Op 12 september 2012 zijn er weer Tweede Kamerverkiezingen. Daarbij bepalen de spanningen en de crisis in Europa voor een belangrijk deel de politieke agenda. Ook op 26 mei 1937 ging de Nederlandse kiezer naar de stembus. Net als nu maakte Europa toen een periode vol spanningen door.
Naast een economische en monetaire crisis was er burgeroorlog in Spanje, heersten fascistische en nazi-regimes in Italië en Duitsland en zuchtte in de Sovjet-Unie de bevolking onder de Stalin-terreur.
Nederlandse politiek in de jaren dertig
De huidige politieke stromingen waren er ook toen al, maar de bijbehorende partijen heetten anders. Er waren confessionele partijen als de Christelijk-
Historische Unie (CHU), de Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP) en de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). De liberalen hadden zich verenigd in de Vrijzinnig-Democratische Bond en de Liberale Staatspartij de Vrijheidsbond. Op links stonden de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en de Communistische Partij van Nederland (CPN). Nieuwkomer was de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), die we tegenwoordig een populistische partij zouden noemen. Net als nu waren er daarnaast nogal wat kleine partijen. Een van de grote vragen was: hoe bestrijden we de crisis?
Aanloop naar de verkiezingen van 1937
Op partijbijeenkomsten en met persberichten maakten de politici hun standpunten bekend. Jonkheer De Geer (CHU) zei tijdens een partijvergadering in Amsterdam dat er wel economisch herstel was, maar dat dat niet het eind van de crisis betekende. De Geer signaleerde het potentiële gevaar van landen als Duitsland, Italië en Japan. Hij kon niet om ‘de bedreiging door fascisme en communisme’ heen, die een ondemocratische regeringsvorm inhield. De Geer zette tevens de christelijke beginselen van de CHU-politiek uiteen. (Leeuwarder Nieuwsblad, 1 april 1937)
Positie Liberalen
In Harlingen sprak het Tweede Kamerlid Wendelaar van de Liberale Staatspartij op een partijbijeenkomst. Hij stelde dat door de situatie in Europa – ernstige arbeidsonrust in Frankrijk en de burgeroorlog in Spanje – ‘wij in Nederland, waar orde, gezag en vrijheid in juiste verhouding tot elkaar worden gehadhaafd, in een gezegend land leven’. Wendelaar hield zijn gehoor voor niet op Colijn (ARP) te stemmen. Liberalen dienden ‘op de liberale candidaten te stemmen’. Ook hierover berichtte het Leeuwarder Nieuwsblad van 1 april 1937.
Vooruitlopen op de kabinetsformatie
In de Limburger Koerier van 2 april 1937 stond een beschouwing over een al dan niet te vormen nationaal kabinet om de crisis het hoofd te bieden. Daarbij was de vraag of het opnemen van sociaal-democratische ministers een goede zaak zou zijn. Met 23 zetels had de SDAP een kwart van het electoraat achter zich – de Tweede Kamer telde toen honderd zetels. Enkele jaren eerder was de SDAP nog van regeringsdeelname uitgesloten.
In het Volksdagblad van 21 april 1937 meldde de CPN dat zij haar ‘candidaten had gesteld’ en actief campagne ging voeren. Bij deze verkiezingen speelden allerlei belangen een rol, maar de CPN beoogde vooral ‘dat de N.S.B. de nederlaag moet lijden’. De democratische partijen [sic!] hadden volgens haar ‘één gemeenschappelijken vijand: het fascisme’.
Liberalen tegen socialisten
Op 23 april sprak hoogleraar C.W. de Vries in Rijswijk op een bijeenkomst van de Liberale Staatspartij. Volgens het Vaderland van 24 april richtte hij zijn pijlen op het socialisme. Hij noemde dat ‘een slecht afgebakend geheel van sociale, economische, politieke en religieuse tendenzen’ dat per staat van inhoud verschilde. ‘Moderne democratie en moderne autocratie nemen beide den naam van het socialisme op’ aldus De Vries. Ook hij riep liberalen op niet op Colijn te stemmen.
