In september 1969 kondigde de zender RIAS-Berlin een sensatie aan: ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de Duitse Democratische Republiek (DDR) zouden de Rolling Stones een concert in West-Berlijn geven en wel op het dak van het hoofdkantoor van uitgeverij Springer, vlak naast de Berlijnse muur. De Stones-fans stonden in vuur en vlam. De Staatssicherheit (Stasi) ook, maar op een andere manier. Het leidde tot veel stampij. In dit artikel wordt ingegaan op de uitzending van de RIAS, de reactie van de Stasi, de relatie tussen rock-muziek en politiek en het gevaar van geruchten.
RIAS-Berlijn
Toen de Amerikanen in juli 1945 in Berlijn arriveerden was de omroep van Berlijn, de Berliner Rundfunk al onder controle van de Sovjet-Unie en bemand met Moskou-getrouwe Duitse medewerkers. De Sovjet-Unie weigerde echter de omroep onder gezamenlijk geallieerd bevel te brengen. Daarop riepen de Amerikanen een eigen omroep in het leven, de RIAS (Rundunk im amerikanischen Sektor). De omroep werd door het Amerikaanse militaire commando als onafhankelijke tegenstem tegen de Berliner Rundfunk beschouwd en viel onder de USIA (United States Information Agency). Het bereik was geheel Berlijn en grote delen van de DDR. Als “stem van de vrije wereld” moest de RIAS als brug naar het westen dienen en de Oost-Duitse bevolking over westerse trends en ontwikkelingen informeren. Voor veel burgers van de DDR was de RIAS de enige onafhankelijke informatiebron. Regelmatig werden DDR-burgers voor de ontvangst gestraft. RIAS werd ook door stoorzenders gehinderd. Het radioprogramma was te horen via RIAS 1 of RIAS 2. De televisiezender was te zien op RIAS-TV. In 1992 werd de zender omgedoopt tot DeutschlandRadio Berlin (nu DeutschlandRadio Kultur).1
De uitzending
Half september 1969 kwam RIAS met een sensatie. In de middaguitzending van het muziekprogramma “Treffpunkt”, dat bij jongeren in Oost-Berlijn vanwege hun beat-muziek zeer geliefd was, zei presentator Kai Blömer, dat op 7 oktober 1969 om acht uur ’s avonds de Rolling Stones in West-Berlijn, op het dak van het “Springer-Hochhaus” een concert zouden geven. Aanleiding hiervoor was de twintigste verjaardag van de DDR en speciaal bedoeld voor de fans in het oosten.
Het bericht klonk voor veel fans daar heel geloofwaardig. Het Springer-uitgevershuis leek daadwerkelijk als gemaakt voor zo’n concert. Het stond direct aan de muur in de wijk Kreuzberg, niet ver van Checkpoint Charlie. Aan de andere kant in Oost-Berlijn, lag een sedert de Tweede Wereldoorlog groot braakliggend terrein, waarop tienduizenden fans moeiteloos plek hadden kunnen vinden. Bovendien geloofden veel Oost-Duitsers dat uitgever Axel Springer elke mogelijkheid zou benutten om in de DDR door te dringen.2
Het sensationele bericht verspreidde zich als een lopend vuurtje, allereerst in het oostelijk gedeelte van de stad, maar geleidelijk aan ook naar de uithoeken van de DDR. Vlugschriften die het concert aankondigden werden op scholen verspreid:
“Op 7 oktober voor het Springer-gebouw. De Rolling Stones spelen daar.” 3
Politie in de stad Dessau trof op 14 september 1969 op straat gekalkte leuzen aan: “Rolling Stones Fans ga naar Ber.”4 Het woord Berlin kon niet meer afgemaakt worden omdat andere voetgangers naderden. Voor de fans van deze Britse band, die in de DDR als de incarnatie van het kwaad gold en waarvan de muziek sedert 1965 niet meer mocht worden gespeeld, gold nu nog slechts een ding: Op naar het Springer-gebouw!
Er was één maar! Het bericht was slechts een grap van de RIAS-presentator Kai Blömer geweest, een ook in de DDR graag beluisterde gast. Alles wat hij daarmee in de DDR aanrichtte, had hij zelf niet kunnen bedenken. Het idee alleen al vond Blömer zo absurd dat hij niet op het idee kwam dat iemand dit serieus nam. In dezelfde uitzending werd het bericht dan ook snel weer ingetrokken. Tevergeefs, het kwaad was reeds geschied.
