Onze kroonprins Willem-Alexander Claus George Ferdinand wordt straks niet koning Willem IV, zoals hij in 1997 zelf aankondigde in een interview met Paul Witteman, maar koning Willem-Alexander. Het is een trendbreuk, want ook Willem III (1817-1890) heette Willem-Alexander: Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk.
Een motivatie werd niet gegeven, maar algemeen wordt aangenomen dat de reputatie van koning Willem I t/m III er een grote rol bij speelt. Voor de 123 afgelopen jaren met vier bewonderenswaardige vrouwen op de troon – Emma (regentes), Wilhelmina, Juliana en Beatrix – zaten er van 1813 tot 1890 drie koningen die volk en regering vooral als hinderpaal zagen voor een vorstelijk leven.
‘Goed dat de Willems zijn vergeten’ kopte NRC Handelsblad in 2007 boven een recensie van het boek Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren van Dorine Hermans en Daniela Hooghiemstra.
“Willem I verrijkte zich, Willem II werd gechanteerd en Willem III was half waanzinnig.”
Over de onhebbelijkheden van Willem III gaan de wildste geruchten. De koning stond bekend om zijn woede-uitbarstingen en was onberekenbaar. In die eerste jaren gaf hij een bevel om het Binnenhof te belegeren en ministers te executeren. Op een balkon in Montreux gooide hij zijn kamerjas open om zijn geslachtsdelen te tonen aan passagiers van langsvarende boten. Thorbecke had altijd twee pennen bij zich als hij de koning iets wilde laten ondertekenen, want de eerste pen smeet de koning meestal woedend de kamer in. Maar dat was aan het hof. Op straat voelde het volk zich steeds minder door de vorst vertegenwoordigd. Daar kreeg hij de bijnaam Koning Gorilla.
Aftreden?
In 1885 werden op verschillende plaatsen in de grote steden plakkaten afgedrukt van een ‘Buitengewoon Staatsblad’; kennelijk een officiële mededeling. Bij besluit van 21 mei, kondigde ‘Wij Willem de laatste, bij de gratie Gods Koning der Nederlanden enz.’ daarop zijn aftreden af.
“Overwegende, dat Wij, Ons einde voelende naderen, zooveel mogelijk wenschen goed te maken, alle ongerechtigheden, kuiperijen en knoeierijen, door Ons of in Onzen naam bedreven, geduld of bestendigd, teneinde, zoo mogelijk, Onze zondige ziel uit het hier namaals te redden uit de klauwen des Satans; (…) 4. Afstand te doen van de Kroon voor onze nakomelingen”
Op het pamflet kwamen meer grieven aan de orde. Het volk was ‘in diepe ellende’ gedompeld; het tractement van de koning bedroeg 600.000 gulden per jaar, het ‘zweet en bloed der arbeiders’ druppelde af op ‘Onze bedorven hofhouding’; er moest vrede worden gesloten met Atjeh en ‘het staande leger’ moest worden afgeschaft. De beide Kamers der Staten-Generaal moesten worden ontbonden en ‘het geheele Nederlandsche volk’ zou beslissen over de toekomstige regeringsvorm; er was nog geen algemeen kiesrecht. Tenslotte maakte de vorst bekend…
“Met een diep gevoel van schaamte Onzen nederigen dank te brengen aan het lieve Nederlandsche Volk, dat zoo geduldig en lankmoedig Ons met Onze familie en verderen nasleep heeft gevoed en onderhouden!”
Recht voor Allen
Het was satire, uit anarchistische hoek. Maar het plakkaat maakte wel duidelijk dat er wat broeide. Het was een provocatie van het blad ‘Recht voor Allen’, dat sinds 1879 werd uitgegeven door de Sociaal-Democratische Bond onder leiding van Ferdinand Domela Nieuwenhuis.
Het blad werd ’s zaterdag ‘met veel kabaal’ in de Jordaan verspreid; een Amsterdams eilandenrijk vol modderpoelen. Er waren hele straten werkloos. Toch was de colportage niet ongevaarlijk: De idealistische verkopers kregen het regelmatig aan de stok met de politie en met de koningsgezinde Jordanezen.
