Wie Duitse opinieweekbladen uit de jaren tachtig leest, zou denken dat Helmut Kohl eigenlijk een maatje te klein was voor de taak van bondskanselier (federaal premier). Hij zou zich vooral op het binnenland concentreren en internationale contacten overlaten aan de buitenlandminister, FDP-leider Hans-Dietrich Genscher. Daarmee stak Kohl schril af tegen illustere voorgangers als Konrad Adenauer, Willy Brandt en Helmut Schmidt, die ook op het internationale toneel opereerden. Het is dat hij kordaat handelde op het moment dat de Berlijnse Muur viel, anders was hij als middelmatige premier de geschiedenis in gegaan.
Het laatste klopt: de Muur gaf hem gelegenheid zich internationaal te profileren, wat hem ook binnenlands statuur gaf. Maar het klopt niet dat Kohl zich daarvoor alleen met het binnenland bezig hield.
Trans-Atlanticus
Kohl was een overtuigd voorstander van goede verhoudingen van West-Europa met de Verenigde Staten. Net als zijn voorganger, SPD-leider Helmut Schmidt, steunde hij het plaatsen van kruisraketten door de NAVO. Met alle Amerikaanse presidenten tijdens zijn premierschap – Ronald Reagan, George H. Bush en Bill Clinton – onderhield hij goede contacten.
Contact met president Reagan (1981-1988) was begin jaren tachtig nog niet vanzelfsprekend. In Europa zagen velen hem niet voor vol aan en werd hij soms beschouwd als een soort acteur die met ingestudeerde slogans per ongeluk president was geworden. Zijn felle retoriek tegen de Sovjet-Unie baarde velen zorgen. Gezien de opkomst van de vredesbeweging was het electoraal riskant om toenadering tot Reagan te zoeken. Kohl deed dit toch, ook al had hij dit niet hoeven doen. Hij was immers nog geen bondskanselier, enkel oppositieleider.
De echte vriendschap zou ontstaan met Reagans vicepresident, George Bush. Begin jaren tachtig bezocht hij geregeld namens de president Europese leiders. Kohl had de gewoonte om buitenlandse gasten mee te nemen naar publieke bijeenkomsten. De protesten van de vredesbeweging bleken zo heftig, dat Kohl en Bush ijlings via de parkeergarage moesten vertrekken. Bush zag met eigen ogen hoe omstreden de kruisraketten waren bij het publiek en hoeveel Kohl aan binnenlandse populariteit riskeerde door de plaatsing te steunen. In Washington steeg Kohl daardoor in achting. Kohl en Bush werden vrienden, wat zich uitbetaalde toen Bush zelf president werd (1989-1992). Toen het erop aan kwam, had Kohl tussen de Val van de Muur en de Duitse hereniging een directe lijn met de Amerikaanse president. Omgekeerd steunde Kohl Bush’ plannen om de NAVO na de Koude oorlog voort te laten bestaan. Kohl bleef altijd voorstander van de trans-Atlantische samenwerking, ook toen bondskanselier Gerhard Schröder (1998-2005) en de Franse president Jacques Chirac (1995-2007) afstand wilden nemen van de VS, vanwege de invasie van Irak (2003).
Europeaan
Kohl geloofde heilig in Europese eenwording. Europa moest er niet enkel zijn voor economische samenwerking maar ook een echte waardengemeenschap zijn. Al in de jaren zeventig stelde Kohl in een notitie voor het partijcongres van de CDU dat de Europese Gemeenschap moest uitgroeien tot een Verenigde Staten van Europa, met de Europese Commissie als regering en het Europese Parlement als federale volksvertegenwoordiging. Bij menig congres worden studies en notities aangenomen, om in een lade verdwijnen. De officiële biograaf van Kohl, Hans-Peter Schwarz, wees er echter op dat deze notitie een exacte blauwdruk vormde voor wat hij en Jacques Delors eind jaren tachtig, begin jaren negentig, hoopten te bereiken met het Verdrag van Maastricht en de invoering van de euro.
