Het kabinet ziet geen reden om excuus aan te bieden voor de houding van de Nederlandse regering in ballingschap ten opzichte van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat blijkt uit het antwoord van premier Rutte op Kamervragen van de PVV.
De PVV is van mening dat excuses wel op zijn plaats zijn en vroeg de premier daarom onlangs per brief of het kabinet deze alsnog wilde aanbieden. De partij van Geert Wilders noemde recente berichtgeving over de passieve houding van de Nederlandse regering in ballingschap met betrekking tot de Jodenvervolging “schokkend”.
De discussie ontstond naar aanleiding van de publicatie van het boek Judging the Netherlands van Manfred Gerstenfeld. In dit boek stelden de oud-ministers Gerrit Zalm (VVD) en Els Borst (D66) excuses op zijn plaats te vinden. Volgens oud-minister Els Borst hield de Jodenvervolging koningin Wilhelmina destijds in Londen nauwelijks bezig. Borst:
“Als alle katholieken of gereformeerden naar Duitsland waren gedeporteerd, had de regering in ballingschap wel instructies gegeven aan de bevolking in bezet Nederland.”
Het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël) werd de afgelopen week in de media ook om een standpunt gevraagd. Tegenover de Volkskrant zei CIDI-directeur Ronny Naftaniel onder meer het volgende:
“Excuses moet je krijgen, daar moet de Joodse gemeenschap niet om vragen. Een excuus heeft ook weinig effect, aangezien de meeste overlevenden van de oorlog er niet meer zijn. Het zou alleen van historisch belang zijn voor de samenleving als geheel.”
Volgens Naftaniël had de Joodse gemeenschap er meer aan gehad als de PVV een ander standpunt had ingenomen in de discussie rond het ritueel slachten.
Geen ‘breed gedragen advies’
Premier Rutte blijkt dus niet van plan te zijn excuses aan te bieden voor de slappe houding van de regering in ballingschap tijdens de Tweede Wereldoorlog. De premier antwoordde dat er geen “breed gedragen advies” ligt uit de kring van betrokkenen of geobjectiveerde informatie is die zou moeten leiden tot excuses.
In 2000 bood het kabinet-Kok wel excuus aan voor de ‘kille ontvangst’ na de oorlog van Joden die de Holocaust overleefd hadden. Kok wilde die excuses aanvankelijk overigens helemaal niet willen aanbieden en deed dit pas na aandringen van onder meer de ministers Borst en Zalm die destijds betrokken waren bij onderhandelingen over de compensatie van geroofde Joodse tegoeden.
Het kabinet-Kok stelde destijds ook 680 miljoen gulden beschikbaar voor verschillende groepen. De Joodse gemeenschap kreeg 400 miljoen gulden. Daarvan was 350 miljoen bedoeld voor “onbelaste, niet met andere oorlogsuitkeringen te verrekenen betalingen aan individuen”.
Lees ook: ‘Excuus voor Nederlandse houding Jodenvervolging’
Overzicht van boeken over de Tweede Wereldoorlog