Dark
Light

Kinderboek over Constantijn de Grote en Rome

In gesprek met schrijfster Rosita Steenbeek
9 minuten leestijd
Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)
Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)

In de Amsterdamse Nieuwe Kerk loopt nu een expositie over het unieke leven van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Ter gelegenheid van deze tentoonstelling schreef Rosita Steenbeek het kinderboek De Triomfboog: een reis in de tijd. Een poging van de Nieuwe Kerk om Rome en de Oudheid aantrekkelijk te maken voor de jeugd. Steenbeek sprak samen met anderen ook een Audio-tour (Stadsgids) in voor de Constantijn-tentoonstelling. Deze is ook zeer boeiend voor jonge bezoekers.

De triomfboog. Een reis in de tijd - Rosita Steenbeek
De triomfboog. Een reis in de tijd – Rosita Steenbeek
Mogelijk was keizer Constantijn zelf niet echt een kindervriend. Hij had dan wel vier zonen en twee dochters: hij liet ook zijn oudste (buitenechtelijke) zoon Crispus ombrengen. Geruchten dat zijn vrouw Fausta een affaire met Constantijn’s nakomeling had gehad, lagen hier mogelijk aan ten grondslag. De waarheid zullen we wellicht nooit weten.

Steenbeek werd door de Nieuwe Kerk gevraagd om De Triomfboog te schrijven vanwege haar grote kennis van en liefde voor Rome. De schrijfster woont al sinds 1985 in de Eeuwige Stad en weet daardoor veel van de cultuur en de historie ter plaatse. Bijkomend uniek aspect is dat Steenbeeks beide grootvaders dominee waren in de Nieuwe Kerk, wat voor haar meespeelde bij het accepteren van de opdracht. Zelf studeerde ze ook een jaar theologie.

Hoewel De Triomfboog Steenbeeks eerste kinderboek is, ging het schrijven haar makkelijk af. Steenbeek:

“Het keizerschap van Constantijn speelt zich af in een tijd (en decor) die kinderen aanspreekt. Je moet echter wel de juiste toon treffen en het verhaal spannend maken. Anders raak je hun aandacht kwijt.”

Schreef je ‘De Triomfboog’ speciaal voor de Constantijn-tentoonstelling?

“Ja, het was een verzoek van de Nieuwe Kerk en de Hermitage. Ik werd uitgenodigd om te komen praten in de Hermitage. Daar werd mij verteld dat er een tentoonstelling werd voorbereid over keizer Constantijn en het Rome van het begin van de vierde eeuw. Toen dacht ik: ‘Misschien vragen ze wel of ik een stukje wil schrijven voor de catalogus of een praatje wil houden in verband met de tentoonstelling. Mij werd echter gevraagd of ik een kinderboek wilde schrijven. Ik was daar wel door verrast. Het hoofd Communicatie en Educatie van de Nieuwe Kerk, Paul Mosterd, zei: “Ik heb nog nooit iemand zo verbluft zien kijken”. Toch dacht ik bij mezelf: ‘Ik ga het doen’. Dat kwam door twee dingen: het onderwerp is me dierbaar en ik woon in Rome. Ik vind de Oudheid een boeiende tijd en word er in mijn woonplaats door omringd. Verder speelt mee dat ik uit twee dominees-families kom waardoor ik ook van het christendom doordrenkt ben. Mijn beide grootvaders waren dominee en hebben hier in de Nieuwe Kerk op de kansel gestaan. Dat waren opa Steenbeek en opa Hugenholtz. Hugenholtz speelt een grote rol in mijn laatste boek Rose. Daarin beschrijf ik hoe hij met zijn Joods-Duitse bruid door de Nieuwe Kerk loopt. Zij was Joods en werd christen voor hem.”

Je familie heeft dus een sterke band met de Nieuwe Kerk?

“Ja, een hele sterke band. Zoals ik al zei waren mijn beide grootvaders hier actief. De voorvaderen van moeders kant (familie Hugenholtz) waren ook al predikanten in de Nieuwe Kerk, maar hebben zich later afgescheiden. Ze hebben de Vrije Gemeente opgericht in het huidige Paradiso (Amsterdam). Ze waren Vrijzinnig.

De vraag van Paul Mosterd bracht dus twee zaken op mijn pad: Rome en de Nieuwe Kerk. Ik dacht: ‘Dit is interessant.’ Hoewel ik nog nooit een kinderboek had geschreven, is het ook prikkelend om iets te doen wat je nooit eerder hebt gedaan. Het is wel een tijd die kinderen aanspreekt, als je de juiste toon treft. Kinderen vinden Rome over het algemeen heel spannend. Alleen moet je wel de goede dingen eruit pikken. Ze moeten er betrokken bij raken. Het gaat er om hoe je het aan de kinderen vertelt. Je moet het invoelbaar maken met bijzondere details erbij. Data uit het hoofd leren werkt minder goed bij de jeugd. Ik wilde het voor kinderen spannend maken en ze nieuwsgierig maken naar de tentoonstelling.

