Dark
Light

De jonge Karel de Grote

8 minuten leestijd
Afbeelding van de oude keizer op een markt in Duitsland - cc
Afbeelding van de oude keizer op een markt in Duitsland - cc
Bij Walburg Pers verscheen deze week het boek Karel de Grote, stamvader van Europa, geschreven door Jan J.B. Kuipers (bekend van onder meer Der Kaiser en De Beeldenstorm). Karel de Grote (742-814) werd van Frankisch koning heerser over een groot deel van Europa, vandaar zijn bijnaam: stamvader van Europa. Hij voerde zo’n vijftig oorlogen en was op zijn hoogtepunt zelfs ‘Keizer van Rome’. Op Historiek een fragment over zijn jonge jaren en de noodlottige dood van zijn broer Karloman.


Koning Karel

karolusmonogram
Het befaamde ‘Karolusmonogram’, dat onder een aantal oorkonden en decreten verscheen. Het is de enige overgeleverde schriftuur, die (deels) van Karels eigen hand was. Karel zou alleen het ruitje hebben geschreven, waarna een klerk de medeklinkers noteerde.
Het koningschap van Karel de Grote, van 768 tot zijn keizerskroning in 800, stond na de vroege dood van zijn halfbroer Karloman vooral in het teken van rijksuitbreiding en onderdrukking van opstanden en rebellie. Dat resulteerde behalve een mislukt Spaans avontuur in de twee grootste oorlogen die Karel voerde: tegen de Saksen en – veel korter – tegen de Avaren. Zijn successen maakten Karel, overigens in navolging van zijn vader, ook tot gedoodverfde beschermer van de Heilige Stoel in Rome.

Als geboortedatum van Karel de Grote wordt doorgaans 2 april 742 aangehouden, maar er worden ook andere geboortejaren genoemd: 747 of zelfs 748. Zelfs zijn geboorteplaats is onbekend. De omgeving van Luik wordt genoemd, maar ook Ingelheim, Worms, Mainz en andere plaatsen. Informatie over Karels jeugd is eveneens zeer schaars, in tegenstelling tot de veel rijker gedocumenteerde latere fasen van zijn leven. Drie van de zes kinderen van Bertrada en Pepijn overleden; behalve Karel en zijn jongere broer Karloman of Carloman (751-771) overleefde alleen hun zuster Gisela, die later abdis werd van het klooster van Chelles.

Misschien zijn Karel en Karloman opgevoed in Saint-Denis bij Parijs, maar niets hieromtrent is zeker, evenmin als over de identiteit van hun opvoeders. Karels biograaf Einhard meldt in zijn Vita Karoli Magni dat er bij het begin van zijn werk aan Karels biografie, geschreven tussen ongeveer 817 en 836, niemand meer in leven was die over de kindertijd en jeugd van de keizer had kunnen vertellen. In elk geval deed Karel een ruime kennis van het Latijn op, en beheerste hij vermoedelijk ook enigermate het Grieks. Dat hij tot op hoge leeftijd letters zou hebben geoefend omdat hij niet kon schrijven, is ten dele een mythe. Het was in elk geval zo, dat hij de onder zijn bewind ontwikkelde Karolingische minuskel nooit onder de knie kreeg.

Daarnaast moet er in de opvoeding veel aandacht zijn besteed aan de voor Germaanse en Frankische edelen en prinsen onontbeerlijke vaardigheden van wapenhandel, rijden en jagen, en andere lichamelijke oefening. Karel behield tot op hoge leeftijd een voorliefde voor zwemmen.

De onfortuinlijke Karloman

Op 28 juli 754 werden Karel en zijn broertje Karloman met hun vader door paus Stefanus gezalfd in de kathedraal van Saint-Denis. Na Pepijns dood in 768 erfden beiden naar Frankisch gebruik een deel van het rijk. Karloman kreeg het zuidoosten: het zuidelijk deel van Austrasië, van Neustrië (met onder meer Parijs en Soissons), Alemannië (Zwaben), de Elzas, Bourgondië, zuidelijk Aquitanië, de Provence en Septimanië. Er bestonden van aanvang af spanningen tussen beide broers, met als aanleiding het gedeelde bezit van Aquitanië. Dit rijksdeel kwam na Pepijns dood meteen in opstand. Karel trok er in 769 met een leger binnen om de revolte neer te slaan. Karloman voegde zich bij hem, maar trok zich mét zijn troepen terug na een ruzie met Karel in Moncontour bij Poitiers. Terwijl Karel roem en eer oogstte door zijn overwinning op de rebellen, verloor Karloman door zijn als verraderlijk beschouwde daad veel prestige.