Uit katholieke hoek
De Tijd van 26 april berichtte over de Rooms-Katholieke Staatspartij. Met ‘de verspreiding van vlugschriften, het uithangen van vlaggen en raambiljetten’ voerde de partij campagne. Tijdens een politieke vergadering zei RKSP Tweede Kamerlid Van den Brule dat de politieke strijd er een was van ‘vóór of tegen Christus’. De dreiging kwam van het communisme, maar ook van het nationaal-socialisme en het liberalisme. Het nationaal-socialisme deed slechts ‘vage beloften’ en dreigde met een ‘dictatuur van de macht’. Van den Brule zag evenzeer gevaar in het ‘economisch liberalisme’, dat zich kon ontpoppen ‘als een vijand van iedere ordening en gebondenheid in het economisch leven’.
NSB-campagne
Na een verrassend goed resultaat bij de provinciale statenverkiezingen van twee jaar eerder, leefde bij de NSB de verwachting dat de partij veel zetels zou bemachtigen. De partij voerde op een eigen manier campagne, want de Hilversumse politie arresteerde bijvoorbeeld veertien NSB’ers die van plan waren ‘de straaten met rode verf te bekladden’ (Het Vaderland, 14 mei 1937). Het Vaderland van 16 mei citeerde De Geer, die opmerkte dat ‘er aan ons huidige staatsbestuur wel wat ontbreekt, maar de N.S.B. blaast gebreken op tot nationale misdaden en ziet allerwegen corruptie en zwendel’. De NSB lokte met zijn handelwijze een tegenbeweging tegen zichzelf uit.
Crisisproblematiek
Anti-revolutionair Kamerlid Duymaer van Twist sprak eveneens op een verkiezingsbijeenkomst van zijn ARP. Volgens hem zouden de aanstaande verkiezingen ‘een fel karakter dragen’, Het Nieuwsblad van het Noorden (14 mei 1937). Zulks voorzag Duymaer, omdat een aantal partijen ‘zich niet hebben kunnen vereenigen’ met ‘de aanpassingspolitiek van het kabinet-Colijn.’ Hij spoorde aan ‘tot eensgezindheid, opdat een sterk centraal gezag kan blijven gehandhaafd’.
Op 13 mei sprak Kamerlid Wendelaar (Liberale Staatspartij) op een partijvergadering. (Vaderland, 14 mei 1937). Hij noemde de werkloosheid als belangrijkste kwestie voor de nieuwe regering. De oplossing moest komen van ‘de opbrengst van het particuliere bedrijfsleven’. Maar de ‘liberalen voelen niet voor staatsingrijpen in het particuliere bedrijfsleven’. Wendelaar sprak ook over ‘de vrijheid van het geestesleven’ en ‘van dictatuur moet een Nederlander niets hebben’. De agressieve regimes in Italië en Duitsland noodzaakten Nederland om de defensie te versterken.
Pensioenen
Namens de Vrijzinnig-Democratische Bond sprak minister van Financiën Oud in Groningen. Hij keerde zich tegen de SDAP, die de regering verweet niet ‘aangepakt’ te hebben. Oud sneed eveneens de ‘verzorging der ouden van dagen aan’. Een ‘volledig staatspensioen’ zou te duur worden – een problematiek die ons bekend voorkomt. Tot slot keerde de minister ‘zich tegen het fascisme en het communisme’ en de ‘gevaren, die aan deze bewegingen zijn verbonden.’ Nieuwsblad van het Noorden, 24 mei 1937.
Het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ over de verkiezingsuitslagDe verkiezingsuitslag
De verkiezingsuitslag van 26 mei bezorgde Colijn een stevige basis om verder te regeren, want de ARP boekte drie zetels winst. Voor de NSB draaide het uit op een teleurstelling, want de partij kreeg maar vier zetels. Op 28 mei gaf het Nieuwsblad van het Noorden een overzicht van de commentaren op de verkiezingsuitslag uit diverse kranten.
‘Niks nieuws’ dus, die komende verkiezingen: spanning in Europa, economische crisis, populisme en partijen die elkaar bestoken tijdens hun verkiezingscampagnes. Dit is slechts een greep uit de dagbladen van toen, er valt veel meer te ontdekken op de website Historische Kranten.
~ Ron van der Schee (Koninklijke Bibliotheek)