In 1886 werd de hoofdredacteur voor de rechter gesleept om een verhaal dat door een medewerker was geschreven. Volgens Recht voor Allen ging het om de tekst:
“De groote bladen zullen weder lange verhalen doen en liegen van de liefde van het Huis van Oranje voor ’t Nederlandsche volk en van de geestdrift van genoemd volk voor zijn vorst. Men leest in de groote bladen ‘slechts zinnelooze en zoutelooze berichten omtrent handelingen van Z.M. die noch eerbied, noch toewijding, noch eenige geestdrift kunnen uitlokken voor iemand die zoo weinig werk van zijn baantje maakt”.
Domela Nieuwenhuis werd tot een jaar celstraf veroordeeld wegens majesteitsschennis. ‘Klassenhaat’, concludeerde Recht voor Allen, want ene P.v.d.V. uit Hansweert kreeg 25 gulden boete of 14 dagen hechtenis voor de woorden:
’Onze Koning Willem de Derde is een schoft, eene gemeene ploert en een groote smeerlap en het geheele vorstelijke huis is een . . . boel’.
Op de drie puntjes moet iets verschrikkelijks hebben gestaan (RvA, 26-3-1887). Overigens kreeg Domela Nieuwenhuis gratie op de zevende verjaardag van het nieuwe prinsesje, Wilhelmina, op 31 augustus 1887
Roddel en achterklap
De rechtszaak verhinderde niet dat Recht voor Allen in 1886 een reeks artikelen publiceerde van S.E.W. Roorda van Eysinga, met roddels over misdragingen van koning Willem III in zijn zomerverblijf aan het Meer van Genève. Ze lokten een reactie uit van een anonieme schrijver, die de reputatie van de vorst verder beschadigde met verhalen uit het leger en het hof.
Intussen naderde 19 februari 1887, de zeventigste verjaardag van koning Willem III. Misschien wel uit wraak dat Domela Nieuwenhuis in de gevangenis zat besloot Recht voor Allen om een levensbeschrijving van de koning te publiceren die tegengif kon bieden aan de officiële huldeblijken. De roddels werden gebundeld en uitgebreid en verschenen aan de vooravond van de vorstelijke verjaardag in een boekje: Uit het leven van koning Gorilla.
Koning Gorilla
Het smaadschrift vloog met tienduizenden tegelijk de deur uit. Straatventers kwamen handen tekort. Er zouden ook ruiten van ‘socialistische’ boekwinkels zijn gesneuveld; ingegooid door koningsgezinden.
In de brochure werd gerept over het ‘misdadig leven’ en de ‘bedorven aard van het geslacht’ van de koning die verder werd neergezet als een ‘sadistisch monster’ dat geen enkele consideratie heeft met zijn volk. De kopers begonnen gretig aan de eerste regels:
“Koning Gorilla (…) was de oudste zoon van een vorst, die denzelfden naam droeg en behoorde tot een Gorilla-geslacht dat door wanbestuur en knevelarij het volk diep ongelukkig had gemaakt en dan ook door dat volk herhaaldelijk werd weggejaagd doch zich telkens, steunende op vreemd geweld, weer op den troon wist te herstellen. Reeds in zijn jongelingsjaren openbaarde zich bij onze Gorilla de bedorven aard van zijn geslacht door een liederlijk leven, uitsluitend aan Venus en Bachus gewijd.”
Ongetwijfeld droeg het pamflet bij tot uitbreiding van de aanwezige anti-monarchistische gevoelens. Maar, aldus de Digitale Bibliotheek Nederlandse Letteren (DBNL), er is niemand voor veroordeeld. Van een aantal incidenten wist de regering dat ze inderdaad hadden plaatsgevonden. Het was gevaarlijk om het waarheidsgehalte van andere gebeurtenissen te onderzoeken. Een onderzoek bijvoorbeeld naar de ‘lasterlijke beschrijving van de doodslag van Willem III op zijn vader’ zou maar ongewenste publiciteit opleveren.
