Dark
Light

Milaans megalomane station met een snufje fascisme

4 minuten leestijd
Ansichtkaart Milaan Centraal, ca. 1950
Ansichtkaart Milaan Centraal, ca. 1950

Milano Centrale mag dan niet meer het grootste station van Europa zijn, het is nog altijd het meest megalomane. De beroemde Milanese Dom kan er twee keer in en onder de overkapping passen tien voetbalvelden.

Het kopstation werd geopend in 1931, maar kende een lange voorgeschiedenis die in 1906 begon. Vertraagd door de Eerste Wereldoorlog werden de plannen onder Mussolini aangepast. Het resultaat was een mengeling van Art Nouveau, Art Deco en fascisme.

Voorgeschiedenis

In 1906 werd Milaan door de Simplontunnel met Parijs verbonden, ter gelegenheid waarvan een Wereldexpositie werd gehouden. In dat jaar legde koning Victor Emmanuel III de symbolische eerste steen voor een nieuw centraal station, 600 meter ten noorden van het oude station uit 1864. Er was echter nog geen definitief ontwerp.

Eerstesteenlegging nieuw station Milaan, 1906
Eerstesteenlegging nieuw station Milaan, 1906

Een ontwerpwedstrijd, in 1906 uitgeschreven door de Italiaanse staatsspoorwegen FS, leverde geen winnaar op. In 1912 werd een nieuwe prijsvraag gewonnen door architect Ulisse Stacchini. Vanwege de Eerste Wereldoorlog en geldgebrek lag de bouw tot 1925 stil.

Oorspronkelijk ontwerp door Ulisse Stacchini, 1912
Oorspronkelijk ontwerp door Ulisse Stacchini, 1912

Ontwerp

Architect Stacchini was in 1912 geïnspireerd door de klassieke Romeinse architectuur, de Weense Secession en het Union Station in Washington D.C. Ook diende het nieuwe station van Leipzig als voorbeeld. In 1925 werden er Art Deco-elementen aan het ontwerp toegevoegd. Zo werd het een amalgaam van stijlen.

Op 1 juli 1931 opende minister van transport Costanzo Ciano het nieuwe station. Eigenlijk zou Mussolini zelf de opening verrichten, maar toen de aartsbisschop van Milaan uit protest tegen de fascisten de uitnodiging afsloeg en een vervanger stuurde, besloot de Duce hetzelfde te doen.

Pas enkele jaren na de opening was het station helemaal af. Inmiddels was de bouwstijl achterhaald; andere grote nieuwe stations zoals dat van Florence waren veel strakker en moderner. Spottend sprak men wel van de Assiro-Milanese stijl, verwijzend naar Assyrische tempels uit de oudheid.

Gevleugeld paard aan de voorzijde van Milano Centrale (Sandra Cohen-Rose / Flickr CC-BY)
Gevleugeld paard aan de voorzijde van Milano Centrale (Sandra Cohen-Rose / Flickr CC-BY)

Bombastische beelden

Fasces en letters SPQR (Sandra Cohen-Rose / Flickr CC-BY)
Fasces en letters SPQR (Sandra Cohen-Rose / Flickr CC-BY)
Op aandringen van het fascistische regime van Mussolini werd het stationsgebouw voorzien van symbolen die macht en kracht moesten uitstralen. Op de daken kwamen bombastische beelden van gespierde dieren uit de mythologie: gevleugelde paarden en leeuwen, stieren en adelaars.

Op de hoeken van de gevels werden fasces aangebracht, bundels takken om een bijl gebonden die in de Romeinse tijd symbool stonden voor krachtenbundeling en autoriteit. Mussolini koos dit antieke symbool als beeldmerk voor zijn fascistische partij. De letters SPQR, her en der op het station aangebracht, zijn een afkorting van Senatus Populusque Romanus, de officiële Latijnse benaming van het Romeinse Rijk. De Italiaanse fascisten verwezen graag naar de gloriedagen van de Romeinse tijd.

Galleria delle Carrozze

Parallel aan de 200 meter brede voorgevel van het station loopt de rijtuigengalerij, die aan de zijkanten open is. Koetsen en auto’s konden binnenrijden om reizigers af te zetten of op te halen en bijvoorbeeld naar hun hotel te brengen. De galerij dient ook als toegangsportaal tot de hoger gelegen lokettenhal en de trappenhuizen naar de vertrekhal.

