Voor de koopvaardij eindigde de oorlog pas op 2 maart 1946

9 minuten leestijd
Een op de Pacific varend geallieerd konvooi. In de voorste gelederen varen grote tot troepentransportschip omgebouwde passagierschepen die werden beschermd door een Vought SB2U Vindicator.
Een op de Pacific varend geallieerd konvooi. In de voorste gelederen varen grote tot troepentransportschip omgebouwde passagiersschepen die werden beschermd door een Vought SB2U Vindicator.

Op 5 mei viert Nederland ieder jaar de bevrijding van de Duitse bezetting. De wereldvrede werd echter pas op 2 september 1945 hersteld met de capitulatie van Japan. Voor tienduizenden bemanningsleden van de Nederlandse koopvaardij betekende dit een verlenging van hun vaarplicht tot 2 maart 1946.

Cornelis Haasnoot was begin mei 1945 met de olietanker Fort Schuyler op weg naar Europa. Door de capitulatie van Duitsland werd de koers verlegd naar de oorlog in de Pacific. Er volgden eindeloze maanden van afzien.

Vrede in Europa

Op 3 mei vertrok Cornelis met de Fort Schuyler alweer uit Baton Rouge. Enkele dagen na vertrek ontvingen ze op de Atlantische Oceaan, op weg naar Europa, een telegram met het bericht dat Duitsland had gecapituleerd. Admiraal Dönitz gaf opdracht aan alle onderzeeërs om hun offensieve operaties te staken en naar hun bases terug te keren. In Italië was de strijd al op 2 mei beëindigd. De Fort Schuyler had een serie trans-Atlantische reizen volbracht. In krap vier maanden tijd had ze tijdens het stormseizoen zeven keer de woelige baren tussen Engeland en de Amerikaanse oostkust getrotseerd. Voor Cornelis zat de trans-Atlantische beurtvaart erop. Hij had het er, na drieëntwintig overtochten, ook wel mee gehad.

Aan boord werd het bericht van de overgave met ongeloof ontvangen. Jaren hadden ze ernaar uitgekeken, maar nu het zover was konden ze het niet bevatten. Eindelijk was het zover, het gevaar van de Duitse onderzeeboten en vliegtuigen was geweken. Wanneer zouden ze naar huis mogen? Ze koersten in de goede richting. Dat gaf hoop.

Oorlog in de Pacific

Maar die hoop bleek ijdel. In plaats van na de oversteek naar het noorden te varen, stevende het schip af op de Straat van Gibraltar en de Middellandse Zee. Holland was dan wel bevrijd, maar dat gold niet voor grote delen van Azië en Nederlands-Indië̈. Japan had zich nog niet overgegeven en in de Pacific woedde nog steeds een bloedige oorlog. Van Port Said loodste ze door het Suezkanaal en over de Rode Zee naar Aden, waar ze op 28 mei aankwam.

Op het moment dat de Fort Schuyler het Suezkanaal uitstoomde, realiseerde Cornelis zich dat de Israëlieten meer dan drieduizend jaar geleden, na hun uittocht uit Egypte, de Schelfzee waren doorgetrokken op weg naar de vrijheid, naar het beloofde land. Dat moest ongeveer op deze plaats zijn geweest, bedacht hij, aan het noordelijk uiteinde van de Golf van Suez. Of was het de Golf van Aqaba geweest, de andere arm van de Rode zee? Daar waren de meningen over verdeeld. Het volk werd op de hielen gezeten door Farao met zijn leger en Jahweh had de zee gekliefd om de doortocht mogelijk te maken. In hun achtervolging en poging hun knechten terug te halen, waren de Egyptenaren door het water verzwolgen.

Als kind had hij dit altijd een ongelooflijk indrukwekkend verhaal gevonden. Zou de oorlog even lang duren als de Israëlieten, na de tocht door de Schelfzee, hadden moeten ronddolen in de woestijn voordat ze hadden mogen terugkeren naar Kanaän? Zouden ook zij veertig jaar lang worden beproefd? Na deze zoveelste tegenslag kon Cornelis die gedachte niet uit zijn hoofd zetten.

Zwart goud

De Fort Schuyler ploegde voort. Met haar vaart van veertien mijl doorkliefde ze de wereldzeeën, met in haar tanks de voor de geallieerde legers nog altijd zo kostbare lading. Geen afstand was te ver. Er werd haar nauwelijks tijd gegund in havens te worden verzorgd en op krachten te komen. Het schip zag er haveloos uit, terwijl ze amper een jaar oud was. Het enige wat telde was dat ze bleef varen. Er mocht geen dag verloren gaan. De bemanning moest gebreken maar op zee zien te verhelpen. Varen was van levensbelang.

