Wist u ervan?
Docent, 1931
Vreemd dat het buitenland er niet aan wil dat we niets van de vergassingen afwisten. Waarschijnlijk is het in Rusland tegenwoordig net zo of bijna net zo. Het zal in elke dictatuur wel een staatsgeheim zijn dat er mensen worden opgesloten.
Scheikundige, 1897
![Deportatie van Joden naar Treblinka, 1942](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2014/09/Deportatie-van-Joden-naar-Treblinka-1942-265x331.jpg.webp)
‘Nou ja, god, ze kunnen zoveel zeggen… dat hebben ze van de buitenlandse zenders, er zal wel niet veel van waar zijn.’
Op die manier hebben we onszelf gerustgesteld.
Verkoper, 1905
Al voor de oorlog wisten de mensen dat er concentratiekampen waren, ze zeiden ‘concertkampen’ en associeerden dat met het idee van afranselen en geschreeuw. Men nam aan dat er asocialen heen gestuurd werden en daar tewerkgesteld werden.
Boer, 1913
Even kijken wanneer ik hoorde dat Joden negatief waren behandeld; dat was toen onze huisarts op het platteland… Hij was Joods, zijn vrouw arisch, en zijn zoon was dus een half-Jood. Ze waren al drie jaar verloofd, toestemming om te trouwen kregen ze niet. Het was de zoon van Lilienthal, dat weet ik nog, en er was niets aan te doen. Toch moest hun tweede zoon later nog voor soldaat spelen; daar was hij goed genoeg voor.
Man, 1909
![](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/09/dd-2020.09.24-3-320x218.jpg.webp)
Wat zich in de concentratiekampen in Duitsland heeft afgespeeld was waarschijnlijk nog humaan vergeleken met die vernietigingskampen. En die jongen vertelde dat hij zich wilde laten overplaatsen, omdat hij het niet uithield. En later heeft hij zich een kogel door het hoofd geschoten omdat ze het hadden afgewezen. Maar dat was waarschijnlijk een incidenteel geval. Ik zeg het ook alleen maar om te laten zien hoe je er als onschuldige volksgenoot iets van hoorde zonder dat je je er iets concreets bij kon voorstellen. De omvang ervan.
Schrijver, 1910
Ik wist precies wat er gebeurde. Ik zat in Polen bij de grensbewaking van de douane. Het was augustus 1942 en ik beheerde in Zakopane het leermagazijn, waar we met twee aantrekkelijke Joodse meisjes heel onschuldig wat hebben gescharreld. Ik liet een schoenmaker, Blau heette hij, een prima vent, schoenen voor me maken. En toen begonnen de executies. Niemand mocht het weten. Later kwamen een paar manschappen terug van patrouille en die zeiden: ‘Ze hebben er een stel doodgeschoten. Die twee mooie meisjes zaten er ook bij.’ Ik zei tegen Blau: ‘Probeer weg te komen!’ Hij had over de grens naar Tsjecho-Slowakije gekund. ‘Nee, dat is niet nodig, ik werk ook voor de Gestapo. Ik ben hier onmisbaar.’ Twee dagen later was hij weg en we hebben hem nooit teruggezien.
In Krakau heb ik daarna de lange treinen gezien. Toen al werd er gefluisterd over gaskamers. Ik zeg: ‘Kinderen…’ Die mensen in de trein riepen om water. En een vrouw die naast me stond, zei: ‘Het is hun verdiende loon.’ Haar dochter zei: ‘Maar dit is toch verschrikkelijk!’ Waarop haar moeder: ‘Dat is hun verdiende loon.’
Vlak daarna kwam ik in Berlijn, maar niemand wilde me geloven! ‘Hans, je begint te fantaseren!’ Dat waren allemaal antifascisten. Dat van de gaskamers ging er gewoon niet in. Dat was nog nooit gebeurd. Daarom geloofden ze het niet. Ze hadden altijd in een rechtsstaat geleefd en er was er geen enkele historische parallel. Zonder veroordeling mensen executeren… Ik bedoel, bij Napoleon was dat niet voorgekomen en ook niet bij de Pruisen. Oké, er werden weleens mensen doodgeschoten, maar altijd nadat ze waren veroordeeld, al was dat nog zo doorzichtig. Hoewel ze Hitler haatten, wilden ze me niet geloven. Ik weet nog hoe dat ging. Het was tijdens het middageten. Iemand zei dat het een grote smeerlapperij was. Waarop de douanecommandant zei: ‘Maar mijne heren, we zitten te eten!’ Hij was onmogelijk er verder op in te gaan, want er zaten ook een paar nazi’s bij.
Huisvrouw
Er wordt altijd beweerd dat alle Joden om het leven zijn gebracht. Dat klopt helemaal niet. Toen ik in 1947 in Belsen kwam, woonden er nog altijd Joodse gezinnen in de barakken. Die mensen hebben me foto’s laten zien van hun familieleden die allemaal dood waren. Het was schokkend en ik was echt verdrietig. Maar deze Joden zagen er heel goed uit. Maar goed, dat was ook na de oorlog.
Huisvrouw, 1914
![Amerikanen stuiten bij Farsleben op een trein vol Joodse gevangen - 13 april 1945](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2021/04/farsleben-320x384.jpg.webp)
‘Wat gaat er met hen gebeuren?’
Je hoorde zeggen dat ze naar het oosten gingen. Maar wat dat betekende, was voor ons natuurlijk niet duidelijk. Van de concentratiekampen wisten we alleen maar dat daar criminelen zaten, maar wat er met ze gebeurde, wisten we niet. En dan al die geheimhouding. Nu weten we precies dat het onmogelijk was om uit te zoeken wat er eigenlijk met die mensen gebeurde.
We waren door de bombardementen ’s nachts zo bezig met overleven, dat we in feite geen kracht meer hadden voor andermans lot. Dat klinkt hard, nietwaar, maar je werd ’s morgens wakker en dacht bij jezelf: ‘Goddank, weer een nacht.’ En ’s avonds: hoe later het werd, hoe banger je was als je naar bed ging.
Man, 1932
In de winter van 1944-1945. Als ik naar school ging, liep ik altijd langs de spoorlijn Berlijn-München. Ik zag een gigantische goederentrein, veewagons zonder daken en allemaal hoofden. Mijn god, wat is dit?! Maar ik had niet de moed het aan mijn moeder te vragen. Geen dak erop, en dan al die hoofden.
Ambtenaar (m), 1920
Het gaat slecht met ons, werd er gezegd, en dat is hun schuld.
Leraar, 1925
![Heeft u Hitler gezien? - Walter Kempowski](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2023/09/9789021341637-2000-0-600x954-1-314x500.jpg.webp)
Het moet in 1943 geweest zijn dat we een feestje hadden waar ook een kwart-Joodse vrouw was. Ik heb haar uitvoerig uitgelegd dat het niet zo mooi was wat ze met de Joden deden, dat ze onderdrukt werden enzovoort, maar dat ze toch moest accepteren dat als een heel volk dat wilde, de minderheid in kwestie daaronder moest lijden en het maar moest verduren. Je had gewoon niet in de gaten hoe onmenselijk je was.