Jan zonder Land, ook wel Jan van Engeland of Jan Zachtzwaard. Engelse koning uit het Huis Plantagenet. Regeerde over Engeland van 1199 tot 1216. Onder meer bekend door zijn ondertekening van de Magna Carta.
Jan zonder Land (John Lackland) werd op 24 december 1167 geboren in Oxford. Dit als jongste zoon van Hendrik II van Engeland en Eleonora van Aquitanië. Het huwelijk tussen zijn ouders was niet goed. Hoewel koning Hendrik II zijn zoons verschillende belangrijke posities gaf, kwamen ze vanaf 1173 met hem in conflict. Met name Jan zonder Land en diens broer Richard I Leeuwenhart werden door hun moeder tegen de koning opgezet.
Jan zonder Land voerde in 1185 enkele maanden het bestuur over Ierland. Erg succesvol was hij hierin echter niet. Toen zijn vader in 1189 overleed kreeg hij geen apanage (schenking die vaak aan vorstenzonen werd toegekend zodat zij hun leven naar rang en stand konden leven). Jan was de vierde zoon van de koning en kon volgens het geldende geboorterecht daarom geen bezittingen van zijn vader in Engeland of in Frankrijk erven. Hieraan heeft hij zijn bijnaam ‘Zonder Land’ te danken.
Zijn broer Richard I Leeuwenhart werd tot koning van Engeland gekroond. Toen deze het land verliet vanwege de Derde Kruistocht (1189-1191) liet hij Jan beloven buiten Engeland te blijven. Tijdens de afwezigheid van Richard Leeuwenhart spande Jan zonder Land echter samen met Filips II van August. Hoewel Richard hem dat verboden had reisde Jan zonder Land of naar Engeland in een poging daar de macht te grijpen. Bij terugkomst in Engeland (1194) wist Richard zijn broer aan zich te onderwerpen.
Richard Leeuwenhart zou zijn broer op zijn sterfbed als opvolger aangewezen hebben. Nadat Richard overleden was (6 april 1199) werd Jan zonder moeite in Engeland erkend. In Frankrijk werd Jan zonder Land echter niet direct als koning geaccepteerd. De gebieden schoven Arthur I van Bretagne, een twaalfjarige neefje van Jan, naar voren als geschikte kandidaat. Alleen Normandië had geen bezwaar tegen Jan zonder Land.
De kwestie leidde tot een oorlog waaraan in 1200 met de ondertekening van de Vrede van Goulet een einde kwam. Jan moest hierbij enkele gebieden op het Europese vasteland prijsgeven, maar werd in enkele andere gebieden in Frankrijk wel als vorst erkend. De vrede was slechts van korte duur. Toen Jan zonder Land vanwege een huwelijkskwestie weigerde te verschijnen voor het koninklijk hof werden zijn Franse lenen hem ontnomen (1202). Arthur I van Bretagne heropende hierop de strijd en werd hierbij geholpen door de Franse koning Filips II August.
Arthur I van Bretagne viel in augustus 1202 in handen van de Engelse koning en liet hem in april 1203 worgen. In 1204 verloor Jan zonder Land Normandië en enige tijd later bezat hij op het continent alleen nog Aquitanië en enkele delen van Poitou. Op 13 oktober 1206 kwam er met het sluiten van een tweejarig bestand opnieuw een tijdelijk einde aan de oorlog.
De kerk
Daarmee waren de zorgen voor Jan zonder Land echter niet voorbij. Hij was ook nog in en conflict met de Engelse Kerk geraakt. Dit naar aanleiding van de verkiezing van de aartsbisschop van Canterbury, Stephen Langton. Jan zonder Land weigerde Langton te erkennen. Dit zorgde er uiteindelijk voor dat paus Innocentius III in maart 1208 besloot Engeland onder interdict te plaatsen. Een kerkelijke straf. Leden van de kerk konden hierdoor onder meer niet langer de sacramenten zoals doop en biecht ontvangen.
In 1209 werd de Engelse koning door de kerk in de ban gedaan en in 1213 werd hij van de troon vervallen verklaard. Jan zonder Land onderwierp zich in mei datzelfde jaar nog aan de paus. Zijn land had hij voortaan echter van de paus in leen.
Magna Carta
De oorlog met Frankrijk was inmiddels weer opgelaaid. Erg gunstig verliep deze oorlog voor Engeland niet. Bij Bouvines werd bijvoorbeeld een grote nederlaag geleden en geestelijken, adel en stedelijke burgerij waren ontevreden. Ze kwamen in opstand en werden gesteund door de Kerk die zich verzette tegen de toenemende invloed van de koning. Nadat de rebellen Londen ingenomen hadden en Jan de schatkist leeg had gevochten, zag hij zich op 15 juni 1215 gedwongen bij Runnymede de Magna Carta te tekenen.
In dit document werden onder meer de verplichtingen tussen koning en baronnen vastgelegd. De macht van de koning werd ingeperkt. Zo werd bijvoorbeeld bepaald dat koningen zich niet meer mochten bemoeien met kerkelijke benoemingen en kon de koning ook niet meer eigenhandig goederen of inkomsten belasten. Hiervoor moest hij voortaan eerst overleggen met een raad van baronnen.
De Magna Carta, een van de bekendste grondwettelijke documenten ter wereld, bevatte 63 artikelen die met name gunstig waren voor de geestelijken en edelen. Het document wordt vaak gezien als een mijlpaal in de constitutionele geschiedenis.
Jan had het document wel ondertekend, maar verzette zich er zeer tegen. Paus Innocentius III kwam voor de Engelse koning op en verklaarde de Magna Carta op 24 augustus 1215 ongeldig. Daarnaast excommuniceerde de paus de rebellen. Deze opstandelingen wilden de troon opdragen aan de Franse kroonprins Lodewijk (de latere Franse koning Lodewijk VIII). Toen deze Lodewijk de stad Londen in 1216 binnentrok, reisde Jan zonder Land noordwaarts. Daar overleed hij korte tijd later. Hij werd als koning opgevolgd door zijn negenjarige zoon Hendrik III van Engeland.
Lees ook: Magna Carta (1215) – Betekenis van het ‘Grote Charter’