Niet alleen de fans gingen uit hun dak, ook de Stasi nam de aankondiging van het concert vanaf het moment dat ze er kennis van kregen, 13 september 1969, serieus op en verkeerde in alarmtoestand. Het gebied aan Oost-Duitse zijde van het Springer-gebouw werd breed afgezet. Verhinderd moest worden dat Stones-fans uit het hele land naar Berlijn zouden reizen. Jongeren met “decadent” uiterlijk (lange haren, leren jacks en jeans) moesten reeds in de weken voor de viering van de verjaardag van de DDR in de gaten worden gehouden.5 Van sommigen werd het identiteitsbewijs ingenomen en zij kregen een verbod om naar Berlijn te reizen. Hen werd een special identiteitsbewijs uitgereikt. Bij controle kon de politie meteen zien met een “oproerkraaier” van doen te hebben. Zulke jongelui kon men willekeurig oppakken en ondervragen.6
Toen de Stasi erachter kwam dat van een optreden van de Stones in West-Berlijn in oktober niets bekend was en waarnemingen in de omgeving van het gebouw geen tekenen van activiteiten te zien waren, bleef de Stasi toch in alarmtoestand. De naar Berlijn gereisde fans zouden wellicht een bedreiging kunnen vormen voor de officiële feestelijkheden. Toch kon de Stasi niet verhinderen dat ondanks het in de gaten houden van jongeren en een grote politie-inzet op de Oost-Berlijns stations, duizenden jonge Stones-fans uit alle delen van de republiek naar het centrum van de hoofdstad van de DDR stroomden om hun idolen van dichtbij te zien. Ze verplaatsten zich in kleine groepen richting muur en waren gemakkelijk te herkennen: ze droegen jeans en lange haren.
Eenheden van de Stasi hadden de wegen naar het Springer-gebouw met hindernissen vrijwel onbegaanbaar gemaakt – met de inzet van honden en straatversperringen. Tegen 17.00 uur kwam het in het gebied van het Fischerinsel tot eerste ernstige ongeregeldheden tussen jongeren en veiligheidstroepen. Omdat de ongeregeldheden zo dicht bij de muur plaats vonden verloren politie-eenheden hun zenuwen. Ze sloegen met stokken op jongeren in. De jongeren kregen de overhand, klommen over versperringen, kwamen door politielinies en trokken langzaam richting Berlijnse muur. Eindelijk lukte het de Stones-fans het braakliggend terrein voor het Springer-gebouw te bereiken. Voor de muur zelf stond een grote politie-eenheid in linie, dicht in het gelid. Elke samenkomst van mensen bij de “Todesstreifen”7 werd door de grenstroepen als riskant beschouwd. Want zelfs een dubbele bezetting aan bewakers met kalasjnikovs, kon een menigte die in rep en roer was niet in bedwang houden. In het ergste geval, een massale aanval op de grensversperringen, zouden de grenswachten gewoon zijn overrompeld en waarschijnlijk zijn gelyncht.8
Doch eerst hadden de Stones-fans bereikt wat ze wilden: ze hadden het Springer-gebouw aan westelijke zijde in het zicht en zouden de Stones van hieruit goed kunnen horen. Maar er gebeurde niets. Bij de eerste fans begon langzaam duidelijk te worden dat ze op een gerucht waren afgegaan. In spreekkoren werd gezongen “Wij willen de Stones”, maar ook “Wij willen vrijheid” en werd de naam van de Tsjechische communistische hervormer Dubcek! Dubcek! gescandeerd. De fans wachtten tevergeefs op de Stones.
Vroeg in de avond begon de politie tenslotte met het uit elkaar drijven van de menigte. Bijna 400 jongeren werden in vrachtwagens afgevoerd en wegens het in gevaar brengen van de openbare orde in bewaring gezet, geslagen en ruw verhoord. Met de handen omhoog en gespreide benen moesten de gearresteerden uren tegen de wand staan. De meeste Stones-fans gelukte het om zich snel uit de voeten te maken. Binnen een uur waren de Spittelmarkt en de Leipziger Strasse volledig ontruimd.
Een groot deel van de teleurgestelde fans trok nu naar Berlijn-Karlshorst. In dit deel van Oost-Berlijn bevond zich het “Cultuurhuis van de Spoorwegen”. Hier zou een concert plaatsvinden van de “Stones van het Oosten”, het Klaus Renft Combo uit Leipzig.