De rijtuigengalerij was tot 2008 nog in gebruik als taxistandplaats, maar is inmiddels afgesloten voor rijverkeer en voorzien van ruim opgezette toegangen tot de metro.

Ansichtkaart rijtuigengalerij, ca. 1935
Ansichtkaart rijtuigengalerij, ca. 1935

Atrium

Het atrium, de centrale hal van het station, fungeerde oorspronkelijk als lokettenzaal. Er waren 24 loketten langs de achterwand. De 40 meter hoge hal, geīnspireerd op Romeinse badhuizen, wordt van daglicht voorzien door enorme gebogen dakramen. De wanden zijn bekleed met marmer en travertijn.

Bas-reliefs van de beeldhouwer Alberto Bazzoni verbeelden de stichting van Rome, de Sabijnse maagden en andere nationale mythen. Een vroege numerieke klok — inmiddels door een modern exemplaar vervangen — is omgeven door de tekens van de dierenriem.

Restaurants en wachtkamers

Aan weerszijden van het atrium, naast de trappenhuizen, lagen oorspronkelijk de wachtkamers en stationsrestauraties. Deze waren ingedeeld op basis van drie reizigersklassen, waarbij de 1e en 2e klasse echter werden gecombineerd.

Stationsrestaurant 3e klasse, 1931
Stationsrestaurant 3e klasse, 1931

Het restaurant 1e en 2e klasse had een classicistische aankleding en beschikte over een apart café en een bar. De grote 3e klasse restaurantzaal kende een Art Deco-interieur. Dat gold ook voor beide zeer ruime wachtkamers, waarvan de ene over houten banken en de andere over leren banken beschikte.

Galleria di testa

De hoofdgalerij of vertrekhal is maar liefst 215 meter lang en 22 meter breed, grotendeels met glas overkoepeld. De langgerekte galerij biedt toegang tot de kopsporen en daarmee zicht op de imposante overkapping.

Galleria di test bij oplevering, 1931
Galleria di test bij oplevering, 1931

Boven de trappenhuizen zijn mozaïeken aangebracht met stadsgezichten van Milaan, Venetië, Rome, Florence, Bologna en Turijn, gemaakt door Basilio Cascella. Zijn deze stadsgezichten traditioneel van stijl, de mozaïeken door G. Rufa (Padoan di Venezia) rond de middelste perrontoegang zijn voluit Art Deco. Ze verbeelden de ontdekking van het vuur, het vervoer en de radio.

Mozaïek vervoer ter land, ter zee en in de lucht
Mozaïek vervoer ter land, ter zee en in de lucht

Overkapping

De indrukwekkende stalen overkapping van station Milaan bestaat uit vijf bogen, die naar het midden toe groter worden. De middelste is 34 meter hoog en overspant 72 meter. Met een oppervlakte van 340×195 meter — ruimte voor 18 sporen — vormen ze nog altijd de grootste overkapping van Italië.

Architect Stacchini had oorspronkelijk eenvoudige afdaken op de perrons voorzien; de overkapping werd later aan de plannen toegevoegd. Het was de belangrijkste constructie van ingenieur Alberto Fava (1877-1952). De opbouw in 1929 werd vergemakkelijkt door in de fabriek aangebrachte scharnieren.

Middelste overkapping (Marco Mazzone / Flickr CC-BY-NC)
Middelste overkapping (Marco Mazzone / Flickr CC-BY-NC)

Restauratie

Van 2005 tot 2012 onderging het station een 100 miljoen euro kostende renovatie, waarbij het erfgoed werd gerestaureerd en de voorzieningen werden gemoderniseerd. Er kwamen roltrappen, nieuwe loketten en verbindingen met het metrostation. Kritiekpunt van monumentenliefhebbers is dat de toevoegingen het zicht op het erfgoed belemmeren, net als de vele reclames.

In 2015 fungeert het station als een tijdelijk onderkomen voor gestrande bootvluchtelingen uit Noord-Afrika.

Uitgebreide versie van dit artikel met veel beeldmateriaal op retours, digitaal magazine over spoorweghistorie en design

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×