Overal bestond gebrek aan het zwarte goud dat zij vervoerde en de daarvan geraffineerde producten. Lang geleden was het goedje ontstaan uit afgestorven resten van planten en dieren. Bij de ontdekking ervan had het leven gegeven aan despotische heerschappijdrift. Terwijl de mens gesteld was om heerschappij te voeren over planten en dieren, heersten dode resten daarvan over de mens. Het schip vervolgde onverstoorbaar haar reis over de Golf van Aden en de Arabische Zee naar Colombo op Ceylon. Aansluitend voer ze over de Golf van Bengalen naar Madras en Sandheads in India.

Tijdens zijn verblijf in Madras kreeg Cornelis vaccinaties tegen cholera en pokken. Gezien de vele epidemieën in die streken was dat geen overbodige luxe.

Daarna keerden ze via Colombo terug naar het centraal in de Perzische Golf voor de kust van Saoedi-Arabië̈ gelegen Bahrein. Op 26 juni werd daar direct begonnen met het laden van olie. Het eilandenrijk stond onder gezag van de Britten en was van groot belang vanwege de levering van olie voor de legers van de geallieerden in de Pacific. Het was heet en drukkend gedurende hun zesdaagse verblijf in deze zandbak.

Olietanker SS FORT SCHUYLER waarmee Cornelis begin mei 1945 op weg was naar Europa.
Olietanker SS Fort Schuyler waarmee Cornelis begin mei 1945 op weg was naar Europa. De bevrijding van Nederland gooide echter roet in het eten. De plannen werden gewijzigd en er werd koers gezet naar de Pacific, waar nog steeds een vuile oorlog woedde tegen Japan.

Moedeloosheid

Tijdens de lange oceaanreis was er stilaan een beklemmende, gelaten sfeer over het schip gedaald. Duitsland en Italië hadden de strijd dan wel gestaakt, maar Japan nog steeds niet. Moedeloosheid maakt zich van de bemanning meester. De oorlog duurde al zo lang. Kwam er dan nooit een eind aan? Wanneer zouden de Jappen zich ten laatste eens overgeven? Hun vaarplicht, zo was inmiddels duidelijk geworden, zou tot een half jaar na het einde van de oorlog blijven gelden.

Al de achterstallige klussen waren geklaard en toch moesten ze onderhoud blijven plegen. Het voelde alsof ze bezig werden gehouden. Ook het nut van de wekelijkse brandoefeningen kwam onder vuur te liggen. Ze wisten ondertussen echt wel wat hen te doen stond bij een explosie, als ze die al zouden overleven. Het eten werd hoe langer hoe eentoniger. Het smaakte nergens meer naar, terwijl ze altijd hadden uitgekeken naar hun maaltijd die bovendien een welkome onderbreking vormde van het werk. De stemming raakte steeds bedrukter. Klaverjassen, het favoriete tijdverdrijf, deden ze nauwelijks meer. Er werd minder gepraat, ieder viel terug op zichzelf. De verveling sloeg toe en dat gaf weer aanleiding tot onderlinge irritatie. Ze wilden eindelijk eens naar huis.

De lange en benauwde jaren op zee hadden hun tol geëist, ook van Cornelis. In deze periode van betrekkelijke rust was er meer dan genoeg ruimte voor eigen gedachten, tijd om tot zichzelf te komen. Hij sliep nog steeds slecht en dat kwam niet door de warmte. Als hij in zijn kooi lag waren er steeds de beelden van aanvallende jachtbommenwerpers en achtervolgende U-boten, inslaande torpedo’s en zinkende schepen, overboord springende bemanningsleden en in het water drijvende lichamen. Dan brak het angstzweet hem uit.

Voorbode

Vanuit Bahrein werd de reis op 2 juli vervolgd over de Perzische Golf, door de Straat van Hormuz, over de Golf van Oman en de Arabische Zee. Tegen de zuidwestmoesson in staken ze de Indische Oceaan over naar de Straat Mozambique. Met zware zeegang rondden ze Kaap de Goede Hoop en liepen zestien dagen na vertrek de Tafelbaai bij Kaapstad binnen. Het passagieren bood enige afleiding, maar was van korte duur. Na het lossen van een deel van de olievoorraad en het bunkeren van kolen voor de stoomturbines, voeren ze na vier dagen verder over de Zuidelijke Atlantische Oceaan naar Namibië̈. Daar bereikten ze Walvisbaai op 23 juli.

Nog dezelfde dag vertrok de Fort Schuyler om vanuit Namibië̈ over de Zuidelijke Atlantische Oceaan door te varen naar Trinidad, het grootste van de twee eilanden die het land Trinidad en Tobago vormen. De reis werd vervolgd over de Caribische Zee naar San Cristóbal in de Dominicaanse Republiek, waar ze op 12 augustus aankwam. Van daar koerste ze door het Panamakanaal en volgde er, zonder een haven aan te doen, een lange reis van drie weken naar Enewetak, een van de centraal in de Stille Oceaan gelegen, tot de Marshall Eilanden behorende, atollen.

willekeurige afbeelding van een Albatros
willekeurige afbeelding van een albatros (CC BY-SA 3.0 – J.J. Harrison – wiki)

Onderweg observeerde Cornelis bij gelegenheid een majestueuze vlucht albatrossen. Hij merkte dat ze tegen de wind opstegen om met de luchtstroom mee in glijvlucht te dalen. Urenlang konden ze zweven op hun enorme vleugels. Geen andere zeevogel had een grotere spanwijdte. Met een enkele wiekslag legden zij tot bijna duizend kilometer per dag af.

