Dark
Light

Mislukte Europese toenadering in het interbellum

Wij Europeanen – Wim De Wagt
4 minuten leestijd
Mislukte Europese toenadering in het interbellum
Mislukte Europese toenadering in het interbellum

In 1929 leek het er sterk op dat in Europa een economische federatie van alle 27 Europese staten tot stand zou komen. Het liep anders. Onder meer de economische malaise na de Beurskrach en opkomende totalitaire dictaturen stortten het continent in een nieuwe wereldoorlog. In het boek Wij Europeanen (uitgeverij Bas Lubberhuizen, 2015) onderzoekt kunsthistoricus en journalist Wim de Wagt het mislukken van de Europese economische samenwerking in het interbellum. Hij stelt zich de vraag wat er had kunnen gebeuren als de plannen geslaagd waren.

Richard Coudenhove-Kalergi. Bron: http://www.epaneurope.eu/
Richard Coudenhove-Kalergi. Bron: http://www.epaneurope.eu/
De geschiedenis van de Europese samenwerking in de jaren 1920 en 1930 is uitvoerig beschreven in de historische literatuur. Toch is er over dit thema weinig bekend onder het algemene publiek. En natuurlijk is de Europese Unie een actueel thema. Goede redenen om aan dit onderwerp een leesbare en beknopte monografie te wijden. In de proloog schrijft De Wagt hierover:

“Het is niet zo moeilijk om het verleden terug te vinden in het heden, zelfs niet als de vloedgolf van vernietiging erover is gegaan. Maar kan het ook andersom? Is het heden terug te vinden in het verleden? Is er bijvoorbeeld iets van het verenigd Europa van nu terug te vinden in het Europa van het interbellum?” (19)

Paneuropese Unie

Het boek opent met informatie over de Oostenrijks-Hongaarse schrijver en politicus Richard Coudenhove-Kalergi. Hij was de eerste die na de Eerste Wereldoorlog het plan opvatte om Europa te verenigen en daartoe actie ondernam door in 1923 de Paneuropese Unie op te richten. Deze Paneuropese Unie is feitelijk de oudste Europese eenheidsbeweging, die op basis van joods-christelijke beginselen streefde naar politiek-economische samenwerking. Onder meer Albert Einstein, Charles de Gaulle, Aristide Briand en Thomas Mann waren lid van deze organisatie.

Coudenhove-Kalergi’s persoonlijke achtergrond vormde een stevige voedingsbodem voor zijn streven naar internationale verzoening en samenwerking tussen Europese landen. Hij had een Japanse moeder, in zijn voorgeslacht waren er lijnen naar België en Nederland, zijn vader was diplomaat (Richard later ook) en hij groeide op in het multiculturele Wenen, een stad die veel meer dan nationale centra als Parijs en Berlijn, een internationaal ontmoetingscentrum van uiteenlopende bevolkingsgroepen was.

Gustav Stresemann. Bron: Bundesarchiv, Bild 146-1989-040-27
Gustav Stresemann. Bron: Bundesarchiv, Bild 146-1989-040-27
Briand en Stresemann

De Franse premier Aristide Briand en de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Gustav Stresemann waren op hun beurt eind jaren 1920 goed op weg om een Europese Unie van de grond te krijgen. In 1926 hadden beide mannen de Nobelprijs voor de Vrede ontvangen, voor hun bijdrage aan de totstandkoming van het Pact van Locarno – een veiligheidsverdrag dat de nieuwe grenzen van Europese landen vastlegde -, in het jaar ervoor.

Beide mannen wilden een vreedzaam en economisch stabiel Europa. Maar het overlijden van Stresemann op 3 oktober 1929 en de Beurskrach die Europa enkele weken later in de ellende stort, gooien roet in het eten. De Wagt bedenkt in zijn boek (maar maakt dit onvoldoende expliciet richting de lezer) wat er had kunnen gebeuren als Stresemann was blijven leven.

What if-history dus, geschreven in romanstijl. Samen met Briand richtte Stresemann in 1931, fictief dus, de Federale Naties van Europa op. De vervlechting van fictie en realiteit maakt de inhoud van het boek echter complex. Wat moet de lezer geloven, welke feiten kloppen hier en welke niet? Dat is lopende het boek niet overal duidelijk.

Colijn: de eerste Europese politicus van Nederland

Verkiezingsposter van de ARP, met Colijn als 's lands stuurman. Bron: http://ifthenisnow.eu
Verkiezingsposter van de ARP, met Colijn als ’s lands stuurman. Bron: http://ifthenisnow.eu
Ondanks het mijns inziens iets te grote what if-gehalte van dit boek, biedt het gelukkig ook nieuwe gegevens. Zo wil het bestaande beeld doen geloven dat Nederland kritisch stond tegenover de samenwerkingsplannen in het interbellum. Dat was echter niet het geval, zo stelt De Wagt. In Nederland waren diverse burgercomités actief die zich hard maakten voor een federaal Europa, terwijl ook premier Hendrikus Colijn een grote voorstander was van Europese toenadering.

Om deze reden vroeg Briand Colijn om op 16 januari 1931 een speech te houden voor een studiecommissie voor Europese economische samenwerking in Genève. Deze toespraak maakt Colijn, aldus De Wagt, eigenlijk de ‘eerste Europese politicus van Nederland’:

“Nederland liep mede vanwege Colijns inbreng voorop in de pogingen om handelsbelemmeringen uit de weg te ruimen. Hoewel nogal wat Nederlandse bedrijven de omgekeerde weg wilden bewandelen en van de regering verwachtten dat ze een protectionistische handelspolitiek voerde. Uiteindelijk had de kleine Nederlandse economie alleen maar baat bij internationale vrijhandel. De gereformeerde Colijn voelde zich in Genève, waarvan de geschiedenis verbonden is met de vrome Calvijn, als een vis in het water.” (143)

Wij Europeanen – Wim De Wagt
Wij Europeanen – Wim De Wagt
Uit beleefdheid tegenover Briand en andere prominenten, hield Colijn zijn toespraak in het Frans. De Wagt vervolgt:

“De rechtlijnige Nederlander trok fel van leer tegen de ministers van Buitenlandse Zaken en andere vertegenwoordigers van Europese staten. De calvinist met de markante borstelkop speelde in op hun geweten, door hen eraan te herinneren dat ze in 1927 weliswaar geestdriftig verklaard hadden de aanbevelingen van de wereldconferentie te zullen volgen, maar intussen nog bijna niets gedaan hadden om de tariefmuren te verlagen, in- en uitvoerverboden af te schaffen en de onderlinge handel te bevorderen. Vrijwel al het economische werk van de Volkenbond was daardoor mislukt, waardoor nu het gevaar bestond van een algemene tariefoorlog. ‘Ministers van Buitenlandse Zaken,’ vermaande hij, ‘de wijzer van de wereldklok staat op vijf minuten voor middernacht!’ ” (143,144)

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

×