“Het gehele huis stond vol met Stasi”
… herinnerde de bandleider zich. Er werd ons opgelegd geen enkel Stones-lied te spelen. De Stasi zat de gehele avond achter het toneel.9 De volgende ochtend werd het grootste deel van de opgepakte jongelui uit bewaring ontslagen. Van velen waren in de nacht de haren geknipt. Aan meerdere fans werden draconische “opvoedkundige” straffen opgelegd, zoals aan:
- Evelien Gerhardt, toen 18 jaar, werd na 4 maanden uit arrest ontslagen.
- Eckart Mann, toen 16 jaar, werd na 2 jaar tuchthuis ontslagen.
- Jürgen Rosemann, toen 17 jaar, werd na 6 weken jeugdgevangenis ontslagen.10
Het beeld van een jeugd die zich met volle geestdrift in de socialistische idealen wentelde, kreeg een opdonder. Teenagers met versleten jacks en kapot gewassen parka’s die naar westerse decadente muziek luisterden, waren een slag in het gezicht van de Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED).
Waarom die heftige reactie van de Stasi?
De staatsideologie
De vraag werpt zich op waarom de Stasi zo heftig reageerde. Het antwoord ligt besloten in de staatsideologie van de DDR. De DDR heeft zich altijd als het “betere” Duitsland gevoeld en voorgesteld. Te pas en te onpas werd het antifascistische karakter van de DDR benadrukt. Om als Duitse staat zich te presenteren als bolwerk van antifascisme, moesten de DDR-ideologen een staaltje van geestelijke historiografische acrobatiek uithalen. Volgens de DDR-ideologen had de Duitse geschiedenis altijd goede en slechte tradities gekend. Tot de “goede” kanten behoorden onder andere de boerenopstanden van begin zestiende eeuw en de ontwikkeling van de arbeidersbeweging in de negentiende eeuw. Tot de slechte kanten behoorden het grootgrondbezit van de Junkers11, het kapitalisme en het nationaal-socialisme.12
Volgens de ideologen splitste de Duitse geschiedenis zich in 1945 in twee stromen. Elk van de twee Duitse staten werd de drager van een eigen historische traditie. De reactionaire, militaristische tradities kwamen in de “fascistoïde” en “revanchistische” Bondsrepubliek terecht. De DDR zou wortelen in de tradities van de arbeidersbeweging. De nieuwe marxistische-leninistische staat was als het ware “automatisch” de personificatie van het “goede” in de Duitse geschiedenis geworden.13 Het marxisme-leninisme was naar eigen zeggen een “wetenschappelijke ideologie” en daarom had de partij op grond van wetenschappelijke argumenten altijd gelijk. Discussie over de juistheid van de ideologie was uitgesloten en wie zich oppositioneel opstelde, werd buiten de maatschappelijke orde geplaatst en gecriminaliseerd.14 Het credo in de DDR en tevens titel van het partijlied was “Die Partei hat immer Recht”. Twijfel hieraan was onbestaanbaar. Het volk moest in de socialistische leer worden opgevoed.
Jeugdpolitiek
Het opvoeden van de bevolking begon uiteraard bij de jeugd en haar organisatie, de “Freie Deutsche Jugend” (FDJ). Alle jeugd van de DDR moest in deze politieke organisatie worden samengebald. Doel van de jeugdpolitiek van de DDR was de jeugd te ontwikkelen tot “socialistische persoonlijkheden”, de alomvattende opvoeding tot trouwe dienaren van het systeem. Mogelijkheden om zaken ter discussie te stellen waren er niet en een ieder die van de officiële partijlijn afweek, werd beperkingen opgelegd. Leerlingen die geen lid wilden worden van de FDJ konden bijvoorbeeld geen “Abitur”15 afleggen en hadden dus geen toegang tot de universiteit. Verder werden jongelui die in het openbaar een provocerende houding aannamen en/of door het dragen van provocerende kleding en kapsels opvielen, door de Stasi in de gaten gehouden en vervolgd. Voor jongeren die in gewetensnood kwamen met de partij-ideologie, bood de Evangelische Kerk ruimte hun mening open en zonder taboes te verkondigen.16
De DDR met haar “Jugendgesetz”17 was nogal pretentieus in haar opdrachten aan de jeugd. Nauwkeurig werd beschreven wat van de jeugd werd verwacht. Zo moest de jeugd in nauwe broederschap met de Sovjet Unie de ontwikkeling van de socialistische maatschappij gestalte geven. Dat was de revolutionaire taak van de jeugd. Jongeren moesten alles doen voor het bewaren van de vrede, voor het welzijn van de mensen, voor het geluk van het volk, voor de belangen van de arbeidersklasse – dat was de zin en inhoud van het leven van de jeugd. Voorts werd van de jonge burgers verwacht op socialistische wijze te leven en te leren, belangeloos en tot welzijn van het socialistische vaderland. Ook ouders droegen een grote verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij in de socialistische opvoeding van hun kinderen, voor hun geestelijke, morele en lichamelijke ontwikkeling en in hun voorbereiding op het leven in het socialisme. Actieve deelname aan het politieke en maatschappelijke leven werd nadrukkelijk verwacht.
