Dark
Light

Er was eens de Oriënt-Express

5 minuten leestijd
Stoomlocomotief bij het Institut du Monde Arabe - Arjan den Boer
Stoomlocomotief bij het Institut du Monde Arabe - Arjan den Boer

Tot 31 augustus is in het Institut du Monde Arabe in Parijs de grote tentoonstelling Il était une fois l’Orient Express te zien, bestaand uit een binnen- en een buitendeel. De expositie belicht de geschiedenis en de culturele betekenis van de luxe trein die vanaf 1883 Parijs met Constantinopel verbond. De Oriënt-Express is door populaire boeken en films haast een legende geworden. Ontrafelt deze expositie feit en fictie?

Bij aankomst op de straathoek langs de Seine valt direct de grote stoomlocomotief op die als aandachtstrekker voor de tentoonstelling dient. Het gevaarte steekt mooi af tegen de moderne gevel van architect Jean Nouvel. De locomotief is gebruikt in de film Murder on the Orient Express uit 1974, maar werd rond 1920 gebouwd voor de Chemin de fer de Paris à Orléans. De kans dat de echte Oriënt-Express ooit door deze locomotief werd getrokken is klein.

Rijtuigen

Het buitengedeelte van de tentoonstelling wordt verder gevormd door vier rijtuigen van Wagons-Lits, de exploitant van de Oriënt-Express. Deze rijtuigen zijn nu van de Franse spoorwegen, medeorganisator van de tentoonstelling, en worden normaal gesproken verhuurd voor feesten en partijen. Bezoekers worden na een flinke wachttijd in groepen snel door de rijtuigen geleid. Twee van de vier zijn Pullmans: luxueuze salonrijtuigen in Art Deco-stijl. Deze hebben echter nooit in de Oriënt-Express gereden; ze deden dienst in dagtreinen zoals de Flèche d’Or en de Étoile du Nord. Gelukkig is er ook een donkerblauw slaaprijtuig aanwezig zoals die onder meer in de Oriënt-Express reed. De rijtuigen zijn ’aangekleed’ met attributen van legendarische reizigers, zoals foto’s, paspoorten en kledingstukken. Hierbij konden anachronismen blijkbaar niet vermeden worden. Henri Opper de Blowitz, die een boek schreef over de eerste reis in 1883, past niet echt in een stalen rijtuig uit 1930. Het wordt een beetje goedkoop in het slaaprijtuig waar het ‘moordwapen’ en het bebloede ‘lijk’ liggen van Agatha Cristies Murder on the Orient Express.

’Lijk’ in het slaaprijtuig van Wagons-Lits - Arjan den Boer
’Lijk’ in het slaaprijtuig van Wagons-Lits – Arjan den Boer

Drukte

De binnententoonstelling beslaat twee zalen in de kelder van het Institut. Gezien de grootschalige ambities is dit jammer. Elders in het gebouw is nog een andere grote tentoonstelling. De kelder is zeker niet klein, maar komt door de drukte en de grote displays — vormgegeven als hutkoffers — krap over. Er is weinig open ruimte.

Bij binnenkomst staat een borstbeeld van Georges Nagelmackers (1845-1905), de Belgische oprichter van Wagons-Lits. Zoals in veel boeken en documentaires wordt vrijwel de hele Oriënt-Express aan hem toegedicht. Dit is terecht wat betreft de luxe rijtuigen en het reisgemak, maar Wagons-Lits heeft geen meter spoor aangelegd. Nagelmackers maakte dus handig gebruik van wat er (net) was. Baron Hirsch van de Chemins de fer Orientaux kan evengoed als grondlegger worden beschouwd, maar hij wordt niet genoemd. Hij liet, op instigatie van de Ottomaanse sultan Abdülaziz, de spoorlijn Wenen-Constantinopel aanleggen, wat door de schuivende Balkan-grenzen bijna twintig jaar duurde. Pas in 1888, vijf jaar na de eerste Oriënt-Express, waren Parijs en Constantinopel rechtstreeks met elkaar verbonden. Tot die tijd werd de laatste etappe per schip over de Zwarte Zee afgelegd.

