Jumbo, de megaolifant die een wereldster werd

5 minuten leestijd
Ansichtkaart - Jumbo loopt een rondje met een paar kinderen op zijn rug (Wiki)
Ansichtkaart - Jumbo loopt een rondje met een paar kinderen op zijn rug (Wiki)

We kennen het woord ‘jumbo’ als zelfstandig naamwoord in de betekenis van dikzak of vet persoon. Als voorvoegsel betekent het enorm of gigantisch, een betekenis die veel gebruikt wordt in de voedselindustrie zoals bij jumbogarnaal of jumbotaart. Vermoedelijk was het vliegtuig Boeing 747, bekend als de jumbojet, in 1964 het eerste Nederlandse woord dat ‘jumbo-‘ in zijn naam had. Het woord jumbo is in onze taal terechtgekomen door een olifant die eind negentiende eeuw uitgroeide tot wereldster. Dit artikel brengt in kaart wie Jumbo was en hoe hij een internationale dierengrootheid werd.

Jumboposter, circa 1883. Bron: Wikimedia
Jumboposter, circa 1883. Bron: Wikimedia
Taalkundig gezien is jumbo een vrij uniek woord. Het gebeurt namelijk zelden dat mensen of voorwerpen naar dieren worden vernoemd. Meestal gaat dit andersom: dieren en voorwerpen krijgen na verloop van tijd de namen van mensen. Met de Afrikaanse bosolifant Jumbo, die rond de Kerst van 1860 geboren werd in Oost-Afrika, kwam hier verandering in. In 1862 vingen Arabische jagers het dier en verkochten het door aan een Italiaanse koopman, waarna de olifant via korte verblijven in Duitsland en Frankrijk, in 1865 in de dierentuin van Londen belandde.

‘Voorwerp van vrees’

De olifant stond tijdens zijn verblijf in de London Zoological Gardens, van 1865 tot 1882, bekend als een van de grootste olifanten ter wereld; in 1882 was hij sowieso de grootste olifant in gevangenschap. De naam Jumbo voor dit gigantische beest was dan ook toepasselijk. Vermoedelijk is de naam een afkorting van mumbo-jumbo, dat in de Afrikaanse taal Mandingo zoveel betekent als ‘voorwerp van vrees’, ‘medicijnman’ of ‘fetisj’. Zeker is dit echter niet. De naam kan ook ontleend zijn aan het Oost-Afrikaanse Swahili, waarin jumbe ‘baas’ of ‘leider’ betekent.

Jumbo groeide op in de Londense dierentuin en werd daar letterlijk en figuurlijk groot. Jumbo werd hét cultdier van de Londense Zoo en raakte alom geliefd. Met name koningin Victoria en de koninklijke familie waren grote fans van het dier. De bezoekers, ook kinderen, mochten voor een penny op Jumbo’s rug zitten en op diens gigantische lijf een rondje door de dierentuin maken. Want gigantisch was Jumbo: het reuze-exemplaar woog op zijn top ongeveer 5900 kilogram, met een schouderhoogte van 3,70 meter. Met zijn kop erbij torende hij minstens vier meter boven de grond uit. Het kolossale beest moest natuurlijk veel eten om in vorm te blijven. Elke dag verstouwde Jumbo maar liefst 91 kilo hooi, een emmer aardappelen, vijftien broden, een partij uien en vijf liter water vermengd met whiskey.

The Barnum Courier, 1883. Circuskrant. Bron: Wikimedia
The Barnum Courier, 1883. Circuskrant. Bron: Wikimedia

De London Zoological Gardens besloot in 1881-1882 om Jumbo te verkopen. Niet alleen had de olifant regelmatig woedeaanvallen, vermoedelijk vanwege zijn ongewone groeitempo, ook waren zijn verzorgers bang dat Jumbo compleet zou gaan flippen als zijn vaste begeleider Matthew “Scotty” Scott overleed.

Phineas Taylor Barnum (1810-1891)
Phineas Taylor Barnum (1810-1891)
De Amerikaanse impresario, circusuitbater en talentenscout Phineas Taylor Barnum (1810-1891) besloot om de olifant voor $10.000 te kopen, omgerekend naar vandaag circa $250.000. Bijzonder is dat ‘barnum’ volgens de Dikke Van Dale als voorvoegsel ‘reusachtig’ betekent, dus hetzelfde als jumbo. Aardig is verder dat Barnum in 1844 een dwerg naar de Verenigde Staten haalde, Charles Sherwood Stratton, die de bijnaam General Tom Thumb kreeg en een grote circusattractie werd en in 1858 optrad in Amsterdam. In het Frans heette deze lilliputter Tom Pouce (‘Kleinduimpje’), wat toen ook de artiestennaam was van de populaire Nederlandse dwerg Jan Hannema. Tegenwoordig kennen we de tompouce als een lekker gebakje.