Daar doemde toch een probleem op. Hoe om te gaan met de westerse rockmuziek?
“Deze verdorven muziek van de klassenvijand, deze smakeloze en bandeloze overzeese dans-import, deze beledigingen voor het gehoor, deze jazz-vervalsingen die de hersens van de westerse jeugd benevelden.”
…aldus de krant Neues Deutschland. 18
De staat trad hard op tegen afwijkingen van de leer. In 1958 werden acht leden van een (illegale) rock-band tot gevangenisstraffen van acht maanden tot twee jaar veroordeeld. Hun misdaad was dat ze met een spandoek door het dorp trokken. Op dat spandoek stond:
“Elvis Presley – das Idol / Wir wollen nur noch Rock and Roll”.
De uitbater van de plaatselijke danszaal moest zijn vergunning inleveren.19 Bij een woningdoorzoeking fotografeerde de Stasi de collectie van een beat-fan. Het politiebericht had het over “literair afval en vuilnis.” De collectie bestond uit posters, krantenknipsels en een platenhoes van de Rolling Stones.20 Het centrale orgaan van de Freie Deutsche Jugend, ”Junge Welt”, schreef over Elvis Presley:
“Zijn zang leek op zijn gezicht: dom, dof, gevoelloos en gewelddadig. De jongen was volkomen onmuzikaal (…) en brulde als een geschoten hert, alleen niet zo melodieus.” 21
Beduusd wreven vele jongeren zich de ogen uit toen de DDR-media in 1959 berichtten dat er eindelijk een echt Oost-Duits alternatief voor de rock en roll was gevonden: de Lipsi.
Lipsi-dans in de DDR, 1959
De Lipsi was een dans die in Oost-Duitsland werd ontwikkeld als een communistisch alternatief voor westerse rock- en roll-geïnspireerde dansen.
Rockmuziek en politiek
In het vroege voorbeeld van de Lipsi als oppositie tegen de “kapitalistische decadentie” en haar muziek, werd het dilemma van de kleine DDR duidelijk. Enerzijds dachten leidende politici in hun grenzeloze zelfoverschatting van hun invloed, westerse muziek buiten de landsgrenzen en van de jeugd weg te kunnen houden. Anderzijds waren zij in hun mateloze zelfoverschatting van hun kracht van mening iets eigens, iets beters dan die westerse muziek te kunnen produceren.22 Sedert oktober 1965 was het verboden in publieke ruimtes beat-muziek en rock en roll te spelen. De straf bij overtreding was het intrekken van de vergunning. Alleen al in Leipzig kregen vier groepen voor onbepaalde tijd een verbod om op te treden. Op 31 oktober 1965 verzamelden zich enkele duizenden schoolkinderen, leerlingen en studenten als protest in het centrum van Leipzig. De Volkspolitie zette honden, waterkanonnen en wapenstokken in tegen de jongeren. Er werden 279 mensen gearresteerd, van wie 144 vervolgd. Velen moesten een paar weken zwoegen in de bruinkoolmijnen.23
De minister voor Staatsveiligheid, Erich Mielke, vaardigde in 1966 een bevel uit om “politiek-ideologische diversiteit” en “ondergrondse activiteiten” onder jongeren in de DDR te bestrijden. Hij opende hiermee de jacht op jongeren die door de “vijand” werden verleid zich aan de socialistische opvoeding te onttrekken. Jonge mensen raakten in het vizier van de Stasi omdat ze lange haren hadden en symbolen van rock-muziek op hun jack naaiden en naar westerse muziek luisterden. Het bevel vormde de basis voor maatregelen in de strijd tegen onaangepaste jeugd en was tot 1989 van kracht.24
Jammer voor de leiding van de DDR was dat hun jeugd juist die ”westerse kitsch” zo aantrekkelijk vond en bleef luisteren naar radiozenders als RIAS met hun westerse rock-muziek.