Het gracieuze schouwspel bracht Cornelis zozeer in vervoering dat hij werd meegenomen op de vleugels van de wind. Ook hij zwierf over de wereldzeeën. Net als voor de albatros waren de oceanen zijn habitat geworden, maar anders dan het dier kon hij niet terug naar zijn bakermat. Weemoed vervulde hem. Hij miste de warmte van thuis, heel ver weg achter de horizon. Als hij zich alleen voelde, hoorde hij diep vanbinnen de stem van zijn moeder declameren:

Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee, ook dáár zou Uw hand mij geleiden en Uw rechterhand mij vasthouden.

Hirohito (1901-1989) – Keizer van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog
Hirohito (1901-1989) – Keizer van Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog
Terwijl Cornelis een keer in gedachten verzonken in de verte staarde, was een albatros langszij gekomen. Het plotselinge opduiken had hem uit zijn gemijmer doen opschrikken, waardoor hij terugdeinsde en met zijn rug tegen het stuurhuis viel. Vlak naast het schip zwevend was de enorme vogel nog indrukwekkender dan hoog in de lucht. Van tijd tot tijd keerde het beest zijn kop naar hem toe en keek hem met een doordringende blik recht aan. Cornelis voelde zich ongemakkelijk. Wilde het dier hem iets duidelijk maken? Was het een voorbode? Het oude zeemansverhaal dat de albatros de beschermer was van de zeevaart en een goed voorteken vormde voor de toekomst, wilde hij maar al te graag voor waar houden.

Laatste loodjes

Het lot wilde, nog voor ze de haven van Enewetak binnenliepen, dat keizer Hirohito het besluit had genomen tot capitulatie. De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki hadden hem daartoe gedwongen. De overgave van Japan was formeel een feit met het tekenen op 2 september 1945 van de akte van capitulatie. Na zes jaar was de wereldvrede eindelijk hersteld.

Aan boord was iedereen opgelucht dat die afschuwelijke oorlog nu echt was afgelopen. Ze dronken er een goede borrel op. Direct hernam het leven van alledag zijn loop, ze voeren gewoon door alsof er niets was gebeurd. En toch was het op 4 september bij aankomst op Enewetak voor de bemanning een vreemde gewaarwording te ervaren dat de spanning van de oorlog voorbij was. De voortdurende druk en onzekerheid waren tot op het laatst voelbaar gebleven, ook na de capitulatie van Duitsland, bijna vier maanden geleden. Hier op Enewetak hadden de Japanners zich na een bloedige strijd al eind februari 1944 moeten overgeven aan de Amerikanen en het atol stond sindsdien onder hun controle.

Na drie dagen vervolgden ze hun reis over de Zuidelijke Stille Oceaan naar Darwin in Noord-Australië̈, waar ze op 17 september aankwamen. Maar ook dat was een tussenstop. De Fort Schuyler moest door. Vanuit Darwin ging de reis verder over de Indische Oceaan naar Colombo en over de Arabische Zee naar Bahrein aan de Perzische Golf. Dat bereikte ze op 5 oktober.

Lammeren onder wolven
 
Twee dagen later alweer vertrok de Fort Schuyler met een nieuwe lading olie om via de Perzische Golf, de Straat van Hormuz, de Golf van Omen, de Arabische Zee, de Golf van Bengalen, de Andamanse Zee, Straat Malakka en de Zuid-Chinese Zee naar Manilla op de Filipijnen te stomen, waar ze vijf dagen bleef. De beproeving van een jarenlang verblijf op zee en de afzondering van geliefden werd voor Cornelis en zijn maten hoe langer hoe zwaarder. Hoe verder de Fort Schuyler ging, des te langer de terugreis zou duren. Via de Celebeszee, de Javazee, de Timorzee en de Beagle Gulf voeren ze nogmaals naar Darwin. Er leek geen einde aan te komen. De laatste loodjes wogen het zwaarst.

Toch was de verlossing nabij. Eindelijk, zo was de opdracht, zouden ze terugvaren naar Noord-Amerika. En al was dat nog een flinke reis, het vooruitzicht van een naderende thuiskeer gaf moed. Zonder een haven aan te doen voeren ze via de Arafurazee, de Solomonzee, de wijde Stille Oceaan, het Panama-kanaal en de Caribische Zee naar San Cristóbal. Daar vertrokken ze op 1 december voor het laatste traject naar Philadelphia, waar de Fort Schuyler op 8 december afmeerde.

Fragmenten uit het begin maart 2024 verschenen boek Lammeren onder wolven – Varen op leven en dood in WO II van Jacob Haasnoot
0
Reageren?x
×