Dark
Light

Waar lag de Hof van Eden?

Auteur:
5 minuten leestijd
Jacob de Backer, Tuin van Eden
Jacob de Backer, Tuin van Eden

In de vroege middeleeuwen nam men de Bijbel letterlijk en trachtte men het aards paradijs te lokaliseren. Daartoe werd het Bijbelboek Genesis nauwkeurig bestudeerd in het Hebreeuws, Aramees, Grieks en Latijn. Wij volstaan hier met de Nederlandse vertaling:

Houtsnede van Lucas Cranach de Oudere (1472-1553)
Houtsnede van Lucas Cranach de Oudere (1472-1553)
In de tijd dat God, de Heer, aarde en hemel maakte, groeide er op de aarde nog geen enkele struik en was er geen enkele plant opgeschoten, want God, de Heer, had het nog niet laten regenen op de aarde, en er waren geen mensen om het land te bewerken; wel was er water dat uit de aarde opwelde en de aardbodem overal bevloeide. Toen maakte God, de Heer, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. God, de Heer, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. Een daarvan is de Pison; die stroomt om heel Chawila heen, het land waar goud gevonden wordt. (Het goud van dat land is uitstekend, en er is daar ook balsemhars en onyx.) De tweede rivier heet Gichon; die stroomt om heel Nubië heen. De derde rivier heet Tigris; die loopt ten oosten van Assyrië. De vierde ten slotte is de Eufraat. God, de Heer, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij hield hem het volgende voor: Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ God, de Heer, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. Toen liet God, de Heer, de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam hij een van zijn ribben weg; hij vulde die plaats weer met vlees. Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de Heer, een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt. Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.

Uit: Genesis, 2, 4-25

Samenvattend:

  • in het oosten, dat wil zeggen ten oosten van Jeruzalem,
  • in Eden,
  • allerlei vruchtdragende bomen, wijst op een mild klimaat
  • allerlei dieren, zowel wilde dieren als vee en gevogelte,
  • rivier bevloeit de tuin,
  • rivier vertakt zich in vier rivieren: Pison, Gichon, Tigris en Eufraat,
  • Pison, stroomt om Chawila heen,
  • In Chawila wordt goud gevonden, ook balsemhars en onyx,
  • Gichon, stroomt om heel Nubie,
  • Tigris, ten oosten van Assyrie,
  • Eufraat (geen bijzonderheden).

Analyse van de geografische informatie

We bevinden ons met de Eufraat (2800km) en de Tigris (1900km) op bekend terrein in Mesopotamië. De andere riviernamen leveren meer problemen op. Daarbij werd gedacht aan de beide andere grote rivieren in de oudheid, de Ganges (2500km) en de Nijl (6000km). Nubië ligt aan de bovenloop van de Nijl, het huidige Soedan. De Nijl vormde de grens tussen Afrika en Azië.

Detail van de Peutinger kaart
Detail van de Peutinger kaart

Chawila

Het goudland Chawila levert meer problemen op. Wanneer we de Peutinger kaart bekijken, valt ons een cirkelvormige rivier op in de omgeving van Babylon, waar zowel de Eufraat als de Ganges lijken te ontspringen. Chawila schijnt cirkel te betekenen. De plaats is interessant, want daar heeft de maker van de Peutinger kaart een aantekening gemaakt, dat de Romeinse legers niet verder doorgedrongen zijn.

De Peutinger kaart is een middeleeuwse kopie van een Romeinse wegenkaart uit de 4de eeuw na Christus. De kaart is bijna zeven meter lang bij een hoogte van nog geen veertig centimeter en beslaat de hele toenmalige wereld van Tanger (Marokko) tot de monding van de Ganges (India). In de omgeving van de monding van de Ganges vinden we een vergelijkbare aantekening van de maker van de Peutinger kaart, dat de Macedonische veldheer Alexander de Grote (356-323 v.C.) op dat punt zijn veldtocht beëindigde. Overigens ligt even verderop (rechts van het hieronder afgedrukte kaartje) de Punjabi-rivier, waarvan de naam vijf-stromen-rivier is. Het vijf-stromen-land speelt een rol in de mythische voorgeschiedenis van Friesland en Groningen, omdat de Friezen en Groningers daar na het verzinken van Atland een kolonie gesticht zouden hebben en zich bij de vloot van Nearchus zouden hebben gevoegd. Na de dood van Alexander de Grote keerden ze terug naar onze streken. De oude Friezen en Groningers zaten dus dichtbij het aards paradijs. Zie hierover het Oera Linda Boek, een negentiende-eeuwse mystificatie. (Zie hier)