Expositieruimte met borstbeeld van Georges Nagelmackers - Arjan den Boer
Expositieruimte met borstbeeld van Georges Nagelmackers – Arjan den Boer

Topstukken

De tentoongestelde voorwerpen zijn fraai. Rijkelijk versierd serviesgoed, uniformen van Wagons-Lits en zo’n beetje alle originele affiches die ooit voor de Oriënt-Express zijn uitgebracht. Bijzonder zijn de 1-op-1-modellen van treincompartimenten, gemaakt in de ontwerpfase van rijtuigen. Nagelmackers wilde tot in detail zie hoe het werd. Ook zijn er mooie panelen van ingelegd hout waarmee in de Art Deco-periode de rijtuigen waren gedecoreerd. Alle belangrijke voorwerpen rond de Oriënt-Express zijn aanwezig. Als ingevoerde in het onderwerp miste ik weinig, maar werd ook nauwelijks verrast door ’nieuwe’ objecten. Als verzamelaar vond ik het leuk affiches en brochures te zien die ik zelf ook bezit — al geldt dat helaas niet voor de meeste topstukken.

1-op-1-model van Art Deco-compartiment van Wagons-Lits - Arjan den Boer
1-op-1-model van Art Deco-compartiment van Wagons-Lits – Arjan den Boer

Verbeelding

De Oriënt-Express sprak al vroeg tot de verbeelding van kunstenaars, schrijvers en filmmakers. Verspreid over de tentoonstelling hangen schilderijen die gekozen zijn rond algemene thema’s zoals de romantiek van spoorwegen en oriëntalisme. Er is geen schilderij van de Oriënt-Express zelf, en dat bestaat volgens mij ook niet — een interessante vraag waarom niet. Misschien was het onderwerp meer geschikt voor populaire cultuuruitingen, zoals toneel- en filmaffiches laten zien. Ze hebben de Oriënt-Express een imago van moord, intriges en affaires bezorgd. Of dat gebaseerd is op de realiteit wordt in het midden gelaten (het antwoord is: deels!).

Op de muur worden beelden geprojecteerd die vooral sfeer moeten brengen. Naast archiefbeelden en speelfilmfragmenten worden er irrelevante treinbeelden getoond en een wat kinderachtige 3D-animatie van een treintje. Ook komen beroemdheden langs die met de Oriënt-Express gereisd zouden hebben. In dit rijtje worden altijd Mati Hari, Josephine Baker, Marlène Dietrich en andere vrouwelijke schonen genoemd.

Midden-Oosten

Affiche London-Baghdad door Roger Broders, 1931 - Arjan den Boer
Affiche London-Baghdad door Roger Broders, 1931 – Arjan den Boer
Waar in de eerste zaal moeilijk een verhaallijn is te ontdekken, mede doordat de (Franse) zaalteksten niet erg opvallen, zit de tweede zaal beter in elkaar. Het thema is hier de eindbestemming: het Midden-Oosten. Feitelijk reed de Oriënt-Express nooit verder dan Constantinopel. Wel diende vanaf 1930 de Taurus Express als een soort verlengstuk naar Syrië, met aansluitingen voor Irak en Egypte. In het promotiemateriaal van Wagons-Lits — rijkelijk op de expositie aanwezig — werd het gebracht als een rechtstreekse reis vanaf Londen. In werkelijkheid kwamen er vijf treinen, drie schepen en een autobus aan te pas, maar na zeven dagen was men dan toch in Caïro. In dit kader is er te veel aandacht op de expositie voor Egypte, dat hooguit een ’zijspoor’ van de Oriënt-Express was. Foto’s tonen het vroege archeologische toerisme rond 1900, lang voordat de Oriënt-Express er (niet) kwam.

Pretentieus

Al met al een mooie tentoonstelling, waar inhoudelijk wel wat op valt af te dingen. Er wordt geen poging gedaan mythes en clichés te ontkrachten. De gehanteerde definitie van ‘Oriënt-Express’ is erg breed. Ook andere luxe treinen van Wagons-Lits en in het Midden-Oosten worden behandeld. De pretentie waarmee het geheel wordt gebracht is nogal overdreven; in de catalogus geeft men hoog op over het museologisch en scenografisch unieke concept. Het zal wel de Franse manier van spreken zijn. Toch kan ik iedereen met interesse voor (spoorweg)historie, de Belle Époque of Art Deco aanraden de tentoonstelling te bezoeken om alle originele voorwerpen bij elkaar te zien.

Wie toch in Parijs is moet vooral ook de expositie Paris 1900 in het Petit Palais bekijken (tot 17 augustus). Deze geeft een breed overzicht wat er allemaal in Parijs gebeurde op het gebied van kunst, cultuur en techniek rond de wereldtentoonstelling van 1900. Dit sluit goed aan bij het verhaal van de Oriënt-Express.

Arjan den Boer publiceert op retours.eu maandelijks over de overlap tussen spoorweghistorie en design. Deze maand naar aanleiding van de tentoonstelling een aflevering over affiches van de Orient-Express.

×