsje Lapua in Ostrobothia in het zuiden van Finland waar van oudsher een sterk sentiment leeft van onafhankelijkheid. De zelfstandige boeren uit die streek zijn in veler ogen echte Finnen, bezitters van de ware Finse ziel.

In november 1929 wil een groepje communisten een bijeenkomst in Lapua organiseren, maar zij worden in elkaar geslagen, iets dat door sympathisanten van rechts gezien wordt als een terechte patriottische reactie. Er volgen meer harde acties gericht tegen alles wat riekt naar communisme, maar Kyösto Kallio, de toenmalige premier van agrarische huize, weigert om toe te geven aan de Lapua-beweging die een nieuwe regering en parlement wenst.

Aanhangers van de Lapuabeweging molesteren de "rode officier" Eino Nieminen tijdens een rel in juni 1930
Aanhangers van de Lapuabeweging molesteren de “rode officier” Eino Nieminen tijdens een rel in juni 1930

Ofschoon Kallio het vertrouwen heeft van de eduskunta, treedt hij af om plaats te maken voor de enige man die in staat geacht wordt om het land te redden uit de dreigende chaos: de held van 1918, Per Evind Svinhufvud, die al contacten heeft gelegd met Lapua en de beweging een paar ministerposten heeft toegezegd. De nieuwe regering neemt direct maatregelen om communistische activiteiten de kop in te drukken zoals arrestatie van de drieëntwintig afgevaardigden van het links-agrarische front. Ook de door het front geïnfiltreerde centrale vakorganisatie wordt opgeheven en ruim vijfhonderd activisten in hechtenis genomen. Wat niet lukt is een parlementaire meerderheid te krijgen voor vergaande anti-communistische wetgeving en dat betekent nieuwe verkiezingen. Lapua neemt geen deel aan deze verkiezingen en nu extreem links een kopje kleiner is gemaakt, ligt de weg vrij voor de SDP die stevig wint en daardoor in staat is om effectief oppositie te voeren tegen het onwettig verklaren van communisme. Iets dergelijks gaat de partij te ver.

Lapua-leider Vihtori Kosola, ca. 1930
Lapua-leider Vihtori Kosola, ca. 1930
Het gevaar voor de Finse democratie schuilt in de jaren dertig niet meer in de invloed van het communisme, maar komt van rechts. In 1931 wint Svinhufvud met minimaal verschil de presidentsverkiezingen van de door Lapua gehate Ståhlberg die door links naar voren is geschoven. Dat gebeurt onder druk van Lapua-activisten die oprukken naar Helsinki met de intentie een bloedbad aan te richten als Ståhlberg verkozen wordt. Maar ook Svinhinvud is niet populair binnen de Lapua-beweging. Weliswaar toont hij zich een geharnast tegenstander van de communisten, maar hij is tegelijkertijd een legalist die niets wil weten van ongebreidelde acties. Dat laatste blijkt als in 1932 iets ten noorden van Helsinki socialistische meeting verstoord wordt door Lapua waarmee korte metten wordt gemaakt. Dit illustreert niet alleen de intenties van Svinhinvud, maar ook de onmacht van Lapua om een actie te ontketenen die leidt tot het veroveren van de macht in het land. In feite ontbeert Lapua het aan kundige leiders, maar wordt de beweging veelal aangevoerd door figuren die er een privé-agenda op na houden. Voorbeeld ervan is de boer Vihtori Kosola die zich gevleid voelt als zijn aanhang hem ziet als de Finse Mussolini, maar een drinkebroer is en naar het schijnt in kennelijke staat te hebben gevraagd:

‘Hé, zeg eens, wat is een dictator eigenlijk. Is dat zo’n vent die de wet niet hoeft na te leven?’

Het is dan ook niet verwonderlijk dat hierdoor de boeren in het kamp gedreven worden van de verdedigers van de grondwet. Ook bereikt Lapua de arbeiders niet wanneer die zich bedreigd zien door de economische crisis. Nogmaals, met zijn krachtig verzet tegen de communisten neemt Svinhinvud Lapua de wind uit de zeilen en bezegelt hij het lot van deze beweging.

Aimo Kaarlo Cajander
Aimo Kaarlo Cajander
Lapua wekt ook irritatie op bij sommige Finse nationalisten voor wie niet het verzet tegen het communisme, maar de finnisering ofwel de taalstrijd de hoogste prioriteit heeft. En terwijl de diehard nationalisten in 1932 een een nieuwe partij oprichten van fascistische snit, de Patriottische Volksbeweging (Isänmaallinen kansanliike), schuiven de meer gematigden richtig boerenbeweging om samen hun hartenwens in vervulling te laten gaan: de finnisering van de universiteit van Helsinki. Deze kwestie komt na jaren van strijd in 1937 tot een einde onder het bewind van het centrumlinkse kabinet van Aimo Kaarlo Cajander.

Cajander, lid van de Nationale Progressieve Partij, wordt premier nadat de SDP onder leiding van Väino Tanner haar positie heeft versterkt en bij de presidentsverkiezing zich schaart achter de kandidaat van de boerenpartij, Kyösto Kallio. Dat schept ruimte voor een coalitieregering waarin Cajander de eer wordt gegund van het premierschap, ofschoon zijn partij de kleinste is van de coalitiegenoten. De regering Cajander houdt stand tot aan het uitbreken van een conflict met Rusland over de uitwisseling van territoria, een conflict dat leidt tot de Fins-Russische oorlog ofwel de Winteroorlog die eindigt op 12 maart 1940 met het door de Russen gedicteerde verdrag van Moskou. De Finse wens om de daarmee verloren gegane gebieden terug te veroveren, drijft hen in de armen van nazi-Duitsland. De daarop volgende Vervolgoorlog met de Russen eindigt in september 1944.

Boek: A Concise History of Finland

Bronnen

-Kirby, D., A Concise History of Finland, Cambridge University Press 2014.

Willem Peeters (1944) is redacteur van de website Casa Cultural waarop naast de complete geschiedenis van Spanje en biografieën van prominente Spaanse politici, artikelen te vinden zijn over tal van andere landen en onderwerpen. Zijn speciale aandacht gaat uit naar Amsterdam. Niet alleen schrijft hij over de historie van de hoofdstad, maar ook heeft hij fotoseries gemaakt waarin afbeeldingen van vroeger uit de Beeldbank van de stad gekoppeld zijn aan hedendaagse foto's (Amsterdam toen en nu). Regelmatig verzorgt hij lezingen in samenwerking met Station-West, een culturele hotspot in het centrum van Amsterdam.

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×