Afgelopen weekend herdacht Groningen de bevrijding van de stad aan het einde van de Tweede Wereldoorlog op een grootscheepse manier. Zo’n 200 acteurs speelden voor het massaal toegestroomde publiek een aantal van de gevechten na die tussen 13 en 16 april 1945 plaatsvonden. Vrijdag werden de straatgevechten geënsceneerd bij de Canadese intocht in de stad. ’s Zondags werd de strijd op de Grote Markt nagespeeld, compleet met Sherman-tanks en antitankgeschut.
In de voorlaatste oorlogsmaand is er hard gevochten om de strategisch gelegen stad Groningen. De Duitse bevelhebber was niet bereid om de stad zonder slag of stoot op te geven. De nauwe straten en de grachtengordel maakten de binnenstad goed verdedigbaar. De Canadese troepenmacht die de stad moest bevrijden rukte gedurende vier dagen straat voor straat en huis voor huis op. De historische binnenstad liep door de felle gevechten ernstige schade op, die tot op de dag van vandaag duidelijk herkenbaar is. Ingesloten en met een gebrek aan munitie moesten de verdedigers uiteindelijk capituleren. Meer dan 5000 man werden krijgsgevangen gemaakt. Zo’n 100 Groningers en 43 Canadezen kwamen om het leven.
Eerbetoon
Elbert Krimp uit Eerbeek, uitgedost als Canadese soldaat, ziet de enscenering van de gevechten als een eerbetoon aan de mannen die destijds streden en stierven voor de bevrijding van ons land.
‘Door de geschiedenis na te spelen houd je het levend voor het nageslacht’.
Het ‘reënacten’, zoals dat heet, gaat gepaard met een hoop liefde en kennis voor details.
‘Het is ongelofelijk moeilijk alles goed te reënacten. Alles moet kloppen. Er zijn ontzettend veel replica’s op de markt die gewoon niet goed zijn.’
De gebruikte wapens zijn authentiek. Sommige kunnen zo gekocht worden, anderen worden met metaaldetectoren opgespoord en vervolgens opgelapt. Er ligt nog genoeg in de Nederlandse bodem, voor degenen die weten waar te zoeken. Met behulp van zogenoemde ‘pyrotechniek’ kunnen losse flodders afgeschoten worden die een flinke knal veroorzaken. Het geschiet van de geweren en machinepistolen klinkt indrukwekkend, luider dan in films.
In het Duitse kamp zitten Jeroen Thiele, Jos Bogaerds en John Eichelsheim uit het zuiden des lands onder een gecamoufleerd tentzeil te schuilen voor de regen. Ze zijn gekleed als Wehrmachtsoldaten. Daarop hebben ze nooit negatieve reacties gehad.
‘Bezoekers zijn altijd positief. Ook oude mensen. In de oorlog was er toch meer afstand, nu kunnen ze de soldaten ook van dichtbij zien. Soms komen de verhalen die lang weggestopt waren dan weer naar boven en vertellen ze erover.’
Het reënacten heeft een geschiedkundige functie.
‘Het publiek wil van alles weten, over de oorlog, over het dagelijks bestaan van soldaten, over de uitrustingen en wapens’.
Sinds enkele jaren is het steeds geaccepteerder dat ook Duitse soldaten meedoen aan ensceneringen van de Tweede Wereldoorlog. Dat is misschien ook wel goed, er is ook een tegenstander nodig. Bovendien waren de meeste Duitse soldaten ook maar boerenjongens die voor hun nummer werden opgeroepen, het was niet allemaal zo zwart-wit. Toch zal je zelden een Duitser zien die een Duitse soldaat naspeelt. ‘Dat ligt te gevoelig’. Het handjevol Duitsers dat meedoet aan het naspelen van de bevrijding van Groningen vecht dan ook onder Canadese vlag.