Behalve eten moet een mens ook drinken. Sterker nog: vocht is om te overleven belangrijker dan vast voedsel. Door de eeuwen heen heeft de mens zijn dorst met heel wat verschillende dranken gelest. Met water, bier, wijn, sterkere dranken. Met fruitsappen, melk, koffie en thee.
Receptenverzamelingen
Recepten
De recepten werden van generatie op generatie doorgegeven en gedronken tijdens het verblijf op het landgoed of de buitenplaats, waar de moestuinen of boomgaarden ruim fruit en kruiden leverden. Of in de salon in de stad, om de smaken van de zomer nog even vast te houden. In Nederland zijn de oudste bewaarde handgeschreven receptenverzamelingen uit de zestiende eeuw, maar het merendeel komt pas uit de achttiende eeuw. Daarnaast bestonden er gedrukte kookboeken; in Brussel drukte Thomas van der Noot in 1514 het eerste Nederlandstalige kookboekje. De gedrukte kookboeken die in die tijd elders in Europa verschenen, waren meestal opgetekend door beroepskoks in dienst van de adel of door artsen. Drankjes komen in die oudste gedrukte kookboeken weinig voor, met uitzondering van kruidenwijnen als hypocras en clareit.
Pas in de achttiende eeuw ontstonden er boeken met recepten gericht op de gegoede burgerij. En die waren waarschijnlijk vooral gebaseerd op handgeschreven tradities. In de voorwoorden op zowel de Hollandsche als de Stichtsche Keukenmeid, twee van de eerste van die burger-kookboeken, wordt naar die handgeschreven oorsprong verwezen. En in die kookboeken staan daarom gelukkig wel allerhande dranken!
Siropen en limonades
In de middeleeuwen was suiker alleen bereikbaar voor de allerrijksten. Het kwam onder andere van suikerrietplantages op Cyprus. Pas toen de WIC in de zeventiende eeuw onder andere in Brazilië en het Caraïbisch gebied suikerrietplantages liet aanleggen, kwam het zoete goedje voor een groter publiek beschikbaar. De prijs zakte, en steeds meer mensen konden suiker in hun keuken toepassen. Dat dit over de ruggen van vele tot slaaf gemaakte mensen ging, was toen nauwelijks een onderwerp van discussie. Vanaf circa 1800, na de opkomst van de teelt van suikerbieten, die het ook in West-Europa goed doen, werd suiker echt een goedkoop product.
Wijn en brandewijn
Twee andere populaire bases voor allerhande drankjes waren wijn en brandewijn. Beide werden zeker ook puur gedronken en ook om hun eigen kwaliteiten gewaardeerd. Maar misschien wel net zo vaak werden in wijn tal van kruiden en andere ingrediënten getrokken, om zo smakelijke gelegenheidsdrankjes te kunnen serveren. Neem bijvoorbeeld deze morellenwijn van Clara Feyoena van Raesfelt- van Sytzama (1729-1807):
“Morelle wijn
Op een anker wijn 50 pond de steenen gestoten ’s nagts daar op gelaten , anderendaags uitgewrongen en op de wijn gedaan , de steenen en kersen uit gewrongen zijnde in een sak gedaan , en in ’t anker laten hangen , met 6 loot gestooten caneel 3 loot nagels voor 2 stuiver Cardemom gequets, en 1 half pont soethout plat geklopt in een bos gebonden meede daar in geworpen , en dan digt toegemaakt , als mense drinkt, doet men de suiker daarbij.
Het zelfde gold voor brandewijn, als basis voor tal van zoete likeurtjes. Al met al was het drankenkabinet in vorige eeuwen uitzonderlijk goed gevuld.

Medicijn
Veel van die drankjes waren overigens niet bedoeld als dorstlesser, maar meer als oppepper, aperitief, digestief of zelfs medicijn. Zo wemelt het in de handschriften van kruidenwijnen en andere kruidige brouwsels. Soms staat erbij voor welke kwaal ze goed waren, soms ook niet. Deze oscuba, een verbastering van het Gaelic usquebaugh (letterlijk levenswater), was bijvoorbeeld goed voor de koliek – buikkrampen.
“Oscuba
2 kannen Brandewijn. 3 lood Caneel. 1/8 lood Nagelen. ¼ lood Galiga. 1 lood versche Citroenschillen. ¼ lood Safraan. Een weynig Sandelhout. Een handvol Goudsbloemen. ½ handvol Rosemaryn. 2 dagen na hier bijgedaan 1 pond beste broodzuiker. Dit te zamen een maand laten trekken. Probatum est voor ’t Colyk 2 lepels vol te nemen.
Het recept is afkomstig uit het archief van Agneta Margaretha Catharina Taets van Amerongen-van Reenen (1857-1940), laatste bewoonster van Kasteel Groeneveld in Baarn. Uit ervaring kan ik melden: dit drankje smaakt helemaal niet slecht!
Ook interessant: Morgenwijnen. Een stevig elf-uurtje
…of: Bier in cultuur en geschiedenis