Vanuit Duits perspectief is een dergelijke federatie een minder grote stap dan voor veel andere Europese landen. Tot 1870 bestond Duitsland niet als natiestaat, maar als lappendeken van staten en staatjes. Daarvoor kon ‘Duitsland’ vergeleken worden met het antieke Griekenland: taal en cultuur werden gedeeld, er werd verwantschap gevoeld, maar het was niet één land. Als Duitsland kon uitgroeien tot land, waarom Europa dan niet? Duitsland was verenigd als federale staat: gemeenschappelijke regering en parlement boven die van de lidstaten. Een extra bestuurslaag op federaal niveau maakt dan relatief weinig uit.
Als oppositieleider in de jaren zeventig bracht Kohl al bezoeken aan regeringen en politici van de andere EG-lidstaten. Hij was standaard aanwezig op bijeenkomsten van de Europese christen-democraten. Eenmaal bondskanselier onderhield hij – niet gebruikelijk voor regeringsleiders – nauwe contacten met (Duitse) christen-democraten in het Europese parlement.
Kohl toonde zich een trouwe leerling van Konrad Adenauer, die altijd had gestreefd naar Europese eenwording en Duits-Franse vriendschap. Kohl besloot te leren van een fout die Adenauer had gemaakt. Begin jaren zestig waren de kleinere lidstaten bang om door Frankrijk en West-Duitsland te worden overheerst. Als bondskanselier overlegde Kohl daarom ook met de kleinere lidstaten. Wat hem er niet van weerhield om belangrijke besluiten eerst af te stemmen met Frankrijk.
Wisselende politiek contacten
Zoals hij met Clinton (1993-2000) niet minder contact had dan met diens twee conservatieve voorgangers, zo zorgde Kohl er ook in zijn Europese contacten voor niet eenkennig te zijn. De socialistische Franse president François Mitterrand (1981-1995) werd een persoonlijke vriend, met de socialistische premier van Spanje, Felipe González (1982-1996) schoot hij goed op en hij stemde in met de benoeming van de Franse minister Delors tot voorzitter van de Europese Commissie, ook al was West-Duitsland daarvoor eigenlijk aan de beurt.
Omgekeerd was hij niet bij voorbaat op de hand van politieke geestverwanten. Margaret Thatcher was aanvoerder geworden van de Britse conservatieven op het moment dat die, net als de CDU, oppositie voerden tegen een linkse regering. De samenwerking verliep goed zolang ze het eens waren over meer marktwerking. De verhoudingen bekoelden toen bleek dat Thatcher zijn staatkundige eenwordingsidealisme niet deelde. Met president Chirac was de samenwerking eerder zakelijk dan vriendschappelijk. De Nederlandse premier Ruud Lubbers was in 1990 geen voorstander van de Duitse eenwording. Waarop Kohl in 1995 een veto uitsprak over Lubbers’ kandidatuur voor het voorzitterschap van de Europese Commissie.
Hartelijke contacten maakten Kohl niet minder machtspoliticus. Spanje en Portugal zouden pas in 1986 lid worden van de EG. González was schatplichtig aan Kohl, die de toetreding mogelijk had gemaakt. De premier van Ierland had Duitse steun nodig bij de onderhandelingen met Groot-Brittannië over Noord-Ierland. Zonder rugdekking van Kohl had Delors als commissievoorzitter niet zo voortvarend kunnen pleiten voor federalisering – hij zou zowel Thatcher als Mitterrand tegen zich hebben gehad.
Euro in ruil voor Duitse eenwording?
Vaak wordt gesteld dat Kohl instemde met de euro in ruil voor de Franse zegen voor de Duitse eenwording. In werkelijkheid zag hij een eenheidsmunt als noodzakelijk voor Europese eenwording. Wat hem betreft was de euro ook zonder Duitse hereniging op een dag ingevoerd. Hij besefte alleen dat de Duitse bevolking, terugdenkend aan de inflatie van de jaren dertig, niet graag afstand deed van de sterke D-mark.1 Vandaar dat hij, toen de euro eind jaren tachtig op tafel kwam, voorstelde om eerst een Europese politieke unie te vormen. Frankrijk stond erop eerst de euro in te voeren. Kohl gaf toe.