Rockmuziek drukte een grenzeloos levensgevoel uit, dat volledig in tegenspraak was met wat zelfbenoemde zedenpredikers uitdroegen: vrij, ongedwongen, anti-autoritair, zelfbewust. Daarmee had het westen in de zestiger jaren al de nodige problemen. De pluriforme westerse maatschappijen wisten echter deze bewegingen, die eigenlijk tegen de status quo gericht waren, te integreren. De DDR kon zich een dergelijke integratie en tolerantie niet veroorloven – op straffe van verlies van hun macht. Het gevaar dat van deze nieuwe bewegingen uitging lag voor de hand: ze ontstonden niet in de bureau’s van ambtenaren en partijbonzen, maar ontleenden hun kracht aan het spontane en ongeremde, die muren wilden slechten.25
Precies hier kwamen twee ontwikkelingen in de herfst van 1969 bij elkaar, letterlijk in het centrum van Oost-Berlijn. De leiding van de DDR wilde de twintigste verjaardag van de DDR pompeus en ongestoord met duizenden leden van de Freie Deutsche Jugend vieren. Tegelijkertijd verzamelden ongenode gasten, jonge beat-fans, zich in het centrum van Oost-Berlijn, vlak bij de muur, om naar een Stones-concert te luisteren.
Diepe afschuw jegens de Rolling Stones, als symbool van de beat-beweging, verenigde zich met de diep zittende angst bij de leiders van de DDR. Duizenden beat-fans zouden – onder het roepen van “Die Mauer muss weg!” – gemakkelijk een stormloop op de muur kunnen ontketenen. De regering, de partij en de Stasi zagen hun systeem, hun staat ernstig bedreigd. Of een stormloop ook daadwerkelijk zou zijn uitgevoerd is kwestieus. Sedert 196126 wist een ieder dat de staatsmacht aan de grens niet slechts afschrikwekkend werkte, maar dat in geval van gevaar de grenssoldaten gericht met scherpe munitie schoten. De SED-leiding kon niet anders dan ongeoorloofde demonstraties of spontane massabijeenkomsten onderdrukken. Ze kon niet het risico lopen dat uit de vele deelnemers een massale toestroom ontstond, met wellicht desastreuze gevolgen.
Het gerucht
Aanvankelijk had het oorspronkelijke gerucht niemand bij de SED en Stasi bereikt, althans uit documenten bleek niet dat een afluisterspecialist het de moeite waard vond.27 Toen de eerste vlugschriften en geruchten opdoken dat op 7 oktober jongeren uit de gehele DDR naar Oost-Berlijn zouden reizen om hun idolen op het Springer-Hochhaus te beluisteren, alarmeerde het de Stasi. Geruchten mochten dan wel niet gestoeld zijn op harde feiten, ze wezen wel op een bepaalde stemming in het land. Geruchten waren er in de DDR altijd en behoorden tot het vaste repertoire van maatschappelijke communicatie, terwijl meningen en nieuwsberichten niet publiekelijk bediscussieerd konden worden. In perioden van crisis registreerde de SED steeds een aanzienlijke toename van geruchten. Ze waren vaak uitdrukking van een verwachte politiek koerswending. De Stasi registreerde nauwgezet geruchten. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw werden mensen alleen vanwege het verspreiden van geruchten de gevangenis ingegooid. De Stasi wist hoe gevaarlijk geruchten voor de stabiliteit van het systeem konden worden. Geruchten waren vaak nevenverschijnselen van revoluties.28
De Stasi schatte de kans hoog in dat duizenden rock-fans zich in het centrum van Oost-Berlijn zouden verzamelen. Fans van de Stones waren er genoeg, ondanks de haatcampagne jegens het Britse stel. Wat de verwachte menigte dan zou doen, waarheen ze zich zouden bewegen was moeilijk in te schatten. De SED wist dat een deel van de jeugd westers ingesteld was en dat de muur nodig was om de macht te behouden. In die zin was het uit machtspolitiek standpunt logisch om een massale toeloop te verhinderen en onderdrukken. Arrestaties en veroordelingen doorvoeren om af te schrikken. Maar hoe waarschijnlijk was het dat de Stones daadwerkelijk in West-Berlijn zouden optreden? Dat is speculeren. De Stones waren op dat moment in de Verenigde Staten bezig met voorbereidingen voor hun tournee begin november. Er bestond dus praktisch een tijdsprobleem.