In Angers geslagen munt van Karloman I, de jongere broer van Karel de Grote. Op de voorzijde staat de tekst CARO, op de keerzijde het monogram ANDE. (Afbeeldingen: Karel de Grote. Stamvader van Europa
In Angers geslagen munt van Karloman I, de jongere broer van
Karel de Grote. Op de voorzijde staat de tekst CARO, op de keerzijde
het monogram ANDE. (Afbeeldingen: Karel de Grote. Stamvader van Europa

Hun moeder Bertrada probeerde de broers vergeefs te verzoenen. Een ongemakkelijk punt in hun verhouding was ook, dat Karel door sommigen als ‘bastaard’ werd beschouwd, omdat Bertrada’s huwelijk met Pepijn pas laat door de Kerk was erkend.

De verhouding tot de Longobarden vormde het volgende grote struikelblok tussen beide broers, mede door toedoen van de zeer actieve Bertrada. Ze had ervoor gezorgd dat Karel in 770 huwde met Desiderata, dochter van de Longobardische koning Desiderius, waardoor een bondgenootschap ontstond dat Karlomans landen geografisch in de tang had. Ook stond Bertrada aan de wieg van Karels vriendschap met hertog Tassilo van Beieren. Allebei tijdelijke arrangementen – het huwelijk met Desiderata duurde een jaar – maar ze vormden wel een serieuze bedreiging voor de positie van Karloman, die zich tot paus Stefanus III wendde en hem steun tegen de Longobarden beloofde. De paus koos echter voor Karel, terwijl de uitermate beledigde en vernederde Desiderius op zijn beurt toenadering zocht tot Karloman, nadat Karel plotseling Desiderata had verstoten.

Dit alles leidde tot weinig minder dan openlijke oorlog tussen beide broers, geheel in lijn met de traditie van hun Merovingische voorgangers op de troon. Maar toen stierf Karloman onverwacht, op 4 december 771 in de villa van Samoussy, volgens sommige verklaringen ten gevolge van een zeer ernstige neusbloeding – en díe zou weer kunnen wijzen op vergif. De onfortuinlijke koning werd begraven in Reims; herbegrafenis in de basiliek van Saint-Denis volgde in de dertiende eeuw. Na Karlomans dood beschouwde Karel zich als de enige heerser van het Frankische rijk, liet zich als zodanig zalven en negeerde de aanspraken van zijn neefjes. Wel noemde hij zijn in 777 geboren, tweede wettige zoon Karloman: vermoedelijk uit eerbetoon aan zijn overleden broer, met de hieraan gekoppelde motivatie om alle boze geruchten over diens dood de kop in te drukken.