Achteraf kan de vraag gesteld worden waarom Kohl Frankrijk als ideale partner zag om zijn federale idealen te verwezenlijken. Over een aantal belangrijke zaken denken Duitse en Franse politici heel verschillend. Duitsers streven naar spreiding van macht. Bij federalisme is dit het geval: de landelijke regering moet afstemmen met de deelstaten. Fransen daarentegen zweren bij een centraal geleide staat die top down regeert. Bij een centraal geleid land, une grande nation, dat eeuwen leidend was op het Europese continent en lang ook wereldmacht, past het niet om zich ondergeschikt te maken aan een hogere Europese regering. Ondanks zijn liefde voor Frankrijk en zijn hechte band met Mitterrand lijkt Kohl dit verschil in opvatting niet opgemerkt te hebben.
Bij het Verdrag van Maastricht werd besloten tot invoering van de euro als gemeenschappelijke munt. Hoewel het Europese parlement meer bevoegdheden kreeg, bleef werkelijke federalisering uit. Wel zou de EG voortaan Europese Unie (EU) heten.
Oost-Europa bij de EU
Kohl was voorstander van uitbreiding van de EU met Oost-Europese landen. Een praktisch argument was dat voorkomen moest worden dat, na het uiteenvallen van het Warschaupact en het verdwijnen van de communistische regimes, in Oost-Europa chaos en geweld zou uitbreken. Oorlog en burgeroorlog, zoals in het voormalige Joegoslavië, moest worden voorkomen.
Kohl zag de Duitse vereniging en de vereniging van West- en Oost-Europa in elkaars verlengde. De Duitse vereniging zou pas voltooid zijn, als ook Europa weer verenigd was. De Oost-Europese landen moesten ‘weer thuis komen’. Op dit punt trokken Duitsland en Frankrijk met elkaar op. Frankrijk had tijdens de Koude Oorlog altijd moeite gehad met de verdeling van het Europese continent. Na de Eerste Wereldoorlog had het diplomatieke betrekkingen aangeknoopt met de nieuwe staten die in Oost-Europa ontstonden na het uiteenvallen van Oostenrijk-Hongarije.
Ironisch genoeg waren die contacten indertijd bedoeld om zo Duitsland te kunnen omsingelen. ‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten’: Frankrijk vreesde door Duitsland overvleugeld te worden in Oost-Europa.2
Persoonlijke overtuiging
Bij politici van de generatie van Kohl, Mitterrand en Lubbers wordt vaak de Tweede Wereldoorlog aangewezen als drijfveer voor hun inzet voor Europese eenwording: nooit meer oorlog. Bij Kohl zat het dieper. Hij was afgestudeerd als historicus; geworteld in Rijnland-Palts, de deelstaat waar hij aanvankelijk politiek actief was; hij hield van wandelen in de bergen. Dit kwam samen in één van zijn favoriete vrijetijdsbestedingen: lokale geschiedenis.
De grenzen van de zuidelijke deelstaten van (West-)Duitsland – Saarland, Rijnland-Palts, Baden-Württemberg, Beieren – waren niet natuurlijk. Vanaf de middeleeuwen waren de grenzen keer op keer veranderd, als gevolg van politieke verschuivingen en militaire conflicten. Kohl beschouwde grenzen daarom als tijdelijk en veranderlijk. In de negentiende eeuw waren regio’s opgegaan in natiestaten. Op hun beurt moesten natiestaten ook opgaan in een groter geheel.
Kohl had een eigen manier om (buitenlandse) politici te overtuigen van zijn Europese visie. Hij schetste eerst uitgebreid historische ontwikkelingen, om zo aan te tonen hoeveel Europese landen met elkaar deelden. De onvermijdelijke slotsom moest dan zijn: een verenigd Europa. Of deze wijdlopige benadering ook geschikt was om kordate regeringsleiders te overtuigen die hechtten aan zakelijkheid?