Het was allemaal denkbaar, maar het gebeurde eenvoudigweg niet. De Stones hebben waarschijnlijk zelf nooit ervaren welke onrust ze in oktober 1969 veroorzaakten, zonder zelf in de buurt te zijn geweest. Onrust was hen niet vreemd, maar dat andere mensen de gevangenis indraaiden, enkel en alleen omdat ze naar de Rolling Stones wilden luisteren, zou hen ook hebben moeten beroeren.
Slotbeschouwing
Het gerucht, verspreid in september 1969, door de Amerikaanse zender RIAS in West-Berlijn, dat de Rolling Stones een concert zouden geven in West-Berlijn vlak tegen de Berlijnse muur, bracht veel fans in vervoering. Maar ook de Stasi werd gealarmeerd. Rock-fans werden in de DDR gecriminaliseerd. Hun muziek was niet in overeenstemming met de socialistische leer en opvoeding. Rock-muziek vormde volgens de leiders van de DDR een bedreiging voor de jeugd. Met enorme inzet probeerden Stasi en politie Stones-fans tegen te houden. Velen werden gearresteerd. Vele Stones-fans die op het optreden stonden te wachten werden teleurgesteld. Het bericht van RIAS bleek een grap te zijn.
2 – Die “Rolling Stones” zum Republiksgeburtstag; Mitteldeutsche Rundfunk (www. mdr.de) 4 Januar 2016.
3 – Bericht zu Flugblättern in der Betriebsberufschule Rungestarsse über ein angebliches Rolling Stones-Konzert. Bericht aan de Stasi van 4.10.69. In stasi-mediathek.de
4 – “Tatortsbefundsbericht zu einer auf eine Fahrbahn aufgemalten Nachricht”. In: stasi-mediathek.de
5 – Hövestadt, Dagmar. “Die Verhaftung vergisst man sein Leben lang nicht” In: stasi-unterlagen-archiv.de, 04.06.2014.
6 – Ein Gerücht und seine Folgen; In: Der Westen (derwesten.de), 21. 06. 2014.
7 – De Todesstreifen was de dodelijke veiligheidszone langs de DDR-grens, een soort niemandsland vol met mijnen en automatische wapens.
8 – Sven Felix Kellerhoff; Meldung über Rolling-Stones-Konzert erregt die SED. In: Die Welt, 05.06.2014.
9 – mdr, 4 Januar 2016.
10 – Hövestadt, Dagmar, “Die Verhaftung”. In: stasi-unterlagen-archiv
11 – Adellijke Duitse (voornamelijk Pruisische) grootgrondbezitter. De Junkers vormden een aparte stand. Voorzover zij niet hun landerijen bestuurden, zochten zij zich een carrière in het leger, de ambtenarij of de diplomatie. Zij gedroegen zich veelal als feodale heersers. Bron: encyclo.nl
12 – Melching, Willem, Van het socialisme, de dingen die voorbij gaan, Amsterdam 2004, blz 21
13 – idem
14 – Melching, blz. 22.
15 – Vergelijkbaar met VWO.
16 – Die Jugendpolitik von SED und FDJ; In: www.diezeitreisenden.eu
17 – Gesetz über die Teilnahme der Jugend an der Gestaltung der entwickelten sozialistischen Gesellschaft und über ihre allseitige Förderung in der Deutschen Demokratische Republik. Jugendgesetz der DDR, 28 Januar 1974.
18 – Commentaar van de SED-partijkrant “Neues Deutschland”, 7 februari 1959.
19 – Liebing, Yvonne, All you need is beat; Jugendsubkultur in Leipzig 1957-1968; Leipzig, 2005, blz 39.
20 – Bei einer Wohnungdurchsuchung von der Stasi festgestellte “Schund- und Schmutzliteratur”. In: stasi-unterlagen-archiv.de.
21 – Kultur- und Jugendpolitik unter Ulbricht und Honecker. In: mdr.de, 29. Mai 2009.
22 – Geschichten aus 60 Jahren AMIGA. Vom Lipsi-Schritt zur Jugendliebe 1947-1977, Berlin 2007 blz. 44.
23 – Kultur- und Jugendpolitik unter Ulbricht und Honecker. In: mdr.de, 29. Mai 2009.
24 – Befehl 11/66 zur Bekämpfung von unangepassten Jugendlichen, 15. Mai 1966. In: Stasi-mediathek.de.
25 – Kowalczuk, Ilko-Sascha, Gefängnis statt Rolling Stones. Bundesbeauftragte für die Stasi-Unterlagen (BStU) 05/2014.
26 – Het jaar van de bouw van de Berlijns muur.
27 – Kowalczuk, Gefängnis statt Rolling Stones., BStU.
28 – idem