Lombardije valt

Adalgis, zoon van de Longobardische koning Desiderius. | Af beelding uit de Codex legum Langobardorum (elfde eeuw).
Adalgis, zoon van de Longobardische koning Desiderius. Afbeelding uit de Codex legum Langobardorum (elfde eeuw).
Hoewel er mooie afbeeldingen bestaan over de thuiskomst van de verstoten Desiderata bij haar koninklijke vader Desiderius, zijn de verdere lotgevallen van deze tragische Longobardische prinses onbekend. Vermoedelijk heette zij eigenlijk Gerperga, hetgeen voor verwarring zorgde met Gerberga, de beeldschone, zeventienjarige vrouw van Karloman. Deze was als verse weduwe met haar twee jonge kinderen óók naar het hof van Desiderius gevlucht, nadat Karlomans edelen over waren gelopen naar Karel. Zelfs paus Stefanus III kon de namen van beide vrouwen niet uit elkaar houden. Gerberga’s vlucht kan in verband hebben gestaan met het gefluister over de gifmoord op Karloman in opdracht van Karel. Desiderius eiste van de nieuwe paus Adrianus I dat hij Gerberga’s zonen tot koningen zou zalven. Maar zijn eigen koninkrijk werd al in 774 na een veldtocht door Karel de Grote geannexeerd. Pavia viel, Desiderius moest de befaamde ‘ijzeren kroon’ van de Longobarden afstaan en werd naar het klooster van Corbie in Picardië gestuurd, waar hij in 786 overleed; volgens andere bronnen verbande men hem naar Luik. Zijn zoon Adalgis probeerde nog een leger bij elkaar te brengen in Verona, waar hij zich ook over Gerberga en haar kinderen ontfermde. Hij moest echter vluchten en belandde in de Byzantijnse hoofdstad Constantinopel. Ook Gerberga werd nadien waarschijnlijk met enige dwang aan de gastvrije boezem van een klooster gedrukt.

Overwinnaar Karel was nu Rex francorum et langobardorum atque patricius romanorum. In 781 benoemde hij zijn zoontje Karloman II (777-810), in 792 herdoopt tot Pepijn, tot koning van Lombardije. Vanuit de oude Longobardische hoofdstad Pavia regeerde het knaapje zijn koninkrijk onder de hoede van figuren als hertog Erik van Friuli en abt Adelard van Corbie. Een Byzantijnse invasiemacht in Calabrië om Adalgis alsnog in het zadel te helpen werd in 788 verslagen, en van Adalgis werd niets meer vernomen.

De Grote tot onderscheid van de Jongere

Karel kreeg zijn bijnaam ‘de Grote’ niet in de eerste plaats vanwege zijn inderdaad grote gestalte, maar volgens sommige bronnen ter onderscheiding van zijn zoon Karel de Jongere (772/773-811), die vanaf 788 koning van Neustrië was, uiteraard onder het oppergezag van zijn vader. Maar al snel sloeg het epitheton ‘Grote’ op zijn persoonlijkheid en zijn hoedanigheid als heerser over een rijk dat door zijn eigen toedoen vrijwel een werelddeel besloeg. Zelfs de faam van Karel Martel en Pepijn de Korte, in wiens voetspoor Karel de Grote aanvankelijk volgde, verbleekte bij zijn eigen roem.

 

Hardnekkige Saksen

Zo’n drieëndertig jaar van Karels toch al door voortdurende strijd gekenmerkte heerschappij werd vergald door een reeks opstanden van de Saksen, voor een belangrijk deel onder leiding van hun ontembare hertog Widukind (‘kind van het woud’) of Wittekind (743-807), een Westfaals edelman. Deze strijd in de periode 772-785, met een laatste opflakkering in 804, vergde achttien veldtochten en speelde zich vooral af in het huidige Duitsland, met uitlopers naar de Nederlanden – zo zouden de Saksen in 772 de kort tevoren door Lebuïnus gebouwde kerk in De Wilp bij Deventer hebben verwoest; dit zou zelfs de aanleiding zijn geweest tot de eerste Saksische campagne.

Aan het diepchristelijke hof van Karel de Grote bestond diepe minachting voor de heidense Saksen, getuige de woorden van Karels biograaf Einhard:

Want de Saksen, zoals bijna alle stammen die in Germanië wonen, zijn van nature wildemannen; ze zijn aanhangers van de afgodencultus en staan vijandig tegenover onze godsdienst. Ze beschouwen het niet als oneervol zowel goddelijke als menselijke wetten te schenden of met voeten te treden.

Net als de Franken verschenen de Saksen in de laatromeinse periode als een confederatie van verschillende Germaanse stammen; hun woongebied was ruwweg het zuiden van Sleeswijk-Holstein en zuidelijk aangrenzend gebied. In 356 worden ze genoemd als bondgenoot van Magnentius, een Gallische tegenkeizer van de Romeinse keizer Iulianus Apostata. Met de Angelen, Friezen en Juten migreerden veel Saksen in de vijfde en zesde eeuw naar Groot-Brittannië; de achterblijvers bleven nog enkele eeuwen buiten de christelijke invloedssfeer en beoorloogden de Franken al vanaf de dagen van Childerik I. Zij leefden in stamverbanden en kenden geen centraal gezag. Zoals ooit ook bij de Franken gebruikelijk, kozen ze alleen in tijd van oorlog tijdelijke krijgsheren of hertogen.

