De Renaissance staat bekend als een periode in de cultuurgeschiedenis van Europa, die duurde van grofweg de veertiende eeuw tot de zestiende eeuw. Op allerlei terreinen – zoals de literatuur, muziek, architectuur en schilderkunst – vond, globaal tussen 1350 en 1620, een sterke oriëntatie plaats op de klassieke oudheid. Verder kenmerkte de Renaissance zich door een focus op de mens als individueel en uniek wezen: het humanisme. Renaissancisten noemden zich dan ook humanistae (humanisten).
Desiderius Erasmus – Humanist |
Wedergeboorte – herkomst van het begrip Renaissance
Intellectuelen, wetenschappers en kunstenaars uit de tijd van de Renaissance vonden dat de tijd waarin zij leefden een nieuwe tijd, een ‘wedergeboorte’, was. na de duistere tijd van de Middeleeuwen. In de Middeleeuwen zou het zicht op de wonderen van de Klassieke Oudheid verloren zijn gegaan, aldus de critici van de Renaissance.
De term ‘renaissance’ is bedacht door de Italiaanse kunstenaar en architect Giorgio Vasari (1511-1574), die de naam rinascita gebruikte om de tijd waarin hij leefde aan te duiden. Van dit begrip is later het Italiaanse renascimento afgeleid, wat wedergeboorte betekent. Vasari vond de middeleeuwse kunst maar ‘gotisch’, wat voor hem hetzelfde betekende als barbaars en achterlijk. Op zijn beurt stelde de Rotterdamse humanist Desiderius Erasmus (ca.1466-1536) dat de wereld tijdens de Renaissance zijn verstand had teruggekregen.
De ‘donkere’ Middeleeuwen waren met de oriëntatie op de rijke Klassieke Oudheid gelukkig ten einde gekomen, zo stelde de uomo universalis (dit was de term voor breed geschoolde kunstenaars en intellectuelen vanaf de Renaissancetijd).
Periodisering van de Renaissance
Over het begin van de Renaissance bestaat in de historiografie geen eenduidigheid. Een brief van de Italiaanse humanistische dichter Francesco Petrarca (1304-1374) kan goed als beginpunt van de Renaissance worden beschouwd. Maar pas in de eeuw erna, de vijftiende eeuw, kreeg de Renaissance echt voet aan de grond in Italiaanse steden als Florence, Rome, Venetië en Milaan. Vanaf het einde van de vijftiende eeuw verspreidde het renaissancistische gedachtegoed zich verder over Europa en kreeg voet aan de grond in onder meer Zuid-Europa, het Heilige Roomse Rijk, Frankrijk, Engeland en de (Habsburgse) Nederlanden.
In elk geval is de scheidslijn met de Middeleeuwen niet scherp en begon de Renaissance zo’n 150-100 jaar voor het einde van wat Renaissancegeleerden zelf de Middeleeuwen (de ‘donkere eeuwen’ tussen twee prachttijden, namelijk de Oudheid en de Renaissance) noemden en die historici later overnamen als de periode van ruwweg 476 (val van het West-Romeinse Rijk) tot 1492 (Columbus en einde van de Reconquista). Afgerond werd dit later: 500-1500.
Doorgaans wordt de Renaissance in drie fasen ingedeeld: de Vroege Renaissance (ca. 1350-1500, met als centrum Florence), de Hoge Renaissance (van 1500-1530 in met name Florence, Rome, Venetië en Milaan en verbreiding invloed naar heel Europa) en het de Late Renaissance (ook wel Maniërisme genoemd) van ongeveer 1530-1600.
Oorzaken en verspreiding van de Renaissance
De Renaissance kwam niet uit de lucht vallen. Een aantal oorzaken, gebeurtenissen en ontwikkelingen maakte deze nieuwe cultureel-wetenschappelijke beweging mogelijk. De beweging begon in Italië, om de volgende redenen:
- In Noord-Italië waren de stadstaten relatief autonoom. Ze stonden minder onder invloed van de Duitse keizer en de paus dan andere gebieden in het Heilige Roomse Rijk.
- De handel in Italiaanse steden bloeide door goede contacten met het Midden-Oosten en met Vlaanderen. Dit leidde niet alleen tot meer rijkdom, maar ook tot uitwisseling van nieuwe kennis en ideeën. Ook ontstonden in de late Middeleeuwen in Italië banken. Deze influx van geld leidde tot rijke, stedelijke elites die kunstenaars konden aantrekken en betalen.
- Toen de Turkse Ottomanen in 1453 Constantinopel veroverden, waarmee het Oost-Romeinse Rijk ten einde liep, vluchtten veel geleerden en handelaren naar Italië. Ze namen kennis mee en Griekse manuscripten uit de Oudheid.
- De drie ontwikkelingen die hierboven vermeld zijn, leidden tot nieuwe ideeën op het gebied van wetenschap, kunst en religie. Het middeleeuwse memento mori (‘Gedenk te sterven’), maakte plaats voor carpe diem (‘Pluk de dag’). De instroom van nieuwe kennis uit andere gebieden en de Oudheid leidde tot een bestudering van de Griekse en Romeinse klassieke werken. Hier was het motto ad fontes: ‘Terug naar de (originele) bronnen’. Vanuit deze bronnen kwamen humanisten erachter dat de Rooms-Katholieke Kerk en de vertaalde versies van de Bijbel het niet altijd bij het rechte eind hadden. En dat leidde tot toenemende kritiek op de kerk en uiteindelijk de Reformatie.
