Religie. De geschiedenis van godsdienst. Berichten over onder meer het christendom, jodendom, islam, de reformatie, kerkgebouwen en religieuze kunstwerken.
In het bijbelboek Daniël is te lezen dat tijdens een feest van de Babylonische koning Belsazar plotseling een spreuk op de wand verschijnt. Iedereen ziet de tekst. Er staat Mene mene tekel ufarsin. Niemand weet echter wat deze spreuk betekent. Alleen de de Joodse balling Daniël kan de tekst uitleggen.
Volgens een veelgehoord antwoord was Maria Magdalena een prostituee in het gevolg van Jezus van Nazareth. Maar komt het beeld dat we kennen uit schilderijen, boeken en films overeen met de Bijbelse Magdalena?
Sinds in 1917 in de Cova da Iria nabij het Portugese stadje Fatima drie herderskinderen naar eigen zeggen getuige waren van verschillende verschijningen van de maagd Maria die hen in een boodschap drie profetieën toevertrouwde, is het plaatsje uitgegroeid tot één van de belangrijkste bedevaartsoorden voor Mariaverering.
Personen die niet in een god geloven noemen zich soms een atheïst of een agnost. De twee verschillen wezenlijk van elkaar. Een atheïst ontkent het bestaan van een godheid terwijl de agnost gelooft dat de mens niet zeker kan weten of het bovennatuurlijke, inclusief een god, kan bestaan.
Het gebedenboek dateert van omstreeks 1500 en verkeert nog in originele, niet gerestaureerde staat. Het is gebonden in een leren band met stempels van Sint Servaas, bevat ingeplakte miniaturen, eigendomsnotities en andere gebruikssporen. Het bijna negenhonderd bladzijden tellende boek bevat bovendien opvallend veel literair complexe teksten met rijke beeldspraak.
Als na een lange periode van onduidelijkheid over een belangrijke zaak eindelijk een besluit wordt genomen, zegt men wel dat er “witte rook” is. Duidelijk is dan hoe een bepaalde zaak verder gaat verlopen. Waar komt de witte rook in deze bekende zegswijze eigenlijk vandaan?
Recent werd de vraag voorgelegd of Jezus analfabeet was. Anders gezegd: kon Jezus lezen en schrijven? Dat is een interessante kwestie, die raakt aan allerlei aspecten van de uitleg van het Nieuwe Testament. Al levert de tekst zélf niet zoveel op.
Erasmus werd bewonderd en verguisd, maar in de laatste vijftien jaren van zijn leven ook links en rechts ingehaald door protestantse scherpslijpers als Luther en Zwingli en de katholieke orthodoxie anderzijds. De Rotterdammer zag de brandstapels opgeworpen worden, maar voelde zich niet geroepen zelf ‘martelaar’ te worden.
In het eind vorig jaar verschenen boek Kunsjt! biedt Jaron Beekes de lezer een joodse kijk po vijftig meesterwerken uit de kunst. Waarom is Michelangelo’s David bijvoorbeeld niet besneden? Het ontbreken van een voorhuid was toch juist wat de koning der Joden onderscheidde van zijn heidense rivalen?
Als God zich in vuurvorm tot de mensen richt, kunnen we ook denken aan de Brandende Braamstruik van Mozes. Dat is geen toeval. Pinksteren is vijftigste Paasdag en dat is in feite het joodse Wekenfeest ofwel Sjavoeot.