Het Allard Pierson stelt met twee Duitse partnermusea een tentoonstelling samen over de internationale art nouveau. Hierin wordt de fascinatie voor de vrouw centraal gesteld. Zij is rond 1900 de droom én de nachtmerrie van een generatie kunstenaars die de werkelijkheid probeert te ontvluchten. Lieflijke maagden, wrede minnaressen, vrome madonna’s en andere vrouwelijke clichés bepalen de boekillustraties van Aubrey Beardsley, de sieraden van René Lalique, de affiches van Alphonse Mucha en vele andere werken van bekende ontwerpers.
De art nouveau – oftewel jugendstil – die tussen 1890 en 1914 in Europa en zelfs daarbuiten de toon zet, put zijn inspiratie vooral uit de natuur. Gebouwen, interieurs en gebruiksvoorwerpen worden ontworpen in organische vormen en gedecoreerd met motieven uit de wereld van planten en dieren. De beeldtaal is bovendien rijk aan vrouwelijke schoonheden. Hun elegante lichamen, lange haarlokken en transparante gewaden worden ontleend aan de klassieke oudheid, Byzantijnse iconen en middeleeuwse legenden. Als goddelijke verschijningen staan deze vrouwen mijlenver buiten de samenleving waarin de eerste feministen juist strijden voor onderwijs, kiesrecht en een eigen carrière.
Verlangens en angsten
Door de art nouveau in zijn maatschappelijke context te belichten, laat de tentoonstelling zien dat achter deze mythische wezens vaak een diepere betekenis schuilt. De negentiende eeuw loopt bijna ten einde: technologie en wetenschap hebben nieuwe inzichten en vrijheden gebracht, maar de vooruitgang heeft ook angst en twijfel gezaaid. In dat spanningsveld is het niet zozeer de schoonheid van godinnen, nimfen, feeksen, engelen en feeën die kunstenaars aantrekt, maar vooral hun symbolische waarde. Ze staan voor hogere idealen, universeel menselijke gevoelens of tijdloze deugden en geven houvast aan een samenleving in verwarring. De godinnen van de art nouveau belichamen alle moderne verlangens en angsten die indertijd spelen.
Lalique, Munch en Toulouse-Lautrec
Werken van Aubrey Beardsley, René Lalique, Alphonse Mucha, Edvard Munch en Henri de Toulouse-Lautrec zijn in de tentoonstelling te zien naast andere ontwerpen van internationaal toonaangevende kunstenaars. Het overzicht omvat tekeningen, schilderijen, juwelen, glas, keramiek, textiel en smeedwerk uit de collecties van het Badisches Landesmuseum in Karlsruhe, Nederlandse musea en particuliere verzamelaars. Voor boekbanden, boekillustraties, affiches en feministische literatuur put het Allard Pierson vooral uit de eigen papieren collecties.
Een aparte zaal is gewijd aan vrouwelijke schilders, fotografen, keramisten en textielkunstenaars werkzaam binnen de art nouveau. Ook toont het museum filmbeelden van de Serpentine Dance van Loïe Fuller, de danseres die velen destijds inspireert.
De tentoonstelling ‘Godinnen van de art nouveau’ is te zien van 23 oktober 2020 tot en met 21 maart 2021. Bij uitgeverij WBOOKS verschijnt een publicatie onder dezelfde titel.
~ Allard Pierson