De uitdrukking "ergens horendol van worden" (ook wel hoorndol) komen we nog geregeld in onze taal tegen. Anders dan vaak gedacht heeft deze uitdrukking niets met horen (in de zin van luisteren) te maken.
Wie aan lager wal geraakt is, staat er niet al te best voor. Hij of zij maakt een moeilijke periode door, bijvoorbeeld doordat men een fortuin heeft verloren of aan de drank is geraakt. Waar komt deze uitdrukking eigenlijk vandaan?
Als iets "schering en inslag" is, dan gebeurt iets aan de lopende band. De uitdrukking is afkomstig uit de wereld van de weverij en heeft doorgaans een negatieve context.
Het begrip zondebok wordt gebruikt om aan te geven dat iets of iemand de schuld op zich geschoven krijgt. Dit taalkundige begrip vindt zijn herkomst in de Bijbel.
Wannee er iemand jarig is, wordt die persoon - afhankelijk van het geslacht - wel eens 'jarige job' of 'jarig jetje' genoemd. Hoe komen we aan deze formuleringen?
Het gezegde ‘een blauwe maandag’ wordt vaak gebruikt om te zeggen dat iets maar een korte periode duurt. Wie ergens een blauwe maandag heeft gewerkt, was na een korte tijd alweer klaar met zijn baan. Over de herkomst van dit gezegde doen veel verklaringen de ronde.
Het scheldwoord gespuis betekent zoveel als geteisem, gepeupel, tuig, canaille, bandiet, geboefte, doerak, et cetera. Wat is de herkomst van het woord gespuis?