- Vanaf ongeveer 1450 verspreidde het humanisme zich vanuit Italië over Europa. Hierbij speelden vooral handelscontacten, de uitvindingen van de boekdrukkunst rond 1450 en de Franse inval in Italië in 1494 een rol.
Belangrijkste kenmerken van de Renaissance
De belangrijkste kenmerken van de Renaissance zijn:
- De individuele mens en zijn lichamelijke schoonheid kwamen centraal kwamen te staan. Dit leerde men van de Klassieke Tijd (denk aan het Griekse schoonheidsideaal in de beeldhouwkunst). Tegelijk verdween religie meer naar de achtergrond. Niet voor niets bloeide immers het humanisme, waarin het begrip ‘mens’ al opgesloten zit. Hierbij greep men vooral terug op het humanitas-ideaal van Cicero: de vorming van de mens en het menselijke, het leren mens te worden. Cicero hechtte ook veel belang aan studie. Een kamer zonder boeken vergeleek hij eens met een lichaam zonder ziel, aldus een Cicero-citaat. Deze ideeën hebben een enorm lange doorwerking gehad en legden de basis voor de mensenrechten. Op de website van de Humanistische Canon stelt dr. Fernando Suárez Müller terecht het volgende vast:Veel van de artikelen van onze Verklaring van de Rechten van de Mens (1789) zijn terug te voeren op de 12 artikelen, die in 1525 tijdens de Boerenopstand werden opgesteld om de meest basale rechten van mensen te waarborgen.
- Kennis, mondigheid en brede ontwikkeling werden belangrijk: de uomo universalis werd hét ideaal, de breed ontwikkelde kunstenaar cq. intellectueel, die nauwkeurig de Grieks-Latijnse bronnen bestudeerde. Dit stimuleerde ook het wetenschappelijk denken.
- In de kunst en architectuur vallen symmetrie, strakke lijnen, platte vlakken en perspectief op, met name in schilderijen en gebouwen. Terwijl de beeldhouwkunst zich onderscheidde door een antropocentrische en realistische focus, met de mens als middelpunt.
Enkele beroemde humanisten uit de Renaissancetijd
De bekendste humanisten uit de tijd van de Renaissance zijn zonder twijfel Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564). Maar ook de vroege humanist Francesco Petrarca (1304-1374) mag niet vergeten worden, evenals het grensverleggende heliocentrisme van de wiskundige en astronoom Nicolaus Copernicus (1473-1543) of het natuurkundige werk van Galileo Galileï (1564-1642).
Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Wat te denken van diverse leden van de beroemde Italiaanse familie De’ Medici in Italië, de Engelsman Thomas More (1478-1535) of de Nederlanders Desiderius Erasmus, Gerardus Mercator (1512-1594), Dirck Volkertsz. Coornhert (1522-1590) en Justus Lipsius (1547-1606).
Laten we – met excuses aan het feminisme, maar toch na de mannen -, ook de vrouwelijke humanisten niet vergeten. Onder hen Properzia de ‘Rossi (1490-1530), de Française Margaretha van Valois (1492-1549) en, in de zeventiende eeuw als ‘laatbloeiers’, de Nederlandse dames Anna Maria van Schurman (1607-1678) en Judith Leyster (1609-1660).
Enkele gevolgen
De Renaissance heeft een grote impact op de wereldgeschiedenis gehad. Het gedachtegoed van denkers en uitvinders als Leonardo da Vinci, Copernicus en Galileï veranderde het wereldbeeld en de wetenschap ingrijpend.
Verder baande de Renaissance de weg voor de Reformatie. De Duitse theoloog en kerkhistoricus Bernd Moeller (1931-) stelde eens terecht het volgende:
Zonder humanisme zou er geen Reformatie zijn geweest.
Hoezo dan? Ten eerste doordat de humanisme het accent op de individuele mens legde. Hierdoor kwamen protestantse critici tegenover de hiërarchie in de Roomse Kerk te staan en de voortdurende aanwezigheid van een tussenschakel tussen God en mens in de vorm van de paus, een beeld, Maria, de biecht of het niet kunnen lezen van de Bijbel in de volkstaal. Ten tweede zorgde het ad fontes-ideaal voor het opnieuw lezen van de bronteksten van de Bijbel, waarmee niet alleen een correctie nodig bleek op veel katholieke leerstellingen, maar de Bijbel ook opnieuw vertaald werd in volkstalen en – mede door de boekdrukkunst – breed verspreid kon worden.
Ook vormde de nieuwe kennis over de wereld (Copernicus en Galileï), zowel geografisch als wetenschappelijk, een stimulans voor de ontdekkingsreizen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. De nadruk op de individuele mens legde een basis voor latere mensenrechten en meer democratie. Een typisch voorbeeld is in dit verband de veel democratischer kerkorganisatie van protestantse kerken – waar kerkleden veel inspraak hebben en de kerkenraad kiezen – vergeleken met de hiërarchische structuur van de Rooms-Katholieke Kerk.
Ten slotte sloegen de mensheid onder invloed van de Renaissance allerlei nieuwe wegen in op het gebied van kunst, literatuur, architectuur en muziek.
Boek: De Renaissance – A. de Visser
Mont Ventoux: geboorteplaats van het humanisme
Pietro Aretino: de journalist die zichzelf dood lachte
Bronnen â–¼
*http://www.encyclopedia.com/literature-and-arts/language-linguistics-and-literary-terms/literature-general/renaissance
*http://humanistischecanon.nl/venster/renaissance/
*http://humanistischecanon.nl/venster/bijbels-humanisme/
*http://www.newworldencyclopedia.org/entry/Renaissance
*https://www.britannica.com/event/Renaissance