Aphrodite is in de Griekse mythologie de godin van de vrouwelijk schoonheid, liefde, seksualiteit en vruchtbaarheid. Er zijn verschillende verhalen over de geboorte van de godin die net als de andere hoofdgoden haar woonplaats op de berg Olympus had. De Romeinse equivalent van de godheid is Venus. De godin is waarschijnlijk voortgekomen uit de Fenicische godin Astarte. De Grieken zouden de god echter zo hebben hervormd dat ze uiteindelijk een echt Griekse godin werd.
Volgens de geschiedschrijver Homerus is Aphrodite de dochter van Zeus en nimf Dione. Anderen menen dat zij de dochter is van Uranus en godin van de dag, Hemera.
Weer anderen geloven dat Aphrodite is voortgekomen uit het schuim van de zee. Dit zou gebeurd zijn toen Uranus geslachtsgemeenschap wilde hebben met de aarde (Gaea). Zijn zoon Cronus wilde dit voorkomen en castreerde hem met een sikkel. Uranus’ geslachtsdeel kwam terecht in zee en rond het lid ontwikkelde zich schuim waaruit een al volwassen Aphrodite tevoorschijn kwam. De windgod Zephyros blies haar in een schelp naar Cyprus. In de klassieke oudheid stond de schelp symbool voor de vagina.
De Italiaanse kunstschilder Sandro Botticelli maakte rond 1483 in opdracht van Lorenzo de’ Medici een beroemd schilderij over de geboorte van Venus. Het hangt in de Uffizi galerij in de Italiaanse stad Florence. Een detail van dit schilderij is gebruikt als afbeelding op een van de Italiaanse euromunten.
Volgens de verhalen ontsproten er overal spontaan bloemen zodra Aphrodite haar voeten ergens had neergezet.
Op de berg Olympus was ook oppergod Zeus opgevallen hoe mooi Aphrodite was. Hij maakte avances maar deze bleven onbeantwoord. Als straf dwong Zeus haar om te trouwen met de lelijkste god van de Olympus: de kreupele smid Hephaistos. Erg trouw was Aphrodite echter niet aan haar echtgenoot. Ze had meerdere minnaars. God van de oorlog Ares was haar bekendste minnaar. Van hem kreeg ze meerdere kinderen. De bekendste daarvan is de liefdesgod Eros.