De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) heeft afgelopen week bij Vlissingen een bijzonder explosief geruimd. Het ging om een deel van een stuk geschutsmunitie van zo’n 35 tot 40 kilo. Het projectiel was vermoedelijk van Franse makelij en afkomstig uit 1890.
Volgens de EOD gebruikten de Duitsers dit soort oude geschutsmunitie tijdens de Tweede Wereldoorlog geregeld om er antitankmijnen van te maken. Dat kon vrij makkelijk. De projectielen werden gewoon ingegraven als kustverdediging.
De ‘mijn’ was alleen te zien bij extreem laagwater en stevige oostenwind. Om rondvliegende scherven te voorkomen bij de ruiming, heeft het EOD-team de bom juist geruimd bij hoogwater. Het water ving de scherven en de drukgolf op.
Ouderwetse zeemijn
Vorig weekend werd nog een ander bijzonder explosief geruimd: een Britse Vickers-zeemijn uit de Tweede Wereldoorlog met 220 kilo aan explosief gewicht. De mijn was gevonden door een wandelaar op de zandplaat De Hors bij Texel.
De bom lag tijdens de oorlog vermoedelijk ergens in de Noordzee, ter verdediging tegen de Duitsers. Waarschijnlijk is hij ooit losgeslagen en zo op de zandplaat bij Texel terechtgekomen.
Medewerkers van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) begroeven de zeemijn onder een laag zand en brachten hem hierna gecontroleerd tot ontploffing.