Dronkenschap
Willem III, aldus Uit het leven van Koning Gorilla, ‘vloekte als een ketter’, zelfs in het openbaar tegen generaals die voor hun troep stonden. Hij beledigde oude admiraals, die zijn vader nog hadden gediend, op de grofste wijze. Hij wilde ‘zijn militarisme luchten’ door zelf te commanderen, maar bleek ‘zóó slecht op de hoogte van zijn tijd, dat hij oude kommando’s gaf’, die al jaren niet meer werden gebruikt, en ‘gaf toen allen arrest!’. De volgende dag constateerde een wandelaar dat alle soldaten waren ‘gewapend met geweren’. Op zijn vraag wat dat betekende kreeg hij te horen: ‘Och meneer, de koning heeft ons last gegeven om alle officieren die uit het Bosch komen, onmiddellijk dood te schieten!’
Tijdens een militaire manifestatie was ‘Gorilla duidelijk zichtbaar in kennelijke staat’ toen de generaal met een toespraak begon.
“Plotseling valt Gorilla hem brullend in de rede: M.. L…! M.. L…! kom in mijne armen!’ en waggelend schuift het monster naar voren om den generaal in zijn pooten te sluiten. Ongelukkigerwijze was de generaal niet tegen deze omhelzing bestand en viel achterover, terwijl de Gorilla, luidkeels brullende, over hem heen donderde en als een zwijn bleef liggen. (…) Den volgenden dag maakten de groote bladen den volke diets dat er in het kamp van M…. een hoogst aandoenlijke ontmoeting had plaats gehad, waarbij Zijne Majesteit Koning Gorilla zichtbaar bewogen (in plaats van zichtbaar dronken) den generaal M.. L… in zijn armen had gesloten!”
Zelf had koning Gorilla op een galadiner, te midden van vele buitenlandse gasten, een historische toespraak gehouden:
“Mijne Heeren, het Vaderland! …. De Koning! …. En zijne geëerbiedigde Zonen! … Godverdomme!”
Rembrandts in Hermitage
Prins Willem III en zijn broers hadden vroeger veel geld nodig gehad en wisten dat ook van hun vader los te peuteren. Toen ‘de oude Gorilla terwille van zijn zoons in schulden was gedompeld’, werd Willem van het hof verbannen. ’Gorilla begaf zich daarop naar een ander land [Engeland], na eerst de juweelen van zijn moeder te hebben gestolen, die hij zoo vrij was in den vreemde te verkoopen’. Hoe dat kwam wordt – merkwaardig genoeg in een voetnoot – uitgelegd:
“De vader van den ouden Gorilla [Willem I] was zoo naakt als een rot aan de regeering gekomen, maar wist zijn geliefde onderdanen zoo handig te bestelen dat hij bij zijn dood naliet de bagatel van circa honderd dertig milioen gulden, waarvan de oude Gorilla [Willem II] circa vijf en veertig milioen erfde. Prins Gorilla wist hem weer Zoo netjes door dit gestolen geld heen te helpen dat bij den dood van den oûe alles schoon op was! zoo gewonnen, zoo geronnen!”
Feit is dat in de Hermitage in Sint Petersburg twintig van de belangrijkste schilderijen van Rembrandt te bewonderen zijn. Volgens de officiële lezing werden ze na de dood van Willem II door zijn echtgenote Anna Paulowna verkocht, omdat hij alleen maar schulden had nagelaten en zij anders paleis Soestdijk had moeten verkopen.
Dood van Willem II
Opmerkelijk is dat Uit het leven van Koning Gorilla ook suggereert dat Willem III de dood van Willem II heeft veroorzaakt. Op de eerste bladzijden wordt een ‘schamel persoon’ met ‘een ploertendooder’ tegengehouden door de schildwacht van het buitenverblijf van Willem II. Het tumult trekt de aandacht van de dienstdoende commandant der wacht, de brigadier Jossèns. Dan wordt de man herkend: ‘Het is prins Gorilla!’, en die begaf zich daarna, ‘met een sarcastischen glimlach op het gelaat voorbij de ontstelde wachten’, naar het paleis.