Jumbomania in Amerika

Eind maart 1882 stopte men Jumbo in een grote kist. Toen het getij gunstig was en Jumbo een flink ontbijt en een partij bier achterovergeslagen had, kon het schip Assyrian Monarch met de olifant aan boord aan de oceaanreis beginnen. Aan boord waren ook 600 opvarenden, onder wie naast 90 bemanningsleden vooral Joden die naar de Verenigde Staten emigreerden. Er was voldoende proviand aan boord voor Jumbo, waaronder 65 hooibalen, 140 kilo scheepsbiscuits en 50 witte broden. Na een goede reis van bijna twee weken kwam het schip op 9 april 1882 aan in de haven van New York. Verscheidene journalisten gingen aan boord en Jumbo kreeg een fles whiskey om te drinken op de goed verlopen reis. Op de kade stonden ongeveer 10.000 toeschouwers die de olifant een warm welkom bezorgden. Er was sprake van een ware Jumbomania.

Jumbo wordt in de kist getakeld voor de reis naar Amerika. Bron: Wikimedia
Jumbo wordt in de kist getakeld voor de reis naar Amerika. Bron: Wikimedia
De olifant via Broadway naar het circus op Madison Square Garden brengen, was nog niet zo eenvoudig. Acht paarden en 500 man kregen de kooi niet in beweging, waarna acht extra paarden werden ingezet en twee andere olifanten om de kooi in beweging te brengen. Toen lukte het wel en begaf de stoet zich naar het circus.

Tijdens Pasen 1882 maakte Jumbo zijn debuut in het circus Barnum & Bailey in New York. Het circus trok dagelijks liefst 20.000 bezoekers. Elk jaar maakte Jumbo een binnenlandse tournee. Een aardige anekdote is dat Jumbo en zijn begeleider Scotty, die was meeverhuisd met zijn troeteldier, elke avond voor het slapengaan samen een flesje bier leegdronken. Op een dag was Scotty in slaap gevallen, nog voor het flesje bier leeg was. Jumbo tilde Scotty voorzichtig op en zette hem naast het flesje bier neer, zodat hij het gerstenat alsnog kon opdrinken.

In zijn eerste jaar in New York verdiende Jumbo $1.5 miljoen dollar voor het circus. Geschat wordt dat 16 miljoen volwassenen en vier miljoen kinderen hem live zagen optreden.

Tragische dood

Op 15 september 1885 kwam Jumbo op een tragische manier om het leven op een spoorweg in St. Thomas, Ontario, in Canada. Rond 21.30 uur liep de dierenstoet na een optreden langs een spoorlijn, toen er onverwacht een trein naderde. De machinist probeerde de trein op tijd te stoppen, maar dat mislukte. De trein raakte het kleine olifantje Tom Thumb, die in een sloot geslingerd werd. Jumbo, die voor haar liep, zette het op een rennen. Hij kwam echter onder de locomotief terecht, werd 90 meter meegesleept en met zwaar hoofdletsel overleed hij binnen enkele minuten. De locomotief en wagon ontspoorden en werden verwoest.

Jumbo "redt" de kleine olifant Tom Thumb, illustratie uit 1885. Bron: Wikimedia
Jumbo “redt” de kleine olifant Tom Thumb, illustratie uit 1885. Bron: Wikimedia

Jumbo was voor een half miljoen dollar verzekerd, maar niet op Canadese grond. Daarom spande Barnum een rechtszaak tegen de Canadian Grand Trunk Railway aan, waarin hij $100.000 claimde. Uiteindelijk moest hij genoegen nemen met $10.000. De restanten van Jumbo kwamen via-via uiteindelijk in Tufts University in Madford (Massachusetts) terecht, waar hij in reuzenformaat werd opgezet. Een grote brand op 14 april 1975 vernietigde wat er nog van Jumbo over was.

De opgezette Jumbo in Tufts University, ca.1900. Bron: Wikiemedia
De opgezette Jumbo in Tufts University, ca.1900. Bron: Wikiemedia

Jumbo the Elephant: Animal Legends

Bronnen â–¼

– Paul Chambers, Jumbo: the Greatest Elephant in the World (2008).
– Ludo Permentier, Woorden weten alles. Het verhaal van het Nederlands in honderd woorden (2013)

– (over ‘barnum’)

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×