Nare migranten: antieke ziektes

3 minuten leestijd
Schedel van Myrtis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)
Schedel van Myrtis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

Het thema van de Week van de Klassieken is migratie. Het vermoedelijk zichtbaarste aspect daarvan is het enorme antieke wegennetwerk. Het begon met de koninklijke wegen in het Perzische Rijk, het groeide uit tot de eindeloze stenen heirbanen, soms vijf of zes meter breed, die de stad Rome verbonden met alle provincies.

Het aardige is dat zo’n weg, als die er eenmaal lag, er ook bleef liggen. Er moet  immers nogal wat gebeuren wil een stenen weg verdwijnen. Het effect ervan – dat je makkelijker reisde – was dus cumulatief. Elke weg maakte het weer een tikje makkelijker om op reis te gaan. Christelijke pelgrims als Egeria reisden (voor die tijd) eenvoudig over een wegenstelsel dat in de loop van enkele eeuwen almaar verder was uitgebouwd.

Rode Zee (CC BY 4.0 - Ahmed Abdulbasit - wiki)
Rode Zee (CC BY 4.0 – Ahmed Abdulbasit – wiki)
Daarnaast waren er de waterwegen. De oude wereld lag rond een binnenzee waar het weliswaar geducht kan spoken, maar die toch betrekkelijk vriendelijk is en die het mogelijk maakt producten in bulk te vervoeren. Voor de prijs waarmee je een lading een bepaalde afstand over het land kunt vervoeren, vervoer je diezelfde lading zeven keer zover over een rivier en zeventien keer zo ver over het zee.

Gevaarlijke migranten

Dat geldt ook voor de Rode Zee: de Grieken kenden de zeeroutes naar en over de Indische Oceaan. Enorme schepen vervoerden wierook uit Jemen en specerijen vanuit India naar Egypte, waarvandaan het dan verder werd getransporteerd naar de steden rond de Middellandse Zee.

In de jaren waarin ik de Livius Nieuwsbrief bijhoud, was er elk half jaar wel een berichtje over enkele onopvallende maar gevaarlijke migranten. Langzaam is duidelijk dat allerlei tropische ziekten vanuit Centraal-Afrika met het bulktransport door de Rode Zee naar het noorden meekwamen. (In Afrika zijn de omstandigheden gunstig voor mutaties en de overdracht van dier naar mens.) We hebben het dus over de beruchte Emerging Infectious Diseases waarover de laatste tijd zoveel is te doen: ziekten als HIV, SARS en Zika.

Er zijn inmiddels vier epidemieën geïdentificeerd in de eerste eeuwen van onze jaartelling, waarvan twee met redelijke zekerheid. Ze waren al bekend uit de geschreven bronnen, maar het is interessant dat artsen er nu ook iets zinvols over kunnen zeggen. De eerste identificatie was de epidemie halverwege de regering van Justinianus, die samenging met een klimaatomslag en, in combinatie met een lange oorlog tegen het Sasanidische Rijk, het Byzantijnse Rijk zó uitputte dat het niet meer in staat was af te rekenen met de Arabieren. Zoals Marcel Hulspas in zijn nieuwe boek beschrijft, speelden stevige interne twisten tussen de diverse christelijke stromingen eveneens een belangrijke rol, maar uiteindelijk was het de pestbacil die het Romeinse Rijk definitief in een neerwaartse spiraal bracht en een einde maakte aan de klassieke cultuur. Of de bacil uit Afrika kwam, staat overigens te bezien; ook Tibet is een mogelijkheid.

Pokken en tyfus

Gezichtsreconstructie van Myrtis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)
Gezichtsreconstructie van Myrtis (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)
Een andere epidemie waarover we zekerheid hebben gekregen, is die ten tijde van Marcus Aurelius: pokken. Een enorme epidemie, die zich vanuit Jemen verspreidde over het Arabische Schiereiland, naar het Parthische Rijk en naar Egypte. Dit virus werd door Romeinse legers meegenomen vanuit Centraal-Irak naar de garnizoensteden langs de Donau, en over zee vanuit Alexandrië naar Karthago en Rome. De gevolgen waren verschrikkelijk, maar het Romeinse Rijk bleef staande.

Derde voorbeeld: de epidemie die het imperium rond het midden van de derde eeuw trof, lijkt nogal sterk op ebola, al is dit keer het bewijs minder sterk. Er zijn niet zoveel bronnen voor het derde kwart van deze eeuw, wat wellicht een gruwelijke aanwijzing is voor de ernst. Duizenden en duizenden mensen stierven en de interne structuur van het rijk stond onder grote druk, met snel opvolgende keizers, usurpatoren en deelrijken. Het was ieder voor zich.

Tot slot is er de epidemie die rond 430 door het Middellandse Zee-gebied trok en die door Thoukydides voor Athene en door Livius voor Rome wordt beschreven. Dankzij DNA-onderzoek weten we nu dat dit tyfus is geweest. Dat DNA is gehaald uit het gebit van een meisje dat Myrtis heeft geheten. Haar schedel (foto hierboven) staat in het Atheense Nationaal Archeologisch Museum; een gezichtsreconstructie staat hiernaast.

Mensen, zo zou ik willen concluderen, zijn mobiel en nemen ziektekiemen mee. Het is ongeveer zoals wij in onze tijd een comeback van de tuberculose meemaakten toen, dankzij het neerkomen van de Muur, het reizen naar het voormalige Oostblok eenvoudiger werd.

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×