Ik heb van te voren ook met mijn neefjes en nichtjes gepraat . Die zijn tussen de 12 en de 15 jaar oud. Zij zeiden allemaal: ‘Het moet spannend zijn. Echt spannend en niet zo maar een klein beetje spannend.’ Ook dat heb ik me aangetrokken.”

Kop van keizer Constantijn gearriveerd in Nieuwe Kerk
Kop van keizer Constantijn in de Nieuwe Kerk

Was het een lastige opgave of ging het schrijven van ‘De Triomfboog’ wel makkelijk uiteindelijk?

“Het was een verrassing voor mij dat het eigenlijk tamelijk soepel liep. Ik wilde van tevoren zo veel mogelijk weten over de tentoonstelling. Daarom heb ik uitvoerig gesproken met de verantwoordelijken, zodat ik wist wat ze gingen laten zien en wat de thema’s waren. Op die manier kon ik zo veel mogelijk van de tentoonstelling gebruiken in mijn verhaal. Daardoor wordt het voor kinderen interessanter om naar de Constantijn-tentoonstelling te kijken en zien ze ook meer.

De expositie in de Nieuwe Kerk reikte mij van alles aan. Ik dacht: die grote kop van Constantijn die hier te zien is, moet er zeker in net als de Triomfboog. Ik woon er bovendien niet zo ver vandaan. Toen ik de opdracht kreeg, ben ik extra aandachtig naar die boog gaan kijken. Dat heeft me ook weer extra materiaal gegeven voor mijn boekje. Bij een nieuw project wordt je blik gericht. Je ziet dan plotseling (nieuwe) dingen die in het verhaal ingepast kunnen worden.”

Ben je nu ook weer anders tegen bepaalde onderwerpen aan gaan kijken?

“Ja, nu pas ben ik me er van bewust dat er helemaal geen christelijke verwijzingen te zien zijn op de Triomfboog van Constantijn. Hahaha.”

Wat vind je eigenlijk van de Constantijn-tentoonstelling in de Nieuwe Kerk?

“Hij is prachtig. Ik vind hem heel spectaculair en een mooi gevoel gevend van Rome met alle grandeur, inclusief de effecten. Wat ik heel mooi vind, is dat je telkens in een andere sfeer terecht komt. Dat hebben ze heel mooi gedaan.”

Heb je een speciale connectie met keizer Constantijn of het christendom?

Rechterhand van een kolossaal beeld van Constantijn, Rome, ca. 315 / Marmer, h 161 cm /, Rome, Musei Capitolini, Palazzo dei Conservatori, Cortile
Rechterhand van een kolossaal beeld van Constantijn, Rome, ca. 315 / Marmer, h 161 cm /, Rome, Musei Capitolini, Palazzo dei Conservatori, Cortile
“Je komt die kop van Constantijn natuurlijk overal tegen in Rome: behalve in de Capitolijnse Musea ook op heel veel ansichtkaarten. Ik heb echter nooit een grote sympathie voor hem gehad. Het was geen leuke man. Constantijn was ook geen vroom christen. Hij deinsde er niet voor terug mensen uit de weg te ruimen op weg naar de alleenheerschappij. Zijn moeder was misschien wel een vrome vrouw, maar Constantijn heeft zich pas op zijn sterfbed laten dopen. Misschien zag hij toen het licht.”

Vind je hem wel een inspirerende figuur voor een kinderboek?

“Niet specifiek Constantijn, maar wel zijn tijd. Dat was een hele inspirerende periode. Het was een tijd met verschillende religies. Wat ik ook heel boeiend vind, is dat het christendom toen één van de vele godsdiensten was, maar van de anderen gewonnen heeft omdat het elementen overnam van andere godsdiensten. Ik beschrijf in De Triomfboog dat de twee hoofdfiguren, Pien en Wout, terechtkomen in een processie voor de godin Isis, de Egyptische godin van liefde en vruchtbaarheid. Zij was heel populair in het oude Rome en ook in de tijd van Constantijn. Er stonden 12 tempels voor deze godin in Rome. Ook naast het Pantheon bevond zich er een. Isis wordt vaak afgebeeld als een moeder met een zoontje op haar arm, net als de Christelijke Maria. Soms heeft Isis een krans van sterren om haar hoofd en staat ze met haar voeten op de maan. Ze werd Sterre der zee genoemd, poort tot de hemel, moeder van God. Bij het concilie van Efeze in 431 gingen alle titels van Isis over op Maria. De geboortedag van Mithras was 25 december. Kerstmis dus. Dat is ook niet toevallig. Het eerst deel van de tentoonstelling laat dit ook zien en dat is tevens het gedeelte dat ik van audio-teksten heb voorzien. Rome was een hele multi-religieuze stad.”

Ben je zelf religieus of spiritueel aangelegd?

