Hoe heeft de ervaring van en herinnering aan de Tweede Wereldoorlog de wereld en de generaties beïnvloed die dit drama meemaakten? En welke ingrijpende psychologische veranderingen en mythen bracht het oorlogsgeweld voort? Deze vragen vormen het thema van Keith Lowe’s Angst en vrijheid. Hoe de Tweede Wereldoorlog ons voorgoed veranderde (2018), een uitgave van Balans.
Angst en vrijheid & Het woeste continent

Angst en vrijheid gaat qua periodisering verder, tot diep in de twintigste eeuw. Via een reeks losse (levens)verhalen van individuen laat Lowe in Angst en vrijheid zien welke uitdagingen wereldleiders en ‘de gewone man’ in de naoorlogse periode moesten overwinnen. Een ander verschil met Het woeste continent is dat Angst en vrijheid niet alleen inzoomt op de naoorlogse politieke chaos en etnische conflicten. Het accent ligt daarnaast ook, en méér nog, op de psychologische, filosofische en economische gevolgen van de Tweede Wereldoorlog.
In vijfentwintig hoofdstukken komen evenzoveel levensgeschiedenissen aan bod van bijzondere of representatieve individuen. De personen die de kern van elk verhaal vormen, staan symbool voor grote groepen mensen die in de kern hetzelfde meemaakten. Aan bod komen personen uit de destructieve én constructieve naoorlogse periode. Mensen met zeer uiteenlopende politieke standpunten. De persoonlijke verhalen en belevenissen zijn evenwichtig geselecteerd en afkomstig uit alle delen van de wereld: Europa, Noord-Amerika, Afrika, Azië en Latijns-Amerika.
Het nieuwe kernwoord: ‘Vrijheid’!
De nasleep van de Tweede Wereldoorlog was gigantisch. In elk geval veel groter dan wel is verondersteld, aldus Lowe:
De Tweede Wereldoorlog was niet zomaar een crisis: deze oorlog heeft meer mensen direct beïnvloed dan welk ander conflict in de geschiedenis ook. Meer dan honderd miljoen mannen en vrouwen zijn gemobiliseerd, een hoeveelheid die het aantal deelnemers aan vorige oorlogen, inclusief de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918, gemakkelijk in de schaduw stelt. Daarnaast zijn honderden miljoenen burgers over heel de wereld in het conflict meegesleept, niet alleen als vluchteling (…), maar ook als fabrieksarbeider, (…) als gevangene, als slavenarbeider en als doelwit. (14)

Hét nieuwe naoorlogse kernwoord was ‘vrijheid’. Zo sprak de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt over de Four Freedoms (‘Vier Vrijheden’). Ook stond de term vrijheid centraal in het Atlantisch Handvest – waaraan naast Roosevelt ook Winston Churchill bijdroeg – en ontwikkelde vrijheid zich tot een van de kernbegrippen in de filosofie en psychologie.
Naoorlogse economie
De oorlog leidde internationaal tot winnaars en verliezers op economisch terrein. De grootste winnaars waren, zo schrijf Lowe terecht, de Amerikanen. Tussen 1939 en 1945 was de economie van de Verenigde Staten verdubbeld in omvang en in 1945 stond de VS garant voor de helft van de wereldproductie. De Amerikaanse koopvaardijvloot was verviervoudigd, het land had vanaf 1947 de meeste koopvaardijschepen. De persoonlijke rijkdom van de Amerikanen was kort na de oorlog 80 procent groter dan in 1939. Ook landen als Canada, Australië, Zweden en Zwitserland groeiden economisch sterk.
Duitsland en Japan, als verliezers, waren in economisch opzicht de grote slachtoffers, terwijl de economie van de ‘heilsstaat’ de Sovjet-Unie tot 1955 volledig op zijn gat lag. En het Verenigd Koninkrijk kampte met een enorm deviezentekort. De Tweede Wereldoorlog beïnvloedde de welvaart van de mensen dus heel direct:
In sommige delen van de wereld, bijvoorbeeld Bengalen, heeft de oorlog onbetwist de armen veel zwaarder gestraft dan de rijken. In de meeste gebieden, vooral in de ontwikkelde wereld, bleek de oorlog evenwel uiteindelijk als een soort gelijkmaker te hebben gefungeerd. De rijken hebben in de algehele verwoesting niet alleen een groot deel van hun rijkdom verloren. Ze waren het door politieke klimaat tijdens en na de oorlog ook gedwongen hogere belastingen te accepteren. (210)
Aan de hand van de ervaringen en schetsen van de Bengaalse politieke tekenaar Chittaprosad Bhattacharya (1915-1978) laat Lowe zien hoe deze, verbitterd en vol afschuw, aankeek tegen de Amerikaanse economische dominantie. Chittaprosad koos voor het communisme, maar raakte later in deze keuze teleurgesteld. De rest van zijn leven bracht Chittaprosad in grote armoede door. Na zijn dood werd het oostelijk deel van de Bengalen – sinds 1971 onafhankelijk als Bangladesh – een van de grootste mondiale ontvangers van ontwikkelingshulp.
Andrej Sacharov: ‘Held van de Socialistische Arbeid’

De werkomstandigheden waren afgrijselijk. Kinderen werkten samen met volwassenen, en zwangere vrouwen waren gedwongen om tussen alle andere werknemers te werken. Velen van hen, onder wie Sacharov, sliepen gezamenlijk in slaapzalen die vergeven waren van luizen en leefden op weinig meer dan gierstpap en vermengd met Amerikaans eipoeder. Niettemin accepteerde hij dit allemaal, net als vrijwel iedereen in zijn generatie. (288)
Sacharov betoonde zich een trouw volger van Jozef Stalin en sleepte drie keer de titel ‘Held van de Socialistische Arbeid in de wacht’. Maar geleidelijk begon hij aan het communisme te twijfelen. Met name de gewelddadige collectivisering stuitte hem tegen de borst. Na een kritisch artikel in de Nederlandse krant Het Parool en later in The New York Times verloor Sacharov zijn baan en stond hij niet meer bekend als wetenschapper, maar als dissident. Tot grote ergernis van het Sovjetregime kreeg hij in de jaren 1970 de Nobelprijs voor de Vrede.En in 1988 noemde de Europese Gemeenschap een mensenrechtenprijs naar hem.
Boek: Keith Lowe – Angst en vrijheid
Video: Waarom zijn we zo geobsedeerd door de Tweede Wereldoorlog?
Lees ook: Hoe de Tweede Wereldoorlog ons voorgoed veranderde (epiloog)