Drie uur later, om tien uur in de avond, wandelde brigadier Jossèns door de tuin en zag, heel uitzonderlijk, licht branden in de werkkamer van de koning. Dichterbij bleek een ‘heftige woordenwisseling’ aan de gang. Het bleek dat ‘de koning en zijn zoon twist hadden’.
“Plotseling ziet hij Prins Gorilla met diens doornen stok een uitval doen naar het lichaam zijns vaders, hij ziet den ouden man wankelen en op een stoel inéén zinken.”
Toen sloot prins Gorilla de blinden. Volgens een bediende had de prins het paleis om elf uur verlaten. De volgende dag bleek de koning te zijn overleden.
Het is een suggestie waarover niets is terug te vinden. Volgens de officiële versie stierf Willem II op 17 maart 1849, na een lelijke val op een werf in Rotterdam, in een leunstoel in zijn buitenhuis in Tilburg – daar herinnert nog een voetbalclub aan. Prins Willem verbleef officieel in Engeland, voelde er niets voor om zijn vader op te volgen maar werd toch overgehaald.
Maagdelijnen
Koning Gorilla was volgens het schotschrift ‘zeer vernikkeld op maagdelijnen’. Een moeder zag daarin een toekomst voor haar dochter en verbeeldde zich ‘dat zij hem zou moeten voorlezen uit de Bergrede’.
“Maar het gold hier een ander kruis. De nimf moest den afgeleefden god telkens na zijn bad in zijn kruis kittelen om zijn bijna uitgebluschte mandril-aard weder te doen ontvonken.”
…en toen de moeder dat hoorde zag zij van het ‘goddelijk’ eerbetoon af.
Willem III was een schuinsmarcheerder en potloodventer, en Uit het leven van Koning Gorilla maakt duidelijk dat hij met talloze dames het bed heeft gedeeld. In De bastaarden van koning Gorilla en hun nakomelingen (2007) worden er minstens dertig geïdentificeerd die voor nageslacht van de koning hebben gezorgd, vooral op de Veluwe; van Hendrika Maria Bohenkamp in 1835 tot Jentien Mastebroek in 1885. Maar – net als in het schotschrift van ruim een eeuw eerder – worden daarvan geen harde bewijzen gegeven.
Rijtuig voor bordeel
Koningin Sophie, zijn eerste vrouw, was doodongelukkig. ‘Elke dag zeg ik: Goddank, weer een dag minder te leven’ was de kop boven een artikel over haar in Het Vrije Volk van 24 november 1984. ‘De tijden waren voorbij dat de vorst kon wandelen met de koningin aan zijn zijde en z’n maîtresse, duidelijk herkenbaar, achter hem aan. De koning moest, zeker in het openbaar, blijk geven van althans enige kennis van de tien geboden. Maar binnenskamers was het duvelengeblazen, Maitresses hier, orgien daar. En Sophie was een gevangene’.
Uit het leven van Koning Gorilla maakt duidelijk dat ze daar met wrange humor op reageerde:
“Koningin Sophie, ‘zijn eerste vrouw, die (…) eene der meest gedistingeerde vorstinnen van Europa was, beleedigde hij op schandelijke wijze. Ofschoon hij vorst, echtgenoot en vader was, bezocht hij op zekeren avond een bordeel zijner hofstad. Zijne vrouw, daarvan verwittigd, zond hem daar, voor zijn straf, een galarijtuig, bespannen met zes paarden.”
Boek: De bastaarden van Koning Gorilla en hun nakomelingen
Lees ook: Overzicht van artikelen over het Nederlands Koningshuis
…en: Koning Willem III der Nederlanden (1817-1890)
– Leonard de Vries (samenstelling): ‘Hop hop hop, hangt de socialisten op!’ (1967). Publicaties uit Recht voor Allen met o.m. de tekst van Uit het leven van Koning Gorilla uit een editie van 1897
– Een fascimile-exemplaar van Uit het leven van koning Gorilla (pdf) is – waar anders –te downloaden op de site van ProPepublica