De beroemde verzetsman Pierre Louis baron d’Aulnis de Bourouill is zondag op 93-jarige leeftijd overleden. Het ministerie van Defensie heeft dat dinsdag bekendgemaakt.
Baron d’Aulnis de Bourouill werkte als commandant van een batterij luchtdoelartillerie in Wassenaar toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnenvielen. Hij haalde met zijn batterij die dag twee vliegtuigen naar beneden.
Na de capitulatie ging D’Aulnis terug naar Leiden, waar hij rechten studeerde en lid was van studentencorps Minerva. Sakmen met enkele andere corpsleden werd hij lid van het ondergrondse Legioen van Oud-Frontstrijders (LOF). Na vele omzwervingen en een voettocht over de Pyreneeën bereikte hij samen met Cees Drooglever Fortuyn Spanje. Daar werden ze gevangen genomen. Na zeven weken werden ze afgehaald door een ambtenaar van de Britse ambassade en overgebracht naar Engeland. Hij arriveerde daar in januari 1942.
In Engeland nam D’Aulnis contact op met Erik Hazelhoff Roelfzema (de Soldaat van Oranje)en Chris Krediet, die hij nog uit Leiden kende. Maart 1942 werd hij tweede luitenant bij de Prinses Irene Brigade. Hij werd onder meer opgeleid om als verbindingsofficier het contact van het verzet met Engeland te coördineren. In de zomer van 1942 werd D’Aulnis gedropt bij Emmen. Vanuit Nederland organiseerde hij vervolgens vijf droppingen van zenders.
D’Aulnis de Bourouill werd na de oorlog onder meer benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde.
Er zijn nu nog zes levende ridders in deze orde: de Engelsman Ken Mayhew (1917) en Amerikaan Edward Fulmer (1919) en de Nederlanders Albert Hoeben (1920), Cornelis van den Hoek (1921), Giovanni Hakkenberg (1923) en kapitein Marco Kroon (1970).