Prent in gemengde techniek uit 1805 van de beroemde IJzeren Kroon van Lombardije. De ijzeren band aan de binnenzijde van de uit gouden plaatjes samengestelde kroon zou af komstig zijn van een nagel uit het kruis van Christus. | Bibliothèque nationale, Parijs.
Prent in gemengde techniek uit 1805 van de beroemde IJzeren Kroon van Lombardije. De ijzeren band aan de binnenzijde van de uit gouden plaatjes samengestelde kroon zou af komstig zijn van een nagel uit het kruis van Christus. Bibliothèque nationale, Parijs.

Karels doelen

De Saksische roofovervallen op Frankisch gebied en hun vijandige bejegening van de missionarissen als verkondigers van de Frankische godsdienst én het Frankische gezag, waren in zekere zin als koren op de molen van Karels ambities. Die vielen ruwweg uiteen in drie doelen: zijn eigen oppergezag over het hele Frankische rijk bestendigen, een ‘pan-Europese’ vergroting van zijn rijk realiseren en in verband hiermee het christendom verbreiden. Karel greep dan ook in met harde hand en trof de Saksen in hun culturele hart: de Irminsul. Deze machtige stam werd tijdens de Saksenoorlog van 772 door de Franken neergehaald en verwoest, na de Frankische inname van Eresburg en Paderborn.

De Irminsul

Karel de Grote. Stamvader van Europa
Karel de Grote. Stamvader van Europa
De Irminsul was het belangrijkste heiligdom van de Saksen. Dit object, een variant van de wereldboom of wereldzuil in vele mythologieën, zoals de beroemde wereldes of -taxus Yggdrasil uit de Scandinavische mythologie, wordt beknopt beschreven in onder meer de Annales regni Francorum, de rijksannalen die de periode 741-829 beschrijven en waarvan Einhard waarschijnlijk één der auteurs was. De elfde-eeuwse kroniekschrijver Adam van Bremen meldde, naar zijn zeggen in navolging van Einhard, dat de Irminsul een ‘houten stam van niet geringe grootte’ was, die de Saksen onder de blote hemel vereerden. Irminsul betekende columna universalus of al-zuil. Latere auteurs suggereerden een verband met de Griekse god Hermes (de Romeinse Mercurius), waaraan zogenaamde ‘hermen’ op kruisingen waren gewijd. Anderen zagen een verband met een verder onbekende Germaanse god Hirmin of Irmin. Waar de zuil stond is niet bekend: onder meer Eresburg nabij Paderborn en verschillende plekken in het Teutoburgerwoud worden genoemd, zoals de Priesterberg en de Turm der Veleda, genoemd naar een door Tacitus opgevoerde Germaanse zieneres van die naam. Ook is verondersteld dat er meerdere zuilen geweest zijn.

Tijdens het bewind van Karels zoon Lodewijk de Vrome (814-840) zouden overblijfselen van Irminsul opgegraven zijn in Obermarsberg in Westfalen. Deze tronk werd naar de kathedraal van Hildesheim gevoerd, om te dienen als grote kandelaar ter ere van de Christus. Het neerhalen van de Irminsul werd ter plaatse jaarlijks gevierd tot in de dertiende eeuw.

~ Jan J.B. Kuipers

Boek: Karel de Grote – Jan J.B. Kuipers
Lees ook: Biografie Karel de Grote

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

Jan J.B. Kuipers (1953) publiceerde meer dan 80 boeken over veelal historische onderwerpen. Hij won verschillende prijzen en was stadsdichter van Middelburg. Bij Walburg Pers verschenen o.m. boeken over de Beeldenstorm, de VOC, de Franse tijd, de Hanze en tegenculturen in de twintigste eeuw.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×