Rusland
Vergeleken met zijn inzet voor de NAVO en de EU, stelde de aandacht van Kohl voor Rusland weinig voor. In 1985 werd Michail Gorbatsjov leider van de Sovjet-Unie. Mitterrand zag dat gelijk als teken dat er een andere wind ging waaien in de internationale betrekkingen. Hetzelfde gold voor de uitgesproken cold warrior Thatcher en zelfs voor Reagan. Maar Kohl, die – met het oog op eventuele eenwording – toch het meeste te winnen had bij goede verhoudingen met de SU, vergeleek in 1986 het talent van Gorbatsjov voor PR met dat van Goebbels.
Na de val van de Muur verbeterden de verhoudingen. Toen Kohl en Genscher in de zomer van 1990 Gorbatsjov bezochten, benadrukten ze de goede betrekkingen die Duitsers en Russen eeuwen lang, voor de wereldoorlogen, hadden gehad. De toezegging om na de Duitse hereniging te investeren in Rusland zal ook geholpen hebben.
Met Boris Jeltsin (1991-1999), de Russische president die december 1991 het ontbinden van de Sovjet-Unie afdwong, was Kohl gelijk bevriend. Maar dit kon ook gênante situaties opleveren – bijvoorbeeld wanneer Jeltsin dronken verscheen op officiële evenementen.
Provinciaal in de jaren tachtig?
Blijft alleen de vraag hoe het komt dat Kohl in de jaren tachtig in eigen land consequent werd afgeschilderd als een binnenlands politicus die geen visie had op buitenlands beleid.
Een antwoord luidt dat Kohl in de ogen van een aanzienlijk deel van de leidende opiniebladen het nooit goed kon doen. Der Spiegel, Die Zeit en Stern waren links-liberaal van snit en namen het Kohl kwalijk een einde gemaakt te hebben aan de socialistisch-liberale regeringen. Deze bladen waren gevestigd in de grote stad Hamburg. Adenauer, Brandt en Schmidt waren eerst burgemeester geweest van grote steden (Keulen, West-Berlijn, Hamburg), Kohl ‘slechts’ premier van een landbouwdeelstaat.
Er is nog een verklaring. Media besteden doorgaans weinig tijd aan pan-Europese bijeenkomsten van gelijkgestemde politieke partijen of aan het Europese parlement. Bij bezoek aan en van buitenlandse collega’s worden de ontvangsten geregistreerd – wat besproken wordt, blijft binnenskamers. Kohls opvattingen over internationale samenwerking bereikten simpelweg de openbaarheid niet. Dit veranderde pas na het tien-punten-plan. Daarna volgde de hereniging en de invoering van de euro. Gebeurtenissen die wel aandacht kregen van de media.
Meer Europeaan dan Duitser?
In de jaren negentig had Kohl misschien te veel oog voor Europa en te weinig oog voor het binnenland, waar de integratie van de voormalige DDR-lidstaten in de Bondrepubliek Duitsland moeizaam verliep. Maar in de jaren tachtig werd Kohl in de Duitse media alsmaar neergesabeld, terwijl hij in Washington, Europese hoofdsteden en Straatsburg gevierd werd als de Duitse bondskanselier. Dat het internationale toneel voor hem meer ging betekenen dan het eigen land, is maar al te menselijk.
Als eerste regeringsleider in de geschiedenis verkoos Kohl na zijn overlijden geen staatsbegrafenis, maar een Europese begrafenis. Op 1 juli 2017 werd de publieke ceremonie gehouden in het gebouw van het Europese parlement in Straatsburg (Frankrijk), de uitvaartmis was in Speyer (Duitsland). Zijn kist was bedekt met de Europese vlag.
Boek: Ter herinnering – Helmut Kohl
Noten â–¼
2 – F. Bozo, ‘Miterand, the End of the Cold War and German Unification’ (New York, 2009), 37-38, 49.