Middeleeuwse kaarten

Op middeleeuwse kaarten vinden we de ligging van het aards paradijs of de hof van Eden nauwkeurig aangegeven, zowel op de vroegmiddeleeuwse T-O kaarten als op de hoogmiddeleeuwse mappae mundi of wereldkaarten. Het aards paradijs wordt er gesitueerd in de omgeving van India (voorbij het punt waar Alexander de Grote zijn veldtocht afbrak) aan de rand van de Indische Oceaan, maar ook wel als een eiland in die oceaan, waarbij onze gedachten uitgaan naar Ceylon (Sri Lanka).

T-O kaart van bisschop Isidor van Sevilla
T-O kaart van bisschop Isidor van Sevilla
Rechts is een T-O kaart te zien van bisschop Isidor van Sevilla (560-636), een van de grootste geleerden van zijn tijd. Zijn opvattingen over de geografie hebben nog eeuwenlang gegolden, tot de tijd van de grote ontdekkingsreizen van Columbus, Vasco da Gama en anderen. In de T-O kaarten vindt men de wereld terug, zoals Noach die had verdeeld onder zijn zonen Sem, Cham en Japhet. T-O staat voor de verdeling van de cirkel (O) met de verdeling van Asia, Afrika en Europa (T). Bovenin staat oriens – oost, daaronder paradise – paradijs. Jeruzalem wordt als centrum van de wereld weergegeven. Dit schema werd onhoudbaar, toen nieuwe continenten ontdekt werden.

Mappae mundi

De verdeling van de wereld zoals in de T-O kaarten aangegeven werd ook aangehouden in de cirkelvormige mappae mundi, maar de ontwikkeling van de geografie en de cartografie bracht met zich mee, dat steeds meer informatie op die kaarten ingetekend werd. Interessant daarbij is, dat ook de hoogmiddeleeuwse kaarten de ligging van het aards paradijs aangeven. Hieronder enkele voorbeelden:

Ebstorp map (detail), met twee loopvogels (dodo)
Ebstorp map (detail), met twee loopvogels (dodo)
Borgia map (detail), c. 1430, met een enkele loopvogel (dodo). Links de ark van Noach.
Borgia map (detail), c. 1430, met een enkele loopvogel (dodo). Links de ark van Noach.
Detail van de Psalter-kaart (1260-1265) waarop niet vier, maar vijf stromen zijn weergegeven: Ganges, Eufraat, Tigris, Gichon en Pison
Detail van de Psalter-kaart (1260-1265) waarop niet vier, maar vijf stromen zijn weergegeven: Ganges, Eufraat, Tigris, Gichon en Pison
Borgia map uit ongeveer 1430. Het linker kader bovenin geeft de ligging van de Hof van Eden aan; het rechter kader onderin is onze omgeving met Engeland en Schotland. Ten opzichte van de andere mappae mundi is deze een kwartslag gedraaid vanwege de leesbaarheid van de teksten.
Borgia map uit ongeveer 1430. Het linker kader bovenin geeft de ligging van de Hof van Eden aan; het rechter kader onderin is onze omgeving met Engeland en Schotland. Ten opzichte van de andere mappae mundi is deze een kwartslag gedraaid vanwege de leesbaarheid van de teksten.

~ Menno Knul

Openingsafbeelding: Jacob de Backer, Tuin van Eden

Menno Knul (1945) Zelfstandig onderzoeker, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan cold case onderzoek van historische raadsels. Daarbij worden bestaande opvattingen methodisch tegen het licht gehouden. Speciale belangstelling voor de vroege geschiedenis van Nederland, topografie en capita selecta uit de kunstgeschiedenis. Website: www.rodinbook.nl

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×