“Ja, op een bepaalde manier zeker. Ik ga bijvoorbeeld nog wel eens samen met mijn moeder naar de kerk die ik ook als kind bezocht. Dat is een Hervormde kerk (PKN). In Rome bezoek ik ook regelmatig een godshuis. Ik ga daar dan naar de Friezenkerk of de Sint- Juliaan-der-Vlamingen. De Friezenkerk is het centrum waar de Nederlanders bij elkaar komen in Rome. Ik ga op 8 november ook zelf voor in de Kloosterkerk van Den Haag. (De kerk van het Koninklijk Huis) Ik ben uitgenodigd een Lekenpreek te houden.

In het verleden heb ik een jaar theologie gestudeerd. Ik wilde aanvankelijk dominee worden. Ik heb er wel eens spijt van dat ik daar niet mee ben doorgegaan. Het is een mooie studie. Ik ben omgezwaaid en uiteindelijk afgestudeerd in Nederlands. Ik ben Neerlandica net als mijn vader (Neerlandicus). Hij doceerde Nederlands aan de Universiteit van Utrecht, maar had ook een encyclopedische kennis van geschiedenis en was erg thuis in het Latijn en het Grieks. Na mijn besluit om Nederlands te gaan studeren in Amsterdam zei mijn vader tegen me: ‘Rosita, dit is een list van je om toch nog in het Sodom en Gomorra van Amsterdam terecht te komen.’ Het enige dat ik namelijk niet in Utrecht kon studeren was Nederlands.”

Als je hart bij theologie lag, viel de studie Nederlands dan niet een beetje tegen?

“Ik was toen pas 18. Achteraf gezien had ik wellicht meer geleerd van een studie Theologie, denk ik. Klassieke Talen heb ik ook nog een tijdje gedaan, maar dat heb ik niet doorgezet. Dat vak heb ik heel goed gehad op de middelbare school.”

Heb je ook aan een studie Geschiedenis gedacht?

“Eigenlijk niet, maar ik ben doordat ik in Rome verzeild raakte toch voortdurend bezig met geschiedenis en met de Oudheid. Tevens houd ik ook de oude talen nog een heel klein beetje fris.”

Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)
Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)

Wordt de geschiedenis van Rome goed geconserveerd tegenwoordig, of kan het beter?

“Ze zijn er de laatste tijd weer wat toegewijder mee bezig. Dat kwam ook door het Jubeljaar in 2000. Nu komt er weer een nieuw Jubeljaar aan met heel veel toeristen. Er wordt flink schoongemaakt en gerestaureerd en men gaat door met graven naar oudheden. Het is wel jammer dat er steeds meer hekken om de oudheden komen te staan. Toen ik in Rome kwam wonen, kon je overal nog ongestoord naar binnen en over het Forum lopen bijvoorbeeld.”

Heb je nog iets gemerkt van de Feyenoord-supporters die historische delen van Rome vernield hebben? Onder andere de Barçaccia fontein werd beschadigd.

“Jazeker, dat was niet leuk. Ik was net de laatste hand aan het leggen aan mijn historische roman Rose toen mijn buurvrouw belde. Ze zei dat haar dochter vanaf haar balkonnetje uitkeek op gevechten met de politie. Ik moest die dag naar het Campo de’ Fiori toe, maar mijn buurvrouw zei dat ik beter thuis kon blijven. Vanuit mijn woning hoorde ik sirenes en helikopters, maar doordat ik maniakaal met de afronding van mijn boek bezig was, ben ik er weinig mee bezig geweest. Het was een groot issue in Rome. ‘De Barbaren zijn terug’, zei men in de stad. Dat klopte ook wel. Zeker. Het was heel schokkend.”

Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)
Rosita Steenbeek in Rome (privéfoto)

Ben je momenteel aan een speciaal boek bezig? Of mag je dat nog niet zeggen?

“Jawel, maar het bevindt zich nog in een heel pril stadium. Mijn nieuwe boek zal gaan over Julia, de dochter van keizer Augustus. Ik loop er al jaren mee rond en keer hierbij terug naar de Oudheid. Augustus had maar één kind en dat was Julia. Zij heeft een heel spectaculair leven gehad met de hoogste hoogten en de diepste diepten. Op een bepaald moment werd ik getroffen door haar figuur. In een mannenwereld is zij een persoon die eruit springt. Ze heeft in een hele belangrijke tijd geleefd en logeerde aan het hof van vazalkoning Herodes. Ze moest trouwen met haar neef Marcellus, huwde daarna Agrippa, die we allemaal kennen van het Pantheon, en vervolgens met Tiberius. Julia heeft ook veel gereisd. Ze is onder andere naar Athene en Troje geweest. Ik zoek nog naar de vorm maar dat wordt meestal al schrijvend duidelijk.”

Ga je hierna nog eens een kinderboek schrijven denk je?

“Dat weet ik niet. Ik sluit het niet uit. Het was een leuke ervaring. Na jaren met Rose en twee wereldoorlogen bezig geweest te zijn was dit een vrolijke afwisseling.”

~ Paul Prillevitz

Bestel ‘De Triomfboog’ bij:

×